Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN WEDERDOPERSE WAAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN WEDERDOPERSE WAAN

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN WEDERDO , , En hierin verwerpen wij de Wederdopers en andere oproerige mensen, en in het algemeen alle degenen, die overheden en magistraten verwerpen en de justitie omstoten willen, invoerende de gemeenschap der goederen en verwarrende de eerbaarheid, die God onder de mensen gesteld heeft." Deze woorden vormen het slot van artikel 36 der Geloofsbelijdenis. Een verklaring van deze Confessio Belgica schrijft over ons citaat: , , De trekken zijn hier duidelijk ontleend aan het Munstese avontuur en het woelen van revolutionaire Anabaptisten. Al mag nimmer vergeten worden, dat vele Dopersen van dit revolutionaire drijven volstrekt afkerig waren, zo blijft het goddeloze optreden van vele Dwepers een schandvlek, die de zaak der Reformatie onnoemelijk veel kwaad gedaan heeft. En de Reformatoren waren steeds weer genoodzaakt elke gemeenschap met deze goddeloze beweging te logenstraffen. Ook in het slot PERSE WAAN van dit artikel zit een stuk zelfverdediging."

Wat wordt er bedoeld met het Munsterse avontuur en waarom stellen de Reformatoren er zo'n prijs op niet met de Wederdopers op één lijn gesteld te worden? Ik zal proberen het verhaal hiervan over te vertellen.

Op 5 januari 1534 kwamen twee Nederlanders de stad Münster binnen, nl. Bartholomeüs Boekebinder en Willem de Cuiper. Zij doopten onmiddellijk ds. Rothmann en andere lutherse predikanten, hoewel deze in hun jonkheid gedoopt waren. Rothmann had met succes van 1530 af het evangelie in Münster gepredikt. In de zomer van 1532 hadden de 6 stadskerken evangelische dominees. Rothman wilde meer. Hij werd Wederdoper en wilde Münster tot een stad van de Dopersen maken. Nu hij zelf herdoopt was begon hij de hele stad te herdopen. Binnen 8 dagen waren er 1400 wederge

doopten. Het was een spelen met vuur. In 1529 was op de rijksdag van Speyer op de wederdoop de doodstraf gezet. Duizenden doopsgezinden waren in enkele jaren verbrand, verdronken of onthoofd. Herdoop was revolutie. De overheid kwam in het geweer. Al op 15 januari 1534 verbande de gemeenteraad leidende Dopers uit de stad. Maar de talrijke wederdopers brachten hen door een andere poort weer terug. De raad had geen macht meer. Daar was echter ook nog een bisschop, die wel buiten de stad woonde, maar toch ten aanval trok. Frans van Waldeck verklaarde bij besluit de wederdopers vogelvrij, tenminste die uit Münster. Ze waren nu in de stad wel veilig, want daar had de bisschop niets te vertellen. Maar in het land rondom Münster waren ze niet veilig. Zo lag er rondom de stad een gordel van verzet tegen de doperse beweging. De Dopers in Münster, vrezende dat er ook een militaire aanval zou volgen, gingen zich bewapenen. Op 28 januari verschenen ze bewapend op straat. Wat wilden ze? Vreesden zij een directe aanval van de bisschop; wilden ze de regering omzetten in de stad; wilden ze de goddelozen uitroeien? In elk geval: zij waren tot strijd bereid. De raad voelde zich machteloos. Op 9 februari kwamen er volksgevechten. De Doopsgezinden probeerden de stad te bemachtigen, maar de protestantse en roomse burgers namen dit niet. De laatsten waren sterker. Ze namen wel 30 man gevangen, w.o. Knipperdolling. Van buiten de stad kwamen gewapende boeren helpen. Maar de dopersen werden niet verjaagd. Een burgemeester, die heimelijk hen genegen was, bracht een verdrag tot stand met vrijheid voor beide partijen. Sommige hervormden werden bang en verlieten wijselijk de stad. Daarvoor in de plaats kwamen vele wederdopers uit Duitsland en Nederland. In getal en wilskracht kreeg Rothmann c.s. nu de meerderheid. Men schreef raadsverkiezingen uit en de wederdopers haalden de meerderheid. Nauwelijks was de uitslag bekend of de menigte ging kloosters en kerken plunderen en verwoesten. De raad heeft echter niet veel geregeerd. Hoewel hij bleef bestaan, voerde Jan Matthijs, bakker van beroep, het bewind. In februari was hij uit Holland gekomen en als man van geweld, die zich tegelijk profeet voelde, nam hij de leidende rol op zich. Ook Rothmann had weinig te vertellen. Matthijs wekte zijn hoorders op alle nietwederdopers te doden. Zij konden in Münster alleen rein leven als die goddeloze luthersen en roomsen gedood waren. Knipperdolling, een burgemeester, man van invloed, bepleitte liever de uitdrijving. De vorsten aller volken zouden tot wraak tegen Münster optrekken als de niet-wederdopers allen gedood werden. Matthijs stemde toe. Eind februari werden door sneeuw en regen heen alle nietdopers uitgedreven. Een uitgedrevene vertelde: „Allen, die van hun goddeloze secte niets wilden weten, de burgers, die door eer en waardigheid uitstaken, rijke en aanzienlijke burgers van beiderlei geslacht, werden van hun erfelijk bezit, van alle goederen, ja van hun kleding, geld, ja zelfs aan de poorten nog op jammerlijke wijze van hun reiskost beroofd en de poort uitgejaagd."

De uitdrijving dreef de bisschop er toe de stad sneller militair in te sluiten. Op 28 februari begonnen de soldaten van de bisschop wallen rondom de stad op te werpen en Münster van de buitenwereld af te sluiten. De Dopersen begonnen met man, vrouw en kind de stad in staat van verdediging te brengen en de schietkunst te leren. Zij deden vaak vermetele uitvallen en daardoor sneuvelde op Paaszondag 1534 (5 april) Jan Matthijs, de profeet. Zijn inwerking was kort, maar diep. Hij voerde het communisme in, tenminste zo, dat de verlaten huizen niet geplunderd mochten worden, maar de voorraden opgeslagen. Voorlopig behielden de inwoners het hunne. Enkele dagen later echter moesten zij hun geld inleveren op het raadhuis. Voorts werd bij ieder de voorraad levensmiddelen opgenomen. Alles werd voor gemeenschappelijk bezit verklaard. Wel mocht ieder nog voor het zijne zorgen en er van eten. Echter konden de diakenen er zoveel afnemen als zij wilden om het uit te delen. Huizen en grond werden ook gemeenschappelijk verklaard, maar ieder bleef, waar hij was. De stad had het eigendom, de burgers het gebruik. Maar dag en nacht moesten de deuren open staan, want alles was van ieder.

De jonge 25-jarige Jan Beukelsz. uit Leiden nam de plaats van Jan Matthijs in. De raad moest weg, zei hij. Dat was mensenwerk. God moest een nieuwe raad benoemen. Jan B. was de mond Gods en hij benoemde 12 mannen, die over allen alles te zeggen kregen. Maar Jan van Leiden had de eindbeslissing. Nieuwe wetten kwamen. Bijna ieder moest soldaat zijn. Slechts enkelen kregen opdracht een vak uit te oefenen. Zij waren knechten van de stad en kregen geen geld. De arbeid was dus gesocialiseerd en het geld weggedaan. Dat was de goederengemeenschap van de wederdopers in Münster. De ambachtsmannen werkten gratis voor ieder. Later werden ook iemands kleren gemeenschappelijk eigendom. Het huisgezin bleef echter bijeen. In Bohemen was een gemeenschap van dopers, die veel verder gingen. Daar waren goederen en kinderen gemeenschappelijk. In Münster bleef het huwelijk (ook in Bohemen) ten volle bestaan, maar in juli 1534 voerde men de veelwijverij in en dat gedwongen. De bevolking kwam er tegen op. De smid Mollenheche verzette zich met 200 man tegen de polygamie. Doch deze strijders voor rede en recht werden gedood. De veelwijverij mocht er nu komen. Ieder meisje in Münster kreeg bevel om te trouwen. In februari waren vrouwen in de stad gebleven, waarvan de mannen gevlucht waren. Zij moesten opnieuw trouwen. De mannen gingen op de vrouwenjacht, de een wilde er al meer hebben dan de ander. Het werd zo schandalig, dat het verboden werd met zes man op één huis af te trekken. Ieder moest apart. Menigmaal stuurde een man z'n wettige vrouw er op uit. Vooral voor de getrouwde vrouwen boven genoemd was het verschrikkelijk. Van één is bekend, dat zij in de stadsgracht sprong. Eindresultaat: een man 2 of 3 vrouwen, Jan Beukelsz. 16. Een vrouw mocht een bepaalde man weigeren, doch moest in elk geval trouwen. Droeve toestanden in elk huis, veel twist. De wettige vrouw opstandig. Gaf zij daar al te duidelijk uiting aan, dan kwam 't zwaard. Toch kon men deze wetten niet handhaven. Men moest scheiding toestaan, maar wat dan? Al te jonge meisjes vroegen scheiding aan. De ongetrouwden mochten nu een huisgezin zoeken, waar de man een soort beschermheer voor haar was.

Dat waren de vrouwenzaken vol ellende. De mannen moesten vechten. Een stormaanval werd 25 mei glansrijk afgeslagen. De soldaten van de bisschop waren slecht en dronken. De wederdopers vol toewijding en met een ijzeren discipline. Jan Beukelsz. een moedig en strategisch begaafd aanvoerder. Op 31 aug. grote aanval op zes torens tegelijk. Na vertwijfelde verdediging met kogels, stenen, vuur en heet water afgeslagen.

In september 1534 laat Jan Beukelsz. zich tot koning uitroepen. Hij noemde zich koning der wereld. Zo was dit onechte kind, kleermaker en herbergier van beroep, aardig hoog geklommen. Alles zelfverheerlijking. En toch een dapper en bekwaam man in het kwaad. Münster telde rondom de 10.000 inwoners, dus een 4000 mannen, die voor soldaat mee konden doen, hoogstens. Daarmee heeft koning Jan het 16 maanden tegen de bisschop uitgehouden.

Als Knipperdolling zegt: ik moet koning zijn, wimpelt Jan Beukelsz. dat op zachte wijze af. Als wijlen Hitier hield hij ook van grote samenkomsten. Op 13 oktober laat hij alle burgers reisvaardig op het Domplein komen. Ze zouden uit Münster naar het beloofde land trekken. Heel de stad kwam. Jan droeg een gouden kroon, koningin Dieuwertje met de andere 15 was er ook en er was een tournooi, prachtig. Aan het eind zei de koning: de uittocht gaat niet door. Ik wou alleen w r eten of u de hemelse Vader gehoorzaamt. Hij bedoelde: mij gehoorzaamt. Daarna liet hij ze allemaal onthalen. Samen houden koning en volk een maaltijd. Heel vriendelijk spreekt de koning met iedereen, ze zingen psalmen en vieren ten besluite het H. Avondmaal. De koning deelt brood en

wijn uit. Nog meer. Die dag verklaart hij zich als koning afgezet door God. Maar de profeet Dusenschur kroont hem weer en nu is het ieder duidelijk, dat zijn koningschap wettig is. Op die dag heeft het volk koning Jan liefgekregen, zegt men. Ze hebben echter ook voor hem leren beven. Plotseling sloeg hij een soldaat het hoofd af. Een mens dus, die erg aardig kon zijn, maar ook geladen met een duivelse hartstocht, met vreselijke afgronden in zijn binnenste. Von Ranke schreef: „Onder alle verschijnselen van een zo verschrikkelijke verdwazing stuit deze vermenging van vroomheid, genotzucht en bloeddorst het meest tegen de borst."

Koning Jan zendt predikers uit om buiten Münster hulp te zoeken. Op één na allen gedood. Geschriften van Rothmann bereikten Holland en Friesland. Bewapende troepen Dopers trokken op naar Münster. Vernietigd, soms na zware strijd. Toen kwam de honger in Münster. Eind 1534 voorraad minder, toevoer moeilijker. De koning geeft feesten. Helpt niet. Vrouwen en kinderen gaan om brood schreien. De koning danst, de vrouwen huilen. Men eet paarden, katten, honden, ratten, muizen, oude schoenen, koeiehuiden, boomblad, mos en gras. De koning laat de kinderen uit de stad trekken met de vrouwen. Dat wordt een wrede oplossing. De vluchtelingen worden door de bisschoppelijken tegengehouden. Ze krijgen geen eten en zwerven rond tussen stad en verschansing. De soldaten misbruiken vrouwen. 28 mei mogen ze verder trekken, maar als wederdopers wordt een deel gedood. Verschrikkelijk. Dopersen trachten uit de stad te vluchten, maar dat kost menigeen het leven. De discipline is sterk, Jan vastbesloten. De stad valt nochtans op 24, 25 juni 1535 door verraad. Niet het grote leger van de bisschop en niet de honger, maar verraad bedwong de stad. Meubelmaker Gressbeck wees de poort aan de belegeraars, die het zwakst was, met nog iemand. Gressbeck schreef later het betrouwbaarste bericht over deze belegering. De overwinnaars oefenden vreselijke wraak. Tien dagen hebben ze gemoord en gedood, teugelloos. De rest is het hoofd afgeslagen. Rothmann op straat gedood. Koning Jan liet zich gevangen nemen, hoewel hij veel gesproken had van vechten tot de laatste man. Ook Knipperdolling en Krechting gevangen. Zij werden 7 maanden verhoord en gefolterd. Moedig hebben zij 7 maanden alles verdragen. Trots gaven zij heel korte antwoorden aan hun pijnigers. Zij bleven bij hun overtuiging. De koning niet. Hij kroop voor zijn vangers. Hij liet zijn overtuiging los, gaf anderen de schuld en wilde wel een goed woordje doen voor de kinderdoop. Een dag voor zijn sterven laat hij een priester toe, welke Knipperdolling weigerde. Tot hem zei Beukelsz.: Al werd ik tienmaal gedood, dan heb ik dat verdiend. Het is moeilijk om in de waarheid van zijn berouw te geloven. Men zou eer denken, dat hij nooit een overtuigde wederdoper is geweest, doch meer een man, die op macht belust is.

Maar arglistig is het hart, wie zal het kennen? Het ergste van alle erge dingen is de mens in zijn waan. We kunnen zo vechten voor waardeloze dingen. Jan Beukelsz. heeft dan gevochten om de kinderdoop van de aarde te verdrijven. Wat kan men daarmee winnen? Duizenden kinderen Gods hebben in de dagen der Reformatie voor de naam des Heeren geleefd of zijn er moedig voor gestorven. Zij waren zo goed als allen in hun kindsheid gedoopt. Zijn ze daar minder om, minder moedig? Was Luther niet moedig, Guido de Bres niet, Calvijn niet, waren zij niet vol van de Heilige Geest meer dan wie ook?

Op smartelijke wijze zijn Jan Beukelsz., Knipperdolling en Krechting op 22 jan. 1536 met gloeiende tangen ter dood gemarteld. Men zegt, dat men op deze wijze de duivel uit de misdadigers wilde verdrijven. Water en vuur waren daar buitengewoon geschikt voor. De wreedheid was dus tegen de duivel, niet tegen de mensen. De lijken zijn in drie kooien hoog aan een toren in Münster gehangen. De kooien hangen er nog als een herinnering aan deze geschiedenis van een massawaan. Men kan begrijpen, dat onze belijdenis dit afwijst dit en wat er nog bijkwam.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

EEN WEDERDOPERSE WAAN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's