Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tekenaar Wim Romijn:

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tekenaar Wim Romijn:

„Ik kan lezen en schrijven met paarden"

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij mensen hebben toch iets verkeerd gedaan, schrijft Wim Romijn in een van zijn boeken bij de tekening van een kwikstaart, die pas „onbezorgd van gemoed naar zijn nest vliegt als de mens hem de rug heeft toegekeerd. „Zodra het priemende ogen op zich gericht voelt, wacht het met voeren. Over de waarnemingen van een kunstenaar die geen mensenhater wil zijn, maar ondertussen toch meer affiniteit met dieren dan met mensen lijkt te hebben.@naam:Tekst: Jeannette Wilbrink-Donkersteeg

Illustraties: Wim Romijn„Hóe komt het dat ik gisteren, toen ik door het Vriescheloose bos reed, een ree in de ogen kon kijken? vraagt Wim Romijn in de loop van het gesprek. „Precies! Omdat er een paard bij was. Het ree onderscheidde mijn gestalte niet van die van het paard waarop ik zat. En de geur van het paard was sterker dan mijn mensengeur. Daardoor vormde ik geen bedreiging. Dieren verraden hoe een mens in werkelijkheid vaak is.Omdat het huis dat hij met zijn dieren bewoont momenteel wat chaotisch is, heeft Wim Romijn een ontmoeting geregeld bij Stee en stoetje in zijn Groninger woonplaats Vriescheloo. Het is de eerste zonnige dag van het voorjaar. Achter de oude molen is al een plekje te vinden dat beschut genoeg blijkt om buiten te kunnen zitten. De molenaarsvrouw serveert thee met cake en Romijn blijft schenken totdat de pot leeg is. De zon schijnt op het schilderwerk dat hij uit zijn tas haalt. Het betreft een serie kaarten die hij –na teleurstellingen met kaartenuitgevers– zelf op de markt gaat brengen. Het thema is het thema uit zijn succesvolle boeken, die vooral over dieren gaan. Een paard en een hond kijken elkaar door een stalraam aan. Twee koeien liggen te herkauwen. In de sneeuw zit een vos. En Romijn vertelt hoe zijn werk zijn achting voor dieren alleen maar heeft doen toenemen, terwijl hij mensen wat argwanender is gaan bekijken. „Kom ik ergens waar het over geld gaat, dan klopt mijn hart niet zo rustig als in een paardenstal.

Boerenpaard
„Zijn naam is voorgoed verbonden met die van het boerenpaard. Toch heeft Romijn geen boerenbloed in de aderen. Hij werd, in 1952, als stadsjongetje geboren. Al snel verhuisden zijn ouders echter vanuit Rotterdam naar Soest. Daar „ontvluchtte Romijn vaak zijn woonomgeving, op zoek naar het platteland. En vooral: op zoek naar het paard. Zijn belangstelling had hij van geen vreemde.„Mijn vader was behalve vliegtuigwerktuigkundige ook natuurfotograaf en natuurschilder. In de jaren 60, mijn hbs-tijd, zat ik regelmatig op de fiets. Dan ging ik de boerderijen langs, waar in die tijd de paarden nog aan het werk waren. Mijn eerste herinneringen daaraan betreffen vooral het onderlinge verbond, de wederzijdse afhankelijkheid en de rust die de mensen en paarden op elkaar overbrachten. De boeren hadden een hechte band met hun dier. Dankzij de meester wist het werkpaard met zijn kolossale kracht enorme prestaties te verrichten. Soms mocht ik helpen. Ik ken het gevoel om met de dieren bezig te zijn. Alleen ploegen kan ik niet. Ik heb er het geduld niet voor om me die techniek eigen te maken. Het is trouwens heel zwaar werk, al heb ik daar fysiek geen moeite mee. Ik heb boeren van 86 jaar probleemloos een ploeg met drie span paarden zien keren. Dat is een gewicht, hoor!Tekenen deed ik in die jaren ook al wel. Ik mocht met Sinterklaas de tekening op het schoolbord maken. Dat geeft aan dat ik er toch iets meer bedreven in was dan mijn klasgenoten. Eens kreeg ik tot mijn grote ergernis computerles. Ik had de materie niet doorgenomen, want het interesseerde me geen lor. In de lesruimte heb ik alleen maar zitten staren naar twee grote wandplaten van Jetses. Toen heb ik gedacht: Zo te kunnen tekenen... dat kan toch niet aan één man voorbehouden zijn? Ik was net twintig.Vanaf die tijd ging Romijn zijn hobbys combineren. Op de boerenbedrijven tekende hij twintig jaar lang de paarden na die hij daar aan het werk zag.

En nu is het boerenpaard dood?
„Ongetwijfeld zit er ergens in Nederland nog een kleine boer die met een paard werkt, maar je moet ervan uitgaan dat er binnenkort niemand meer leeft die dat nog doet. Dankzij de Stichting Werkend Trekpaard Zeeland kan het paardenbedrijf nog wel worden gadeslagen. Maar dat is folklore.

Wat doet het met een mens als hij zijn grote liefde langzaam maar zeker voorgoed ziet verdwijnen?
„Het is een acceptatieproces geweest. Nee, ik voel me niet gefrustreerd, want ik heb mijn herinneringen. Ik ben bevoorrecht boven heel wat leeftijdsgenoten, omdat ik het van zo nabij heb meegemaakt. Ik heb al die verschillende paarden gezien. Als je op een bedrijf grootgebracht wordt, doe je enorme ervaring op, maar voor mij is het nog anders. Ik heb bedrijven bezocht van op de Waddeneilanden tot aan de Franse grens. De aard van de werkzaamheden is overal anders en een Groninger is geen Zeeuw. Dat zie je niet in zijn omgang met dieren, maar wel in zijn omgang met mensen. In Brabant worden er al gauw privé-zaken uitgewisseld. Daar ben ik wat gesloten in. Wat dat betreft ben ik een echte noorderling, ook al ben ik hier niet geboren. Overigens is in al die twintig jaar de boerderijdeur maar twee keer voor mij dicht gebleven. Wel moest ik soms eerst geïntroduceerd worden door een bekende van de boer. Heel vaak was er sprake van ongehuwde mensen die in het verborgene leefden. Ik heb een goed oriëntatiegevoel, maar meer dan eens heb ik een boerderij niet terug kunnen vinden. Dat geloof je toch niet, hier in Nederland?Die herinneringen zijn heel belangrijk voor me. Ze moesten wel een bepaald rendement hebben. Door vast te leggen wat ik zag, heb ik de geschiedenis van het boerenpaard in stand gehouden. Zo kunnen veel mensen ervan blijven genieten.

Hebben de ervaringen in die twintig jaar u veranderd?
„Ik ben nogal conservatief. Ik heb een airbrush, maar werk er niet mee. Ik weet niets van computers. De wetenschap kan niet zonder die dingen en ik ben blij met alle medische ontwikkelingen, maar dat internetbankieren, is dat echt nodig? Waarom kan dat niet gewoon in een envelop? Vanwege het gemak? Ja, vertel dat maar eens aan oudere mensen! Ik ben door mijn contacten een denkgenoot van hen geworden. Natuurlijk was het vroeger ook niet alles, maar toch verlangen we naar die ouwe tijd terug. In een van mijn boeken schrijf ik over de meisjes die in Zeeland aan het ringsteken te paard deelnamen. Ik zeg dan dat het publiek zichtbaar van hen genoot, omdat ze natuurlijk en echt waren. Heel wat anders dan de in bontjassen gehulde trienen van een moderne rockgroep. Een geërgerde journalist schreef vervolgens dat Romijn in een andere tijd geboren had moeten worden. Wat ik toen dacht? Niets, want kritiek gaat langs me heen.
Accountant
„Bij de boerenmensen heb ik iets natuurlijks ervaren, zegt Romijn. „Zakenmensen leer je soms nooit kennen. Het obligate schouderklopje en de geveinsde lach voel je aan. Het mag daarom verbazing wekken dat de kunstschilder zijn loopbaan bij enkele accountantskantoren begon. „Ik moest toch wát, een vriend van mijn vader en twee neven waren accountant... Ik vergat me voor te stellen wat dat eigenlijk inhield. Daarbij had ik één geluk. Een belastingconsulent bij wie ik in dienst kwam, deed onteigeningszaken voor gemeenten. Hierdoor kreeg hij veel agrarische bedrijven als cliënt. Die kwamen naar mij toe. Zo heb ik ook in die tijd op de Veluwe en in de Gelderse Vallei vaak paarden aan het werk gezien.
Op vrije middagen hielp ik een hoefsmid. s Avonds volgde ik –met de paardengeur nog aan mijn handen– een accountantsopleiding. Ik zat mager als een ram tussen de boekhoudtypes, aan wie je zien kon dat ze te weinig beweging kregen. Ik was altijd de vreemde eend in de bijt, de witte raaf. Onder dieren heb ik daar geen last van. Ik kan lezen en schrijven met paarden, al zeg ik het zelf, of het nu om een Arabische volbloed of om een trekpaard gaat.
Ik heb twee Arabische volbloeds. Daar zou ik veel mee willen doen, maar mijn beroep brengt zoveel met zich mee. Ik moet alles in eigen hand houden, want ik ben nogal eens met malafide bedrijven geconfronteerd. Ik heb vijfentwintig juridische conflicten gehad binnen negen jaar. Daardoor bleef er niet zoveel tijd over om het bos in de gaan. Verduistering van mijn werk, het niet betalen van royalties, het zoekmaken van materiaal – dat soort dingen hield me behoorlijk bezig. Ik ben niet gefrustreerd, alleen iemand die weet hoe hij moet leven. Tegenover zakelijke mensen past mij afgewogen achterdocht.

Veel vrienden
„Nee, nee, ik ben geen misantroop, geen mensenhater! Absoluut niet. Ik heb veel vrienden. Ja, ook onder de mensen... Maar het zijn wel mensen die in mijn wereld passen. En daar zijn zelfs uitgevers bij. Ik hoop niet dat ik de indruk maak een ongelukkig mens te zijn, want het is juist tegenovergesteld. Ik ben zeer blij met het beroep dat ik heb. Toen ik dankzij een recreatieproject werd verdreven uit mijn huis aan de uiterwaarden van de Maas, kwam ik in het dunbevolkte OostGroningen terecht. Hier, aan de rand van het Vriescheloose bos, kan ik goed werken.
De boeken over paarden zijn een groot succes geworden. Vorig jaar verscheen de serie Landelijke idylle. Er bestaan inmiddels borduurpakketten, posters, kalenders en portfolios van mijn werk en momenteel ben ik bezig met kaarten van dieren. De simplicity of life –ik kan even geen andere uitdrukking bedenken– boeit me mateloos. Ik ben ook een bewonderaar van Haagse-schoolmeesters als Israëls, die veel drama in zijn werk heeft gelegd, maar ik zou niet iets van hem aanschaffen dat over dood of ziekte gaat. En als ik het kreeg, hing ik het niet op. Dat roept te veel treurnis op. Die man is echter wel in staat geweest angsten en onzekerheden uit te beelden. Ik bestudeer veel werk van Amerikaanse wildlife-schilders. Velen van hen hebben vooral geoefend door dode dieren na te schilderen. Daar wil ik niet mee te maken hebben.

Doet u uw ogen wel eens dicht voor de werkelijkheid?
„Ja, maar dat huist in elk mens.

Ziet u de natuur als schepping van God?
„Ja, ik ben altijd rooms-katholiek gebleven en heb respect voor het leven. Mijn moeder, een zeer mooie en lieve vrouw, was diep religieus. De liefde die in haar huisde, heeft mij geraakt. Ze heeft een lange lijdensweg gehad, maar is altijd gelovig gebleven. Als ik dat zou kwijtraken, zou het mijn moeder verdriet doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005

Terdege | 92 Pagina's

Tekenaar Wim Romijn:

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005

Terdege | 92 Pagina's