Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verdeeldheid houdt arm

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verdeeldheid houdt arm

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot geestelijken, maar als tot vlese lijken, als tot jonge kinderen in Christu Ik heb u met melk gevoed en niet met vaste spijs; want gij vermocht toen no niet; ja, vermoogt ook nu nog niet. Want gij zijt nog vleselijk; want dewijl onder u nijd is en twist en tweedracht, zijt gij niet vleselijk en wandelt gij nie naar de mens? Want als de een zegt: k ben van Paulus en een ander zegt: k ben van Apollos; zijt gij niet vleselijk? " 1 Corinthe 3 : 1—4

vleselijk en geestelijk

Paulus komt terug op waar hij aan het begin van zijn brief mee begonnen is: de onderlinge twist en tweedracht in de gemeente van Corinthe. Dat heeft hem geschokt omdat daaruit blijkt dat de prediking van Christus toch niet diep genoeg in de harten is doorgedrongen. Tweedracht en partijvorming duiden op een nog al te zeer onder invloed staan van de wereldse wijsheid en een nog niet voldoende doordrongen zijn van de wijsheid die uit God is en in de Gekruisigde aan het licht is getreden.

Hoe trof Paulus de Corinthiërs aan toen hij voor 't eerst tot hen kwam? Net als ieder die nog vreemd is aan de levende kennis van Christus: natuurlijke mensen die de Geest niet hebben. Of dat nu de godsdienstige Joden in Corinthe betreft of de heidenen t die afgoden dienen, beiden missen de Geest ' Gods. Natuurlijke mensen die de geestelijke waarheid niet verstaan. Immers, de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Ze zijn hem veeleer dwaasheid. Hij kan ze niet verstaan omdat ze geestelijk onderscheiden worden. Tot zulke mensen komt in Corinthe de dienaar van Christus met het Evangelie van de Gekruisigde. En ze begrijpen er niets van. Paulus begrijpt het niet-begrijpen, . Hij was zelf eertijds ook zo iemand. Met een zak vol godsdienst leeg van God. Menend Gode een dienst te bewijzen intussen God in Christus ten dode vervolgend. Daarom keek de apostel niet op zijn hoorders in Corinthe neer. Hij verachtte hen niet om hun onverstand. Hij wist door zelfkennis hoe hij ook zelf in onwetendheid had gewandeld. Noodzakelijk voor een dienaar van Christus: zelfkennis te hebben geleerd. Dat houdt ootmoedig en maakt oprecht in de omgang met 'zielen' aan herderlijke zorg toevertrouwd. Om niet mijlenver boven de gemeente te staan, maar met haar onder het oordelende Woord Gods mede te buigen. Paulus is in diepe eenvoud met zijn predib r m v i k d , king in Corinthe begonnen. Hij sprak tot - hen als 'vleselijken'. Niet met uitnemend-s. heid van woorden of van wijsheid. Hij voed-g de ze met 'melk'.

Let wel: melk. Dat is niet hetzelfde als b.v. verdunde melk of water met een wit kleurtje. Nee: melk. Het Evangelie is voor t een buitenstaander wat de inhoud betreft niet wat anders dan voor hen die er reeds kennis van hebben ontvangen. Ook voor hen die voor het eerst het Evangelie horen blijft de ergernis van het kruis niet gespaard. 'Melk' ziet op de eenvoud van het gepredikte, niet op de inhoud van de prediking. Melk is niet gelijk aan slappe kost. Voor een pasgeborene is het voedzaam genoeg. Een baby zet je nu eenmaal geen bord met aardappelen voor en je voert hem nog geen bruine boterham. Melk wil zeggen: het Evangelie in zijn meest eenvoudige vorm. Bedoeld voor de kinderen, de jonge kinderen in Christus.

Paulus liet de ingrijpende delen van de leer der godzaligheid nog rusten en concentreerde zich op het meest centrale van het Evangelie in zonde èn genade. Melk. Niet om daarmee te suggereren als zouden de nog niet genoemde delen van het W T oord net zo goed gemist kunnen worden, maar alleen omdat ze nog niets wisten van de blijde boodschap. Bij het begin beginnen: een verdoemelijk zondaar en een algenoegzame Christus. Dat die twee tot elkaar gebracht worden. Opdat het Licht van Christus de duisternis in de ogen van de zondaar verdrijve. Melk, de eerste klas, de eerste beginselen.

Welnu, Paulus mag ervan gewagen: dat Evangelie droeg vrucht in uw midden. Natuurlijke mensen die de Geest Gods niet hebben, hebben de Geest van God ontvangen zodat ze weten wat hen van God geschonken is. Ze kwamen tot het geloof in Christus. Zonde werd zonde en schuld werd tot schuld en Christus werd hun de kracht Gods en de wijsheid Gods. Ze zijn geworden 'jonge kinderen in Christus'.

We moeten daar vooral niet overheen lezen, over de woorden 'in Christus'. O nee, ze waren niet terstond los van alle heidense bindingen en afgodische banden.

Wat lopen de dingen soms lang, soms een levenlang door elkaar heen. Een oprecht christen heeft soms zoveel te stellen met de 'heiden' die hij van nature is. Toch vond er een onbegrijpelijk wonder plaats in die heidense stad Corinthe. Mensen kwamen terecht onder de heerschappij en de genade van Christus. Ze hadden het persoonlijk leren ervaren welk een macht de levende Christus (immers: de Kracht Gods) bezit om te verlossen en de zonde weg te nemen. Ze waren 'geestelijke' mensen geworden, mensen onder de beheersing van Christus en de Geest. Ze waren Christus ingeplant en hadden het leven gevonden in Zijn Naam. Veel was nog niet aan de maat, maar de wortel der zaak werd in hen gevonden. Hetgeen een mens naar recht de Christennaam doet dragen, was er. Ze waren in Christus.

En hoe is het nu verder met hen gegaan? En dan komen we tot wat Paulus hier aan de orde wil stellen in deze eerste hoofdstukken. Ze zijn stil blijven staan. Het is of er stagnatie is opgetreden in de geestelijke groei. Partijzucht is daarvan zowel symptoom als mede oorzaak. Paulus typeert ze juist daarom als 'vieselijken'. Nu is het opmerkelijk dat hij daarvoor in het Grieks twee verschillende woorden gebruikt. In de vertaling in onze taal is dat niet erg goed tot uitdrukking te brengen. En in vers 1 èn in vers 3 staat beide keren 'vleselijk', terwijl de oorspronkelijke taal verschillende woorden hanteert. In vers 1: ik kon tot u niet spreken als tot geestelijken maar als tot vleselijken, als tot jonge kinderen in Christus. En in vers 3: want gij zijt nog vleselijk.

Exegetisch valt er veel voor te zeggen in vers 1 bij 'vleselijk' te denken aan de situatie waarin de apostel de Corinthiërs aantrof toen hij hen voor het eerst het Evangelie verkondigde. Hij noemt hen 'sarkinoi', mensen van vlees. Aanduiding van hun bestaan, Mensen die de Geest niet hebben ontvangen en daarom enkel vlees zijn. Naar hun diepste wezen zijn ze 'vlees'. Daarin ligt mede aangeduid hun zondige natuur, hun boze bestaan. Natuur-lijke mensen, onwedergeboren, nog vreemd aan het werk van de Geest Gods.

In vers 3 ligt het toch anders. Nu hebben ze intussen wèl de Geest van God ontvangen, hebben weet van een geestelijke verandering, zijn 'in Christus' (jonge kinderen in Christus). Maar tot zijn verdriet moet de apostel constateren dat ze 'nog vleselijk' zijn. Wèl de Geest ontvangen en toch nog vleselijk. De apostel gebruikt hier een ander woord: ze zijn nog 'sarkikoi'. Dat wil zoveel zeggen als: ze laten zich al te veel overheersen door het vlees. Al zijn ze dan geen natuurlijke mensen meer die de Geest niet hebben, ze zijn toch te weinig onderscheiden van mensen 'die puur vleselijk' zijn.

Zijt ge niet vleselijk en wandelt ge niet naar de mens? , zo roept Paulus uit. Ook al hebt u de Geest ontvangen, u wandelt en leeft als een natuurlijk mens.

Tussen 'vleselijk' en 'vleselijk' zit dus verschil. Het vleselijk zijn van de onveranderde, onwedergeboren mens is wat anders dan het vleselijk gedrag van de gelovige die in Christus is.

gevolgen prediking

Dat alles heeft gevolgen voor de prediking. De apostel geeft dat zelf aan: ik kon

tot u niet spreken als tot geestelijken, maar als tot vieselijken, als tot jonge kinderen in Christus. Ik heb u met melk gevoed en niet met vaste spijs; want gij vermocht toen nog niet. Ja, gij vermoogt ook nu nog niet. Want gij zijt nog vleselijk; want dewijl onder u nijd is en twist en tweedracht, zijt gij niet vleselijk en wandelt gij niet naar de mens?

Paulus onderscheidt in Corinthe 'natuurlijke' mensen die de Geest niet hebben. Ze achten de prediking dwaasheid. Verder onderscheidt hij 'geestelijke' mensen, zij die door de inwerking en inwoning van de Geest om zo te zeggen 'vatbaar' zijn geworden voor de wijsheid van het Evangelie en dat als een kracht Gods in hun leven hebben leren kennen. Maar nu lezen we hier dat deze geestelijke mensen toch weer niet altijd als zodanig kunnen worden aangesproken in de prediking. Ze zijn toch weer 'sarkikoi'. vleselijk en daardoor slechts 'jonge kinderen in Christus'.

Al eerder lazen we dat de apostel stelt dat zijn prediking als wijsheid wordt verstaan onder de 'volmaakten' (2, 6). De 'geestelijken' dienen 'volmaakten' te zijn. Dat bedoelt hij ook: wij spreken wijsheid onder de 'volmaakten', letterlijk: bij hen die daarvoor rijp zijn. Maar anderzijds constateren we dat hij op zijn beurt ook weer de 'jonge kinderen in Christus' niet verwaarloost. Melk heb ik moeten geven, vast voedsel kon u niet verdragen. Ook al is het laatste gevolg van ongeestelijk leven, hij let er wel op als hij het Evangelie verkondigt. We kunnen hier van leren, dunkt me. „Tussen deze variaties in de gemeente beweegt zich de prediking. En zij moet met deze verscheidenheid grotelijks rekening houden en deze doelbewust dienen... Tot deze geestelijke dienst is affiniteit nodig tussen de prediker en de Heilige Geest. Hier klemt de noodzaak, dat de prediker zelf een geestelijk mens zij, die anderen moet kunnen leiden" (Prof. Kremer in: Priesterlijke prediking, pag. 16).

Prediking dient geestelijke leiding te geven aan en in het midden van de gemeente Gods. Leiding wil ook zeggen: ermaning, bestraffing. Paulus spaart de gemeente niet, al behandelt hij haar broederlijk (vs 1: roeders). Hij ontdekt de gemeente aan haar beheerst worden door vleselijke gedachten: ant als de een zegt: k ben van Paulus en een ander: k ben van Apollos, zijt gij niet vleselijk? Nijd, twist, tweedracht, jalouzie zijn werken van het vlees. Ze vinden hun grond in de mens, zoeken ook steun bij de mens. Paulus tot je hoofdpersoon uitroepen of Apollos, is miskenning van Christus die alleen Hoofd is der gemeente. En we zien dat deze jammerlijke verdeeldheid tot geestelijke armoede leidt. Waar de mens er tussen komt, raakt de groei gestuit. Daar is terugval in het vlees. Jeremia noemde het: lees tot je arm stellen. Menselijk betrouwen in plaats van Godsvertrouwen. Mensen worden door God gebruikt in de Evangeliedienst. Maar ze moeten er vervolgens tussen uit, tussen God en ons leven. De bruidswerver heeft een belangrijke taak, maar de Bruid trouwt niet met hem. Ze kan alleen gelukkig zijn met de Bruidegom. Daarom is alle partijzucht en groepsvorming rond personen uit den boze, want van dè Boze afkomstig. Het gaat om Christus, om Christus alleen. De Geest ontvangen hebben, is leven onder het regiem van Christus. En niet meer onder dat van een mens, wie dan ook. De mens valt weg, Christus blijft over. Dat is geestelijke groei. Dat doet de jonge kinderen in Christus opgroeien 'tot een volkomen män, tot de mate van de grootte der volheid van Christus opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind der leer... maar... alleszins zouden opwassen in Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus' (Ef. 4 : 13-15).

C.a.d.IJ.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1988

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

Verdeeldheid houdt arm

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1988

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's