Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een brief aan vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een brief aan vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde vrienden.

Wat hebben we een wonderlijk avondje gehad. Tenminste zo was het voor mij en ik geloof, dat jullie het ook zo gehad hebben.

Het heeft voor mij nog wat nagelaten.

Toen jullie ’s avonds weg waren, was het zo leeg bij me van binnen, ’s Morgens werd ik ook zo weer wakker. De bestrijder van binnen: als dat nu van God geweest was zou je er nu nog wat van hebben. Zo heb ik de hele dinsdag doorgebracht. Deed van binnen pijn, van die ontzettende leegte.

N.N. kwam nog even en zei: A. zei, dat het zo’n ouderwetse echte avond was. ’k Zei tegen haar: o kind, ik ben zo ellendig leeg van binnen.

Zo wilde ik gaan slapen, ’k Riep tot de Heere: o God, hier ligt een duisterling. En och, m’n lieve vrienden, zag ik m’n lieve Verlosser aan het vloekhout in een drie-urige duisternis. Ik had die dierbare handen doorboord, ik had Hem die doornenkroon op Zijn dierbaar hoofd gedrukt! O wat een weedom des harten. Voor mij duisterling was Hij in die vreselijke drie-urige duisternis en riep Hij uit: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?, maar ook: het is volbracht! Een triomfkreet en het hoofd buigende gaf Hij de geest. Nu was ik met Hem gekruisigd, met Hem gestorven, met Hem begraven en met Hem opgewekt en opgevaren ten hemel. Dit had ik ook beleefd, toen, nadat ik een kind des Vaders geworden was, ik weer stof geworden was. Maar nu gebeurde er meer. Die lieve Borg nam me mee en bracht me weer opnieuw bij de Vader en sprak (dat had ik toen niet beleefd): Vader, hier ben Ik en de kinderen, die Gij Mij gegeven hebt. Ze waren de Uwen en Gij hebt ze Mij gegeven. Toen ben ik opnieuw (o lieve, ik kan het haast niet schrijven) in een drieënig God ingedrukt. Ik bestond niet meer (ik kan er maar van stamelen), vol van God, m’n eigen kwijt.

Even later was het: de Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkamer, in het harte Gods en des Zoons door die lieve Heilige Geest. Toen sprak de Vader, dat Hij toen gezegd had: Ik zal al Uw schatkameren vervullen, dat dit nu een van die schatkameren was. Er was geen geest meer in me. Vol van God, vol aanbidding en verwondering.

Toen hoorde ik zeggen: ame.., ja amen. En heb ik vol aanbidding gebogen. Even later begon het van binnen te zingen:


Zingt, zingt een nieuw gezang de Heere
Die grote God, die wond’ren deed.
Zijn rechterhand vol sterkt’ en ere.
Zijn heilig arm wrocht heil na leed.
Dat heil heeft God nu doen verkonden.
Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid.
Zo vlekkeloos en ongeschonden.
Voor ’t heidendom ten toon gespreid.


Toen kwam ik weer tot mezelf. Maar je begrijpt, het was inmiddels na middernacht. Ik kon het maar niet op. Even later was het: Ik lag en sliep gerust, van ’s Heeren trouw bewust. Heb toen rustig geslapen, als een gespeend kind en ben ook weer zo wakker geworden. Hoewel die aartsvijand steeds weer probeert me te plagen en te sarren.

Ik vroeg: Heere, mag ik het schrijven (ik had zo’n betrekking op Zijn lieve volk, want het is niet mij, maar ons), wil U alstublieft m’n geest verlichten, anders kan ik het niet schrijven, ’t Gaat toch om Uw eer, niet om mij, ik ben een ellendige, vuile bruid. Toen was het: Hij heeft me bekleed met de klederen des heils en de mantel der gerechtigheid heeft Hij me omgedaan. Nu bij Hem een gewassen en geklede bruid en alleen om dat eeuwig welbehagen. Die zoete lieve heilige God in die dierbare lieve Zoon en toegepast door die lieve Heilige Geest.

Och ik heb geen woorden er voor. Nu is het vannacht gebeurd en blijft er weer een ellendig mens over, maar gewassen en gereinigd in dat dierbare bloed, maar dat is van Hem.

......laat dit alleen maar aan ....lezen en...aan die minnebrieven lezen kunnen.

Tot zover onze oude vriendin. Wellicht zijn er onder onze lezers, die haar kunnen verstaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Een brief aan vrienden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1968

Bewaar het pand | 4 Pagina's