Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een boek over het aanbod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een boek over het aanbod

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Het aanbod van genade is een veelbesproken onderwerp, zo begint Van Es zijn boek. Dat hij een dik boek (704 blz.) over ditzelfde onderwerp heeft geschreven, moet wel een speciaal doel hebben. Over dat doel is Van Es in zijn inleiding duidelijk. Hij wil aantonen dat er rond 1760 een groep predikanten is geweest die op "bijzondere wijze een hernieuwde belangstelling toonde voor het ruim en onbekommerd preken van de vrijheid die er in Christus Jezus te vinden is ". Dezepredikanten vormden samen een stroming die de naam van Nieuw Licht kreeg.

Het aanbod van genade had altijd een plaats in de gereformeerde traditie. Ieder die de moeite neemt om oudvaders te lezen, kan weten, dat ze op een indringende wijze hebben aangedrongen achter de kudde, dat ze hun gemeenten ernstig hebben opgeroepen om te vluchten tot de genadefontein die God in Christus heeft geopend. Waarom nu juist een boek over dit onderwerp? De strijd over de inhoud van de prediking, die zo tussen 1750 en 1800 is gevoerd, vertoont sterke overeenkomsten met de discussies in onze dagen, vindt Van Es. De auteur heeft dus niet alleen een historische studie willen schrijven, maar vooral een heel actueel boek.

Bewogen woorden

Van Es wil met zijn boek aantonen dat de tweede helft van de achttiende eeuw een verandering in preekwijze te zien geeft. De preken worden minder leerstellig, de vormgeving is wat minder strak, er zijn minder geleerde betogen in te vinden. De hoorders worden directer aangesproken, in bewogen woorden opgeroepen tot bekering en hartelijk genodigd tot de zaligheid in Christus. De verandering in preekwijze sloot volgens Van Es aan bij de behoeften van kerkgangers. Zij wilden voedsel voor het hart. Dat vonden ze vooral bij Engelse predikers. Deze hadden een andere stijl van preken. Minder aandacht besteedden ze aan de verklaring van de tekst; vaak gingen ze snel over op de toepassing. Ze gaven, zo vat Van Es samen, meteen ruimhartig voedsel voor het hart. In Nederland ontstond op zijn beurt rond de Utrechtse hoogleraar G. Bonnet een kring van leerlingen die zich intensief bezighield met het vraagstuk van de prediking. Zij stonden een evangelieprediking voor waarin het aanbod van genade met grote ernst werd gebracht. Sterke nadruk legden zij op de gewilligheid van Christus om zondaren zalig te maken. Uit de preken van deze stroming heeft Van Es talloze treffende citaten gehaald en ze verzameld in zijn studie Nieuw Licht.

Van Es begint zijn boek met een schets van de Nederlandse kerkgeschiedenis van de achttiende eeuw. Het opkomende verlichtingsdenken kreeg scherpe reacties uit kerkelijke hoek. Zaken rond het geloof zijn door de rede immers niet te vatten. Ondertussen woekerde de strijd tussen Voetianen en Coccejanen nog een tijdje door. Volgens Van Es was het vooral de strijd tegen onrechtzinnigheid die zijn weerslag had op de prediking. "Het leek wel of men vaak niet durfde te preken zoals men wilde, omdat er dan snel een etiket van onrechtzinnigheid op hen geplakt zou worden. Daarom was het vaak het veiligst zich aan de geldende normen van uitleg te houden". Als reactie hierop, zo vervolgt Van Es, ontstond er behoefte aan een "levendiger Christusprediking".

Verzameling citaten

Het grootste deel van het boek bestaat uit een verzameling van citaten van predikanten die in de tweede helft van de achttiende eeuw preekten. Van Es begint met Comrie. Van hem lezen we een goede dertig bladzijden met citaten. Ook uit de geschriften van de predikant J.C. Appelius en de Utrechtse oefenaar Th. Avinck heeft de schrijver veel geput. Van Es ziet Th.A. Clarisse als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van een ruime evangelieverkondiging. Een kleine 80 bladzijden van Nieuw Licht zijn gevuld met citaten uit de geschriften van Clarisse. Van Es noemt het als een opmerkelijk feit dat een geestverwant van ds. R. Kok drie preken van Clarisse opnieuw uitgaf

Andere, meer of minder bekende namen die we in de studie van Van Es tegenkomen, zijn I. de Leeuw, P. Hofstede, J. Temminck, C. Brinkman (van de catechismusverklaring van Ferré en Brinkman) en J. Nupoort. Naast deze 'predikers van het Nieuwe Licht' vestigt Van Es de aandacht op een groep 'personen rondom het Nieuwe Licht'. Hij begint met de bekende Kralingse predikant Th. van der Groe en noemt verder onder anderen J.E. Voet (van de psalmberijming), R. Feith (de dichter van het lied 'Uren, dagen, maanden, jaren') en R Curtenius.

Gunnend

Het is natuurlijk ondoenlijk om van elke besproken auteur citaten op te nemen. Het zijn er talloze! Wat valt het op hoe gunnend deze predikanten van het Nieuwe Licht waren. Hoe hartelijk hebben zij de boodschap van het Evangelie gebracht, hoe hebben zij aangedrongen om te geloven, hoe hebben zij alles in het werk gesteld om bezwaren en tegenwerpingen te weerleggen. Om een indruk te geven heb ik voor deze bespreking het boek nog een paar keer op willekeurige plaatsen opengeslagen en genoteerd wat ik las. Dan krijgt u een beetje een beeld. We lezen dan eerst in Th. Avinck: "Maar nu, nu mag de machteloze moed grijpen, dat hij zal kunnen geloven, want het is God, Die het geloof werkt. Die dit krachtdadig en vrij machtig werkt en werken moet. En nu wordt deze genade ons aangeboden".

Uit de pen van Th.A. Clarisse vloeide de volgende vermaning: "Ja, het Evangelie geeft aan allen en een iegelijk, die onder die roepstem leeft, niet alleen volkomen recht en vrijheid, maar het beveelt zelfs in de Naam van God en onder voorstel van zowel de belofte des levens als van bedreiging der verzwaring van verdoemenis, indien men ongelovig blijft, dat men zich langs de weg van aangeboden verlossing met God zal inlaten".

In zijn verklaring op Romeinen 5-8 schrijft G. de Haas: "Zodanig is het Woord der zaligheid, hetgeen u door het Evangelie gepredikt wordt, dat het u, wie u ook wezen mag, wanneer u maar oren heeft om te horen, en een hart om op te merken, zeer gemakkelijk valt, niet alleen, om dat Woord te belijden voor de mensen, maar ook, om het voor uzelf door het geloof te omhelzen".

In zijn afscheidspreek van Middelburg - opnieuw een willekeurige bladzijde opgeslagen - sprak G.J. Nahuys: "Zou dan God roepen en het niet menen? Zou Hij u tot Zich nodigen, en, wanneer u kwam, tot u zeggen: Ik heb u niet bedoeld? Zou Hij u de vrede aankondigen, en, wanneer u die wilde aangrijpen, u verstoten? O nee, ver van daar! Die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Nu dan, wie is er, die in Gods gunst belang stelt? Die Zijn genade echt begeert? "

E. Kist tenslotte schrijft: "Wat moest ons dan sterker treffen, dan deze nodigende stem van de Heiland: Wendt u naar Mij toe, o gij alle einden der aarde, en wordt behouden. Wat kan de bedoeling van de Heiland met deze voorstelling zijn? Wat anders dan om ons te bewegen, om de hulp, die Hij ons aanbiedt, aan te nemen? "

Deze willekeurige voorbeelden kunnen ons genoeg overtuigen wat de inslag was van de prediking binnen de stroming van het Nieuwe Licht. Hoe gurmend. Hoewel Van Es geen predikant is, is het wel waar als hij in een voetnoot schrijft: 'Wat wordt een predikant toch gunnend als hij zijn hoorders als medezondaren ziet en zich niet geestelijk boven hen verheven voelt'. Wie zou niet elke zondag, tijdens elke preek begeren om te beleven medezondaar te zijn om als medezondaar, die zelf wel eens mocht drinken van het water des levens, dit zielenvoedsel aan te prijzen?

Ontdekkend licht

Van Es heeft vooral een studie willen schrijven over het aanbod van genade. Daarop heeft hij zijn citaten uitgezocht. Tegelijkertijd blijkt uit deze citaten dat predikanten uit de tweede helft van de achttiende eeuw - hoewel niet in dezelfde mate - oog hadden voor de noodzaak van een grondige kennis van de ellende en de verdorvenheid van het hart, omdat Christus anders niet benodigd wordt. Het lijkt er overigens op dat deze overtuiging langzamerhand wat zwakker wordt. Th. Avinck vraagt in de toepassing van een preek over de schenking van Christus in het Evangelie: "Hebt u deze gift in geloofseerbied aangenomen, gelovig omhelsd en u toegeëigend? Zo ja, dan moet u kennis hebben aan deze navolgende zaken. U moet bij ontdekkend licht van Gods Geest gezien hebben dat u aan Gods recht vervallen en de eeuwige vloek en toorn waardig bent. Ook, dat uw reden radeloze toestand, waarin u gevallen bent door de zonde, een schuldige, zondige en hulpeloze staat is, zodat u, indien er geen Borg in uw plaats tussentrad, voor eeuwig zou moeten omkomen. Heeft u dit niet gezien bij het licht van Gods Geest, dan hebt u ook nog nooit de noodzakelijkheid en dierbaarheid van Jezus' overgave gezien. Dan kent u uw belang in dezelfde nog niet". Van Es tekent in een voetnoot aan dat wat Avinck hier schrijft niet bedoeld is als voorwaarde. Daar zijn we het natuurlijk van harte mee eens. En toch wordt een prediking waarin deze zaken met deze ernst worden gezegd, in onze tijd wel eens voorwaardelijk genoemd... Over Appelius schrijft Van Es: Hij schrijft dat men meer moet preken dat God een rechtvaardig Rechter is, Die toornt over de zonden en ze straffen zal. Appelius denkt dat het gebrek aan dit onderdeel van de prediking de oorzaak is, waarom zo weinig mensen ondanks het algemeen aanbod onvatbaar blijven voor Christus. Het Evangelie is niet alleen een aanbod van genade, maar ook een verkondiging van schuld.

Onbevredigend gevoel

Het is een verdienste van Van Es dat hij een soort naslagwerk heeft geschreven over een tamelijk onbekende periode in de kerkgeschiedenis. Hij heeft de tweede helft van de achttiende eeuw, om zo te zeggen, ontsloten voor belangstellende lezers. Dat is zonder meer een prestatie, zeker voor iemand die theologie als een 'hobby' bedrijft. Het mooiste zou het geweest zijn als we hiermee de bespreking hadden kunnen afsluiten. Dat kan helaas niet. Hoeveel materiaal er ook is om te overdenken, toch blijf ik na het lezen van dit boek met een onbevredigend gevoel zitten. Daarover een volgende keer meer.

N.a.v. T. van Es, Nieuw licht; de strijd om en de prediking van het aanbod van genade in de periode 1750-1800; (Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2005); 704 blz; ISBN 90 6140 904 7; € 34, 90.

(wordt vervolgd)

Middelburg,

ds. J.M.D. de Heer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Een boek over het aanbod

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2005

De Saambinder | 16 Pagina's