Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes de Doper als wegbereider

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes de Doper als wegbereider

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Want deze is het, van denwelken geschreven staat: iet, Ik zende Mijnen engel voor Uw aangezicht, die uwen weg bereiden zal voor u heen". Matth. 11 : 10.

Wij mogen wel altijd uitroepen dat des Heeren wegen wonderlijk zijn. Dit geldt Zijn werken in de natuur, doch niet minder in de genade. Van des mensen kant is er geen weg meer om met God in een verzoende betrekking te komen. Er zijn door de val hindernissen gekomen die wij niet meer weg kunnen nemen. En voorwaar, had de Heere Zelf geen weg uitgedacht met behoud van Zijn deugden om Zijn volk te zaligen, er was geen hoop meer voor enig schepsel.

Wij mogen wel uitroepen met de apostel: "O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods". God Drieënig is werkzaam geweest in de stilte der eeuwigheid en die inblijvende werken naar buiten worden in de tijd geopenbaard. Juist daarin wordt ons getekend de geweldige worsteling tussen het vrouwen-en het slangenzaad.

De satan nam zijn voorbereidingen om dat werk te bestrijden, doch de Heere betoonde dat er een weg was, die door dit alles heen des te heerlijker zou openbaar worden.

Maleachi 3 : 1 leert ons dat er een Wegbereider zou komen. "Ziet, Ik zende Mijnen engel voor Mijn aangezicht die de weg bereiden zal". En toen Johannes gepredikt had en in de gevangenis was terecht gekomen, wees Christus in onze tekst op het werk des Vaders in het zenden van Johannes.

De engel of "bode" wordt hij genoemd, die als een heraut zou heen trekken om een rijke Christus te brengen. Hij zou gebruikt worden om de bruid tot Christus te prediken. Hij stond tussen de profeten en tussen de vervulling. Hij moest de hindernissen wegruimen die er waren om tot Christus te komen. Dit zou geschieden in de prediking. Daarom ook de onderscheiding in zijn preken. Wet en Evangelie was de inhoud. Zonder de prediking van de eerste Adam en de gemeenschap aan hem kan er nooit een zuivere prediking van Christus zijn.

Hoor hem uitroepen: "Gij adderengebroedsels", wijzend op het bestaan van de mens, willende de toorn ontvlieden. Doch als hij dan verwaardigd wordt om Christus te prediken, dan gaat hij zelf op de achtergrond en wijst Hem aan als de enige weg. Hij heeft vrucht op zijn bediening, want er zijn er die uitroepen: "Het was omtrent de tiende ure", terwijl er velen, met afkeer vervuld, zich van zulk een prediking afkeerden.

Zulk een prediking heeft bij tijden bij Gods ware knechten de overhand. Ik zeg bij tijden, want er is niets zo moeilijk om onszelf in de prediking te verliezen. Er is dikwijls ook uit de hoorders een pogen om alles om de prediker te concentreren. Dit is èn schadelijk voor de prediker èn voor de gemeente, daar de Heere jaloers is op Zijn eer en des Heeren volk dan pas de rijkdom van de prediking verstaat als deze in hen gepredikt wordt. Dan wordt het voor Gods knechten wel eens een bron die zich uitstort op de velden. Neen, nooit zullen zij kunnen zeggen wat er in Christus ligt. Hier kennen zij ten dele, doch wat zij er van leren kennen is al zo groot, dat het alles wat van de aarde is verre overtreft. In die prediking wijst hij op de zonde. "Ziet het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt".

De zonde wijst hij dus aan, die ook de oorzaak van alle ellende is. Daarom was het noodzakelijk dat Christus kwam, en dat was juist de prediking die insloeg in het hart van dat volk, dat met het pak der zonde beladen onder de prediking kwam.

Niet dat het enkel belijden was dat ze zondig waren, neen, dat doen zeer velen, die echter nooit een verademing krijgen of zichzelf met Jezus helpen. Dat kan het ware volk niet. Wanneer de Heere de prediking zegent, dan leert de mens kennen wie hij is, hoe hij leeft, en waar het op aankomt. De zonde baart hem bittere smart, ziende tegen wie hij die bedreven heeft. Uit liefdesbe- trekkingen laat zulkeen de zonde, omdat God het waardig is, en toch, hij kent niets van de enige weg tot zaligheid.

De scheiding wordt groter naar mate de Heere zich doet kennen in Zijn deugden, en de wet op hun ziel weegt. Van de dadelijke zonde reformeert dat volk, doch als de wortel blootgelegd wordt, dan helpt er geen tekst meer. Neen, als de Heere de prediking zo zegent, dat de zondaar in zijn naaktheid gezet wordt en verwaardigd wordt het recht toe te vallen en de Heere hem de enige weg ter zaligheid ontsluit, dan leert de ziel onderscheid kennen tussen Johannes en Christus.

Zo bereidt de Heere nu de weg voor Zijn volk. Het is: "Hij moet wassen en ik minder worden". Misschien zullen er vragen, is er nu geen onderscheid in die bereiding of toeleidende wegen. Dat is er zeker, er zijn onder Gods volk Johannessen en Paulussen, doch de bereiding van die weg gaat (hoewel wij de maat niet bepalen kunnen) langs dezelfde lijn. Gods Geest zal Christus in al Zijn weldaden doen deelachtig worden en maakt plaats voor Hem.

Menigmaal roept dat volk, dat zij de weg niet meer weten en hoeveel werken zij om zelf de weg te bereiden. Neen, dat doet de Heere. Hij is het, Die door de vlakke velden rijdt. Dan wordt er een weg bewandeld als die van de discipelen, door bezaaid en onbezaaid land, een zoeken naar die weg om met bewustheid die weg te kennen. Want al hebben zij die weg gezien, daarmede is die weg nog geen eigendom. Die weg is door de zee. Christus moest ook door de dood heen tot de heerlijkheid en dat is ook de weg van het volk. Sterven om te leven is de gang die de Heere leert. De sterfdag vervult met verschrikking en dat geldt ook geestelijk. Daar waar het sterven is daar wordt die weg hun ten eigendom en kunnen zij zeggen: "Onze Koning is van Israels God gegeven". Nu volgt er een bewust wandelen op die weg in het vooruitzicht: Beërft dat Koninkrijk, dat u bereid is van voor de grondlegging der wereld. Zalig, die weg te benodigen. Dan zijn het ongelukkige wandelaars in zichzelf, doch zij ontvangen alle kracht en hulp van Hem.

Mijn onbekeerden, ziet u niet dat ge vreemd zijt van zulk een weg en nooit de prediking verstaan hebt? Dat het de Heere behage u te leren die weg, waarop de dwaze niet zal dwalen, en dat des Heeren volk hun leven op die weg moge vinden, om als een rank uit de wijnstok alzo uit Hem bediend te worden, en door het geloof Hem aan te nemen, opdat de grond niet gevonden wordt in de werken der wet.

Wijlen ds. F.J. Dieleman.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

Johannes de Doper als wegbereider

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's