Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONZE Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONZE Catechismus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(XXIII)

UIT ZONDAG 6: DE MIDDELAAR DES VERBONDS.

Wfl hebben de ontdekte zondaar uit de diepte der ellende horen roepen tot God om redding. Het is de natuur van het genadeleven, weer gesteld te mogen

worden in Gods gunst en gemeenschap. Die uit God geboren zijn kunnen het buiten God niet stellen.

Al heeft de onderwijzer gesproken van een mogelijkheid om tot dat onuitsprekelijke geluk te komen, zo is de mogelijkheid nog niet geopenbaard. Het woord van de Israëlitische jongedochter was bemoedigend voor Naaman, daar zij sprak van een mogelijkheid, dat hij van zijn melaatsheid ontledigd kon worden door de profeet van de God Israëls. Maar toen hij afdaalde in het water van de Jordaan, kwam hij pas in aanraking met het middel tot behoud van zijn leven.

In Zondag 6 wordt de Middelaar des Verbonds ons voorgesteld in Zijn graveerselen. En die door het geloof Hem mag leren kennen, zal van zijn geestelijke melaatsheid ontledigd worden om gesteld te worden in Gods zoete gunst en zalige gemeenschap.

De plaatsbekledende Middelaar moet aan de eis van Gods gerechtigheid voldoen, in dezelfde natuur als de mens had in de staat der rechtheid. Met hetzelfde vlees, dat gestreeld werd door te eten van de verboden boom, moet de straf van Gods gerechtigheid gedragen worden. Met het zelfde bloed, dat toen door onze aderen vloeide moet het handschrift der zonde, dat tegen ons is, uitgewist worden.

De zonde des mensen is rood als scharlaken en karmozijn, bloed rood, daar zij een Godsmoord is. Het zelfde leven, dat door de mens geleefd werd, voor hij de gemeenschap met God verbrak, moet geleefd worden door de Middelaar des Verbonds, om Zich als een offer des Verbonds te stellen in de plaats van de zondaar. De plaatsbekledende Borg moet waarachtig en rechtvaardig mens zijn. Het offer, dat gebreken had, was de Heere een walg. Hierom is het niet mogelijk, dat de zondaar met zijn verdorven natuur aan de eis van Gods gerechtigheid kan voldoen.

De plaatsbekledende Middelaar moet met Gods beeld versierd zijn en leven in gemeenschap met God, om de Godsverlatinf borgtochtelijk te kunnen dragen en doordragen. In de hel zullen de goddelozen de Godsverlating wel eeuwig dragen, maar niet als rechtvaardige mensen en daarom kunnen zij daarmede niet aan de eis van Gods gerechtigheid voldoen. De waarachtige en rechtvaardige Middelaar des Verbonds kon dat alleen borgtochtelijk dragen, daar niet de minste oorzaak van scheiding en verwijdering was tussen God en zijn ziel, omdat Hij versierd was met Gods beeld en leefde in gemeenschap met God.

De plaatsbekledende Middelaar moet als Profeet God kennen en de zonde in haar ontaardheid aan de kaak stellen. Als Priester moet Hij God dienen en verheerlijken van dag tot dag, met al de kracht, die in Hem is. Als Koning moet Hij het geweld der zonde, des satans en des ongeloofs buiten het rijk Zijns harten houden om heilig te leven.

De plaatsbekledende Middelaar moet Gods wet in Zijn hart of ingewanden dragen om haar volmaakt te onderhouden. Hij moet Zijn God altijd liefhebben boven alles en Zijn naaste als Zichzelf. Alleen door een volmaakte onderhouding van die wet kan Hij voor Zichzelf, als waarachtig mens en voor Zijn volk als borg het recht verwerven ten eeuwige leven.

De plaatsbekledende Middelaar moet staan op dezelfde plaats, waar de mens stond toen hij het verbond der werken verbrak. Hij moet dus staan op de voetbank van Gods heilige en aanbiddelijke voeten en dat is de aarde. De Borg moet dus in het verdienen van de zaligheid, naar Zijn menselijke natuur niet wandelen in de hemel of liggende in de hel, maar zijn op de aarde. Hier op deze wereld moet Hij de zaligheid verdienen en moeten wij de zaligheid deelachtig worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1947

Daniel | 8 Pagina's

ONZE Catechismus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1947

Daniel | 8 Pagina's