Toeren door Twente

We starten in Ootmarsum, gelegen tegen de Kuiperberg. Doordat het stadje indertijd de economische opleving in de textiehndustrie in Twente miste, heeft het heel veel van zijn oorspronkelijke karakter kunnen behouden. De nauwe steegjes en straten doen soms buitenlands aan. Tal van historische gebouwen en fraaie gevels zijn er te bewonderen. Een willekeurige greep. Wat al direct opvalt is de grote rooms-katholieke kerk, een pseudo-basiliek in zuiver romanogotische bouwstijl, uit het midden van de 13e eeuw. De hervormde kerk is niet zo oud, die is van 1810. In het interieur vind je echter een preekstoel uit 1674 en een oude lezenaar. Deze kerk bezit tevens een heel mooi, oud orgel. Aan de Almelosestraat ligt een Engelse tuin, met in het park een theehuis.

Weerselo
Weerselo is de volgende bestemming. Ongeveer één kilometer voor het dorp ligt Het Stift. Hier stond vroeger een vrouwenklooster. In het begin van de 16e eeuw veranderden de nonnen het klooster in een vrij, wereldlijk, adellijk jufferenstift. De naam "stift" betekent klooster. Omstreeks 1630 ging Weerselo over tot de Hervorming, zodat het kerkje dat we hier ook aantreffen sinds die tijd een hervormd kerkje is. In de zogenaamde Stiftschuur is nu een restaurant gevestigd, terwijl we daar tevens de sleutel kunnen krijgen om een bezoek aan het kerkje te brengen. In het kerkje een romaans doopvont uit ca. 1200, staande priesterzerken uit de 16e eeuw en grafzerken van stiftdames uit de 17e eeuw.

Borne
We rijden naar Borne. De Oude of Stephanuskerk is een bezoek waard. Het is een hervormde kerk waarvan het koor uit de eerste helft van de 15e eeuw stamt. Ook zien we hier muurschilderingen uit ca. 1500, een zandstenen preekstoel uit 1600 en grafzerken uit ongeveer 1525. Borne heeft ook een "Doopsgezinde Vermaning", een zaalkerkje uit 1842. Iets jonger zijn de zogenaamde "klopjeswoningen", daterend uit 1896. Deze woningen werden eertijds door begijntjes ofwel "klopjes" bewoond. Het Bussemakershuis uit 1779 aan de Ennekerdijk 11 heeft een oorspronkelijk interieur met o.a. twee stijlkamers. Open op woensdag en zaterdag van 14-17 uur.

Delden
Delden kreeg in 1333 al stadsrechten. Het Marktplein, met stadspomp en oude huizen, is heel sfeervol. Verder staan aan het Marktplein het vroegere stadhuis (uit 1792), het Posthuis (1764) en de Grote of St. Blasiuskerk. Aan de buitenzijde van het hoofdkoor van de kerk zien we een hagioscoop (hagios = heilig). Dat is een kleine opening in de buitenmuur waardoor men het altaar of de relieken in de -toentertijd roomskatholieke- kerk kon zien. Men vermoedt dat dit voor melaatsen was, die niet in de kerk mochten komen en dan via deze opening toch de mis konden volgen. Nog een bijzonderheid in de kerk: op de preekstoel staat een zandloper „opdat de predickdienste niet so lange sou duuren". Als de preek begon werd de loper gedraaid, zodat het zand bovenin zat. Zodra al het zand naar beneden was gelopen moest de preek worden beëindigd! De kerk is t/m 14 sept. te bezichtigen, van maandag tot vrijdag. Delden heeft verder nog een interessant Zoutmuseum.

Twickel
Net buiten het stadje vinden we "de" bekendheid van Delden, het prachtige kasteel Twickel. Het kasteel zelf is helaas niet te bezichtigen, wel de mooie kasteeltuin, op woensdag- en zaterdagmiddagen van 13.3017.00 uur. Kaarten hiervoor zijn bij de VW Delden te krijgen. De werkelijk schitterende kasteeltuin is indertijd ontworpen door de Franse architect Daniël Marot. Hij leefde van 1661 tot 1752 en was de architect van onder meer Paleis Huis ten Bosch in Den Haag, de huidige woning van koningin Beatrix. Het kasteel is gebouwd in 1347. Het front met de rijke middenpartij is blijkens een opschrift boven de ingang van 1551, maar is naderhand gewijzigd.

Diepenheim
Via Bentelo en Herngevelde  gaan we naar Diepenheim. Wat ons in het landschap opvalt is de specifieke bouw van de boerderijen. De boerderij heeft een puntige gevel, een meestal witte daklijst, terwijl het bovenstuk van de gevel veelal van hout is. Dit type boerderijen heeft de naam "Lös Hoes". Het gezin en het vee verbleven in één ruimte. Het boven- of voorstuk was bestemd voor het gezin, het beneden- of achterstuk voor het vee. De witte daklijsten eindigen in de rechtopstaande topgevels. Hieraan kon men vaak zien of de boer protestant of roomskatholiek was. Bij de laatstgenoemde zat in de topgevel meestal een kruis. Ongeveer een kilometer voor Diepenheim zien we de prachtige waterradmolen "De Halier". De molen wordt al vermeld op een bezittingenlijst uit 1188. Hij is diverse keren gerestaureerd, ' voor het laatst in 1980. Er wordt geregeld koren gemalen. De molen is te bezichtigen. Aan de oever van de Regge bij Diepenheim bevindt zich Rosarium de Broenshof, een prachtige rozentuin met 36 soorten grootbloemige rozen, verder trosrozen en klimrozen.

Gelselaar
Vanuit Diepenheim gaan we nu een vijftal kilometers zuidelijker, naar het dorpje Gelselaar. Museumboerderij "De Erve Brooks" is een boerderij waar op de deel een groot aantal gebruiksvoorwerpen staan die in het verleden in het boerenbedrijfwerden gebruikt. Daarnaast is er heel wat te zien uit de oude tijd. Vooral voor dames -zo bleek- is een complete ouderwetse uitzet heel interessant. Per 'soort' 12 en 24 stuks, netjes op stapeltjes met linnen band gebundeld en keurig opgeborgen in de mooie antieke kasten. In deze boerderij geeft men ook demonstraties van het maken van een zandfiguur op de vloer. U kunt er dagelijks terecht van 10.00- 19.30 uur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen