Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bomen des wouds

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bomen des wouds

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

2. DE BOMEN

We geloven er niet ver naast te zullen zijn, wanneer we veronderstellen, dat onze lezers en lezeressen een brede beschrijving van de verschillende boomsoorten maar matig zal interesseren. Toch kan het zijn nut hebben, er eens op te wijzen, dat hoewel Palestina in zeer veel dingen afwijkt van ons land, er toch ook punten van overeenkomst zijn en dan denk ik aan de bomen. Men moet niet denken, dat onze bomen in Kanaan niet voor zullen komen. Daarom een enkele opmerking.

In 1 Kon. 10 : 27 staat: , En de koning maakte het zilver in Jeruzalem te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als Wilde Vijgebomen, die in de laagte zijn in menigte." Deze wilde vijgeboom is de Sycomore, een boom met een geweldige kroon en dus zeer schaduwrijk. De zware stammen werden geheel gebruikt als timmerhout. Het aantal Sycomoren was in Davids tijd zo groot, dat er een aparte opzichter over werd aangesteld: En over de olijfgaarden en de wilde vijgebomen, die in de laagte waren, was Baal-Hanan, de Gederiet." (1 Kron. 27 : 28.)

Gederiet." (1 Kron. 27 : 28.) De vruchten van deze bomen lijken op vijgen en smaken naar moerbeziën. De Statenvertalers hebben de Sycomore in het Nieuwe Testament dan ook wel eens vertaald met Moerbeziënboom, zoals in Lukas 17 : 6: En de Heere zeide: o gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tegen 'deze moerbeziënboom zeggen: ord ontworteld en in de zee geplant! en hij zou u gehoorzaam zijn."

In de winter laat de Sycomore de bladeren vallen.

Een andere, zeer bekende boom, waarvan we herhaaldelijk de naam in de Bijbel lezen, is de eik. Hiervan komen verschillende soorten voor. Sommigen behouden in de winter hun volle bladertooi, zoals de Kermiseik en de Steeneik, andere soorten worden kaal, zoals de Griekse eik en de Moseik. Vaak zijn dit zeer oude bomen, waarvan de takken zich vaak tot de grond buigen, en daardoor geliefkoosde rustplaatsen zijn.

Een boom, die ook veel schaduw geeft, is de Terebint, die ook in de Bijbel dikwijls voorkomt, al merken, we dat bij 't lezen niet op, omdat de Statenvertalers hier eveneens eik vertaald hebben. Dat is, om maar één vooi'bceld te noemen, het geval in Jes. 1 : 30: Want gij zult zijn als een eik, welks bladeren afvallen, en als een hof, die geen water heeft." Uit deze tekst zien we meteen, dat de Terebint in de winter kaal wordt.

In ons land worden wel eens bomen geplant als een herinnering aan bijzondere gebeurtenissen. Wij herinneren slechts aan Wilhelmina-en aan de Julianabomen. Ook in Palestina had men zo'n boom, die evenals de eik zeer oud kan worden. We bedoelen de Tamarisk. Deze boom komt drie maal in de Bijbel voor onder de naam esjel in de grondtekst. Dit woord schijnt moeilijk vertaald te kunnen worden. Luther vertaalde het met „bos" of „geboomte" en onze Statenvertalers hebben dat overgenomen. Latere onderzoekers zijn het er echter vrijwel unaniem over eens, dat Tamarisk de bedoelde boom is.

Toen Abraham een verbond gesloten had met Abimelech, plantte hij ter herinnering deze boom: En hij plantte een bos in Ber-seba, en riep aldaar de Naam des Heeren, des eeuwigen Gods aan." (Gen. 21 : 33). Saul hield krijgsraad onder een Tamarisk te Rama: ...Saul nu zat onder het geboomte te Rama en hij had zijn spies in zijn hand, en al zijn knechten stonden bij hem."

Wanneer deze koning aan zijn einde gekomen is, en met zijn zonen is begraven door de mannen van Jabes in Gilead, wordt zijn graf overschaduwd door een Tamarisk: En zij namen hunne beenderen en begroeven ze onder het geboomte te Jabes; en zij vastten dagen." (1 Sam. 31 : 13.) zeven

Van de bomen, die verder nog voorkomen, noemen we slechts populieren, platanen, de Johannesbroodboom, esdoorn en oleander.

Laat zich de hemelen verblijden; Verheugd zij d' aard' aan alle zijden; Verheugd de volheid van de zee; Het veld spring' op met al het vee, En 't woud moet juichend God belijden.

W. VAN DIJK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's

De bomen des wouds

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's