Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eucharistie en catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eucharistie en catechismus

Voor het eerst rooms-katholieke spreker op jaarvergadering van PN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is volgend jaar 90 jaar geleden dat de Vereniging Protestants Nederland werd opgericht. Vorige maand (om precies te zijn op 21 april) werd voor het eerst in de geschiedenis van deze vereniging aan een rooms-katholieke priester, prof. dr. A.H.C. (Ton) van Eijk, als mede-inleider het woord gegeven. Hij sprak samen met prof. dr. W. (Wim) Verboom, emeritus-hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland

Centraal stonden vraag en antwoord 80 uit de Heidelbergse Catechismus en de rooms-katholieke eucharistie: het Avondmaal onzes He(e)ren of de 'paapse' mis. Het werden, vooral door dr. Van Eijk, pittige betogen. Daarvan geven we hier een persoonlijke impressie, geen woordelijk verslag.
Prof. Verboom, de eerste inleider, zette uiteen dat de catechismus uit de Palts twee functies had: leerboek van de gereformeerde leer èn geloofsbelijdenis.
Het Heilig Avondmaal komt, met het omstreden antwoord 80 over de rooms-katholieke mis, in deel 2: De verlossing. De prediking staat in de gereformeerde leer centraal; het sacrament is een 'bijkomend middel': ook zonder avondmaal kan men het heil deelachtig worden.

Doel van de ‘Heidelberger’
De kerkorde van de Palts maakt duidelijk dat de sacramenten niet onmisbaar zijn. De prediking is nog voornamer. (Dit in tegenstelling tot 'Rome', waar het eucharistisch sacrament veel belangrijker is dan de Woordverkondiging, v.A.). In het sacrament is Christus in de Geest aanwezig, niet lijfelijk. Het Heilig Avondmaal is teken èn bezegeling: Christus is in de hemel, maar tegelijk ook de primair handelende Gastheer.
Het Heilig Avondmaal is een mystieke eenheid, anders als bij Zwingli (alleen gedenksymbolen) en Luther (consubstantiatie). De catechismus lijkt het idee van een lopende avondmaalsviering mogelijk te maken, maar aanzitten aan de dis, tafelgemeenschap, is waarschijnlijker.
Christus is daarbij aanwezig. Deze presentia realis werd in de Rooms-Katholieke Kerk al sinds 1215 opgevat als een echte wezensverandering: dit ís Mijn Lichaam. Pas in de derde en de vierde editie van de Heidelbergse Catechismus, ná het Concilie van Trente, werd het bekende 'Avondmaal contra de pauselijke mis' (vraag en antwoord 80) opgenomen. 'Trente' vervloekte de persoon, de catechismus alleen de mis, niét de deelnemer aan dit misoffer.
Het Heilig Avondmaal is in de Reformatie geen aanvulling op het solus Christus (Christus alleen). Het eucharistisch offer – de term betekent dankzegging – is geen bloedig offer, geen wezensverandering, wel een loflied op Gods liefde voor zondaren. Antoine Bodar noemt de eucharistie dan ook géén herhaling van Christus' offer.
We moeten, meende Verboom, vraag en antwoord 80 HC wèl laten staan: als belijdenisgeschrift uit de tijd van de Reformatie, niét als leerinhoud van een 'vervloekte afgoderij'. Hij keerde zich ook tegen een piëtistische avondmaalsmijding, maar eveneens tegen de nieuwe trend om, na belijdenis, als vanzelfsprekend aan dit eschatologische maal deel te nemen.

'Een schat in lemen vaten'
Dr. Van Eijk, oud-voorzitter van de Raad van Kerken in ons land, docent aan de priesteropleiding voor late roepingen Bovendonk in Hoeven en specialist in de oecumene, presenteerde zich als katholiek, maar voluit in de oecumenische beweging en de dialoog. Hij zag veel consensus met protestanten, maar “ik verloochen de Rooms-Katholieke Kerk niet”.
Van Eijks betoog was geen disputatio met Verboom over Trente contra de Heidelberger, zoals Luther en zijn medestanders hun scherpe disputen hielden met kardinaal Eck en andere 'paapse' tegenstanders. Van Eijk ging vooral uit van het Lima-rapport, waarin protestanten en rooms-katholieken het eens werden over de sacramenten, maar niet over de ambten.
De gemeenschappelijke eucharistische viering van roomsen en protestanten is nu – voor Van Eijk: helaas – weer uitgesteld.
Er is sprake van 'verzoende verscheidenheid'. Zijn Trente èn de Heidelberger nu nog bruikbaar? Er zijn, aldus de theoloog (die overigens is gepromoveerd op de vroeg-christelijke kerk en niet op de oecumene, v.A.) kerksplitsende verschillen, maar er is ook legitieme verscheidenheid; beide hebben hun goed recht.
Uitvoerig stond Van Eijk stil bij twee sleutelbegrippen van de eucharistie: anamnese (of: memoria), gedachtenis, èn epiklese (letterlijk: de tegenwoordigstelling. Is de misviering het één of het ander, of toch beide? Het is tevens God danken, ook voor Zijn schepping. De liturgie is dienst van Woord en Tafel, die bij elkaar horen, zoals Vaticanum II dat heeft herondekt.
De nadruk ligt iets meer op de Tafel, meent Van Eijk, “het verhaal van de Emmaüsgangers is de grondstructuur van de eucharistie.” Tegenwoordigheid (van Christus) òf voorwerp van gedenken? Deze controverse spleet in de 16e eeuw de kerk, maar al in de negende eeuw was er de kwestie presentia of memoria; en pas in Trente werd die aanwezigheid boven het slechts gedachtenisvieren gesteld.
Christus is in de kerk altijd in vier gestalten aanwezig; de eucharistische maaltijd is er daar één van.
De hele viering is nu, aldus de inleider, meer actueel dan vroeger, toen ze als sacrament vooral plaats had in de tabernakel (het altaar, door de priester die vaak van het Godsvolk afgewend stond, v.A.). De roomskatholieke liturgie is nu veranderd en daarmee ook anders dan die van de Oosterse Orthodoxie.
Van Eijk moest niet veel hebben van het ultrarealisme in de kerk, met bloedvloeiende hosties en dergelijke. In het geheel van de rooms-katholieke eucharistie is de 'transsubstantiatie' trouwens onvoldoende. De 'verandering' is een geloofspunt; het geheim blijft. Die verandering (conversio, metabolè) is mede ontleend aan de wijsbegeerte van Aristoteles met haar substantie èn accidenten.
Trente sprak met de transsubstantiatie Thomas van Aquino na. Het is geen fysische kwestie. Het oecumenisch denken over die eucharistie miskent niet het volstrekt unieke offer van Christus, aldus Van Eijk, onder verwijzing naar de Hebreeënbrief.
Die mystieke tegenwoordigstelling in de mis sluit dat eenmalige van Christus niet uit. Van Eijk verwees ook naar prof. dr. F.G. Immink, die juist deze epiklese in het Avondmaal meer centraal wil stellen.

Trente en Vraag 80 HC schrappen?
Is, zo vroeg de rooms-katholieke oecumenicus zich af, Trente of de Heidelberger te herzien of te schrappen? “Over de laatste ga ik niet, maar kerkhistorische teksten moet je niet zomaar wegstrepen. Is vraag en antwoord 80 HC een baken of een een klip?
En wat moet je dan met de hedendaagse Leuenburger Konkordie?” Ook volgens het oecumene-decreet van het Tweede Vaticaanse Concilie hebben we met deze sacramenten een schat in lemen vaten, meende Van Eijk.
Tot een pittige woordenstrijd (disputatio) tussen de priester en de dominee kwam het niet. De tijd ontbrak, zodat ook het PN-publiek geen vragen meer kon stellen. Wel konden Verboom en Van Eijk nog kort op elkaars betoog reageren. Verboom vond die 'tegenwoordigstelling' een te grote nadruk van een handeling door een priester. Termen als offerimus (wij bieden u aan) en potestas (beter is het hier te spreken van bevoegdheid dan van de macht van de priester) vlogen over en weer.
De eucharistie vieren kan iedereen, haar leiden is alleen de potestas van de priester, aldus priesterdocent Van Eijk, die wel met Verboom instemde over het gedachteniskarakter van Avondmaal en misviering. Verboom vond wel dat in de evangelicaliserende tendens binnen zijn Protestants Kerk in Nederland te veel de christen en het gevoel aanwezig zijn in plaats van Christus.
Al met al was het een leerzaam experiment met twee 'geestelijken'. Helaas kwamen de aanwezige 'leken' niet aan het woord en van een scherpe disputatie tussen twee theologen was niet echt sprake.
Praten mèt, liever dan over de andersdenkende verdient zeker de voorkeur. Enfin, moet de Vereniging Protestants Nederland bij haar 90-jarig bestaan dan maar Willem kardinaal Eijck als mede-referent uitnodigen? Of paus Benedictus XVI in hoogst eigen persoon.....?

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Eucharistie en catechismus

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Protestants Nederland | 32 Pagina's