Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenrubriek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenrubriek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevr. O. te K. vraagt hoe een ziel het beleeft of ervaart als hij „Adam voor God" wordt, of, zoals wel gezegd wordt: teruggebracht wordt in het paradijs?

Antw. De zaak waar het hierover gaat is vrucht van het ontdekkend werk van de H. Geest. De H. Geest overtuigt van zonde, zegt de Heere Jezus. Hij overtuigt de Zijnen niet alleen van het feit, dat ze zonden gedaan hebben en zonden doen, maar ook, op Gods tijd, van het feit dat ze zondaar zijn, d.w.z. nooit meer enig goed kunnen doen en slechts van zichzelf uit, zonden kunnen voortbrengen.

Dit werk geschiedt uit het Woord van God en wordt door het geloof aanvaard. De Heere leert uit Zijn Woord verstaan en aanvaarden, dat Hij ons goed en naar Zijn beeld geschapen heeft als de kroon op Zijn Schepping. Maar ook hoe we nu geworden zijn door de zonde. Dat we door onze val in Adam totaal verdorven zijn en onbekwaam tot eeuwig goed en geneigd tot alle kwaad.

Dit onderwijs brengt diepe verootmoediging voor God rnet zich mee en smart over onze zondige aard. Maar hoe smartelijk ook, het is toch profijtelijk onderwijs, omdat de Heere door die weg de noodzakelijkheid en dierbaarheid van Christus leert kennen. Het is heilzaam onderwijs om te leren wanhopen aan alles wat van onszelf is, omdat we altijd proberen iets mee te brengen voor God. Maar ook om de waarheid van Gods Woord te leren kennen dat in Christus een volheid van zaligheid is en dat Hij Zijn Kerk gegeven is tot wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing (1 Kor. 1:30).

Dhr. B. te M. stelt de volgende vraag: Comrie stelt dat er geen voorbereidende zaken zijn vóór de wedergeboorte. Maar wel, dat het Gods gewone weg is de wet te gebruiken om de Zijnen bij zichzelf rampzalig te maken. Volgt daar dan niet uit voort, dat deze werking van de wet toch weer als een noodzakelijke voorwaarde gesteld wordt? Tevens vraagt hij: kan men deze werking gelijkstellen met de kennis der ellende, waarvan Zondag 1 van de H.C. spreekt? En waar is de wedergeboorte heilsordelijk t.o.v. het geloof te plaatsen?

Antw. Om een juist zicht op de hier aangeroerde zaken te krijgen is het goed met de laatste vraag te beginnen. Wie Comrie goed leest, weet dat hij het geloof bij de wedergeboorte laat beginnen. Ik meen dat het juist is. Onder wedergeboorte dienen we dan te verstaan, wat de D.L. hfdst III en IV, art. 12 daaronder verstaan: die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schriften gesproken wordt, dewelke God Zonder ons in ons werkt Dit art. eindigt aldus: waarom ook terecht gezegd wordt, dat de mens, door de genade, die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert. Ook Calvijn zegt in Zijn verklaring van Joh. 1:13 „Hieruit volgt ten eerste, dat het geloof niet uit ons spruit, maar een vrucht is der geestelijke wedergeboorte. Want de evangelist zegt, dat niemand kan geloven, dan die uit God geboren is.... Op deze wijze vloeit het geloof uit de wedergeboorte voort als een fontein".

Dat geloof is werkzaam met het Woord van God waarop het Zich richt, door de H. Geest. En dan is het Gods gewone weg om eerst door het geloof te doen aanvaarden-wie we zijn voor God, wat we hebben misdreven: tegen een heilig en goeddoend God gezondigd. Het geloofsoog wordt gericht naar boven, dus leren we uit het Woord van God. Wie de Heere is en 't wordt 't gericht naar binnen. Dan zien we ook wie wij daartegenover zijn. Dat leert de Heere gelijktijdig. Daarvoor gebruikt Hij Zijn wet, d.w.z. Zijn Woord in haar veroordelende, verootmoedigende en vernederende kracht. Denk hier b.v. aan Paulus op weg naar Damaskus: „Saul, Saul, wat vervolgt gij Mij? Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt". Daar werden hem zijn zonden aangewezen en ontving hij het geloof dit tot zijn veroordeling te aanvaarden.

Dit is inderdaad de kennis der ellende, die in 't eerste deel van de H.C. genoemd wordt. Overigens is het daarbij ook bij Paulus niet gebleven. Rom. 7 getuigt van een dieper gewortelde ellendekennis.

Maar het genadewerk van de Heere in de Zijnen gaat daar uiteraard niet in op. Er zijn meer stukken, dan alleen de kennis der ellende) n.l. die van de verlossing en de dankbaarheid. Op Gods tijd zal die kennis, die ook geloofskennis is, uit en door Gods Woord door de toepassing van de H. Geest verkregen worden van de verlossing, die in Christus, is en zal de dankbaarheid er onafscheidelijk mee verbonden zijn.

Dit genadewerk van God komt niet alleen openbaar in het geloven n.l. van Gods Woord, van de beloften van het Evangelie, in Christus. Die er de inhoud van is enz. maar ook in een levensvernieuwing. De mens die door déze genade gelooft, gaat zich ook bekeren. En deze bestaat vlgs Zo. 33 in een afsterven van de oude mens en een opstanding van de nieuwe 'mens. Dit proces heet ook wedergeboorte, maar wordt genoemd: wedergeboorte in ruimere zin. Die kan er dus niet zijn zonder geloof Zo is er dus geboorte, wording en wasdom van één geheel. De ware verootmoediging en verbreking van het hart is dus niet zonder, meer een noodzakelijke voorwaarde vóór de bekering, zoals bedoeld in Zo. 33, maar de weg waarlangs het werk van God, dat vrij en soeverein, maar ook onwederstandelijk is, - zich voltrekt in de harten van zondaren, die Christus Zich tot Zijn eigendom maakt.

VI.

H.P.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1983

De Saambinder | 8 Pagina's

Vragenrubriek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1983

De Saambinder | 8 Pagina's