Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

wat vind je van „daniël”?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

wat vind je van „daniël”?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit wordt het laatste artikeltje, aan deze vraag besteed. Enkele brieven of stukken daaruit hebben we geciteerd. We moesten een keus maken en hebben ernaar gestreefd met enkele voorbeelden een juiste doorsnee te geven van de binnengekomen reakties. Een paar brieven, waarin het tot een meer gedetailleerde waardering van de verschillende rubrieken kwam, hebben we wegens het wat persoonlijke karakter ervan niet gepubliceerd, maar aan de redaktie van ons blad ter bespreking doorgezonden. Zo komt de inhoud ervan toch tot z'n recht. De briefschrijvers zullen hier zeker begrip voor hebben. Overigens, hartelijk dank voor deze bijdragen!

Geef ons blad door!

Onze conclusie is deze: de reakties van de oudere briefschrijvers zijn globaal genomen positief. Wel hier en daar een op-of aanmerking, maar toch blijkt dat de meesten de inhoud waardevol vinden. Hieruit maken we niet op dat er onder de ouderen weinig of geen kritiek is op ons blad. Dat zou al te simpel zijn. 't Is alleen jammer dat we van de ontevredenen zo weinig hebben gehoord. Misschien komt dat nog, wanneer deze rubriek wat langer bestaat. We hopen het, want dat maakt het gesprek beslist zinvoller.

Op een enkele uitzondering na vielen de antwoorden van de jongeren in twee groepen uiteen: aktuele onderwerpen enerzijds en vragen omtrent onze persoonlijke verhouding tot God anderzijds. Daarover straks meer, want ook hiermee is niet alles over de jeugd gezegd en van de jeugd gehoord. We hebben hen al eerder genoemd: de jongens en meisjes die geen enkele belangstelling hebben voor dit blad. Wat kunnen we hieraan doen? Met het schrijven in deze rubriek alléén komen we er niet. Od deze manier kunnen we hen eenvoudigweg niet bereiken. En juist wat dit betreft gaat het om de bijdrage van ons allemaal,

oud èn jong. Iedereen is geneigd vooral of uitsluitend contact te hebben met mensen, die je „liggen", die je aanspreken. We hebben er vaak zo weinig moeite voor over om in gesprek te komen met iemand, die wat op een afstand blijft of zich onverschillig voordoet. Er zit vaak een harde korst omheen, waar we doorheen moeten breken. Dat kan tijd kosten!

Maar het blijkt ook vaak de moeite waard te zijn, want dan ontdek je soms tot je grote verbazing welke mens daar in werkelijkheid achter schuil gaat.

Als we daar nu allemaal, ieder in zijn eigen omgeving, eens ons best voor doen, zouden dan niet veel mensen, ook jongeren, uit hun eenzaamheid en moeilijkheden loskomen? We kunnen het in ieder geval proberen. Praat met elkaar! Praat met elkaar ook eens over Daniël! Laat het aan anderen eens lezen! Volg het voorbeeld van die verpleegster, van wie jullie de vorige keer een brief gelezen hebben. Misschien doe je zulke ervaringen op, dat we daarop later nog eens kunnen terugkomen. We kunnen die „onbereikbare" jeugd wel met allerlei grootscheepse akties en „lokmiddelen" op de jeugdvereniging proberen te krijgen, maar wat je aanbiedt voldoet waarschijnlijk toch niet aan hun behoeften. De vraag is, wat zijn hun behoeften? Waarmee lopen ze, zijn ze bezig? Daar kom je alleen achter door een persoonlijk gesprek, niet met een heleboel praatjes-voor-de-vaak. Probeer het eens. Alleen door persoonlijk contact kun je de ander bereiken.

De buitenkant.

Nu we het toch over het vorige nummer hebben, jullie herinneren je waarschijnlijk ook nog wel die brief van dat andere meisje. Ze werkt in een boekhandel en schrijft dat haar collega's eigenlijk helemaal niet aan haar zien of merken dat ze „anders" is dan die meisjes. Aan de ene kant is ze hier trots op, maar aan de andere kant heeft ze hier toch ook niet helemaal vrede mee. Hoe komt dat? Moéten de mensen aan de buitenkant kunnen zien wie je bent? In alle voorzichtigheid gezegd: ja! In alle voorzichtigheid, want het gaat zeker niet alléén om de buitenkant. Maar aan de buitenkant is wel te zien hoe iemand innerlijk leeft, beter nog: wie iemand in feite is. Het verschil zit niet alleen aan de binnenkant, maar treedt ook naar buiten. Innerlijk en uiterlijk hebben dus wel degelijk met elkaar te maken. Alleen, het anders-zijn, moet je dat nu alleen zoeken in je uiterlijk, je kleding enz.? Zou het niet wat dieper liggen? Wie je bent wordt niet alleen duidelijk door de wijze waarop je je kleedt, maar het gaat er evenzeer om wat je doet en wat je zegt. Hoe leef je met je naaste? Hoe besteed je je tijd? Hoe doe je je werk? Durf je voor je mening uit te komen? Durf je alleen te staan, uit de toon te vallen, als dat nodig blijkt te zijn? Dat is de buitenkant. In al deze dingen komt het anders-zijn naar voren.

Aan de buitenkant kan daarom zeker te zien zijn wie je bent. Maar voor één ding moeten we oppassen. Laat het daarbij niet blijven! Laten we niet tevreden zijn met een keurige buitenkant, waar niets op valt aan te merken. Jullie kennen toch het voorbeeld van de witgepleisterde graven met van binnen dorre doodsbeenderen? De mensen kunnen we met een mooie buitenkant nog wel misleiden, maar de Heere ziet het hart aan.

De binnenkant.

„De Heere ziet het hart aan". Hoe we er ook uitzien, hoe mooi onze woorden ook kunnen zijn en wat we ook doen, de Heere ziet daar doorheen; Hij doorgrondt en kent ons hart. Die binnenkant is de kern van ons leven: onze persoonlijke verhouding tot God. We zijn nog jong, op een leeftijd waarop we allerlei belangrijke beslissingen moeten nemen: welke opleiding zal ik volgen? Welk beroep zal ik kiezen? Zal ik belijdenis doen en waar? Allemaal vragen waar je niet onderuit kunt. Je moet kiezen. Belangrijke beslissingen, want ze zijn meestal bepalend voor je verdere leven! Maar dat andere? Die binnenkant? Heb je daarvoor nog je hele leven de tijd? Of moet je daarin ook tot een keus komen, de keus om de Heere te zoeken? We dachten van wel. We dachten dat die keus alles te maken heeft met b.v. het belijdenis doen. De vragen, die ons dan gesteld worden, hebben daarop betrekking, daarmee hebben we voor de Heere en Zijn heilige Gemeente de keus gedaan. En dan? Spelen we het dan wel klaar met bijbellezen, kerkgang, gebed? Als je jezelf een klein beetje kent, weet je wel dat het daarmee alleen onmogelijk is. Het zijn niet onze prestaties, onze werken die het doen. Voor het nakomen van wat we hebben beloofd, voor het effectueren van onze keus, zelfs voor het kiezen elke dag opnieuw, hebben we nodig dat Gods Geest in ons werkt. Maar daarvoor geeft de Heere ons Zijn genademiddelen, om die met een biddend hart te gebruiken. Zó wil Hij ons Zijn Geest schenken. Wie God is en wie Hij wil zijn voor diegene die zo voor Hem leeft, daarvan spreekt Psalm 103 zo ontroerend schoon:

„Barmhartig en genadig is de Heere, lankmoedig en groot van goedertierenheid".

Jullie weten allemaal wel hoeveel een vader en moeder van hun kinderen houden. Als je later zelf kinderen mag krijgen, zul je dit nóg meer beseffen. En nu zegt de Heere in Psalm 103: „Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de Heere over degenen die Hem vrezen". En in Jesaja 66: „Als een, die zijn moeder troost, zo zal Ik U troosten".

„Maar dat kun je toch niet zomaar voor jezelf aannemen, als je dat leest", zal iemand zeggen. Nee, inderdaad. Dat kunnen we pas echt geloven, als de Heere met Zijn Geest in ons hart werkt. En hierover leven nogal eens vragen bij de jeugd. Dat blijkt op verenigingen, zomerkampen en in persoonlijke gesprekken. Hoe belééf je dat nu? Een vraag, die niet zo makkelijk te beantwoorden is, want hoe moeilijk zijn soms ervaringen en gevoelens onder woorden te brengen. Toch kan het goed zijn om het ook samen hierover eens te hebben. Brieven over deze meest persoonlijke kant van ons leven zien we graag tegemoet. En de jeugd vraagt hier ook naar. Dat is uit hun brieven wel gebleken: de persoonlijke vragen. We hopen dat we van oud en jong veel van zulke persoonlijke brieven zullen ontvangen. Dat kan in deze rubriek een fijn gesprek worden.

Binnen-èn buitenkant.

De andere vraag was die naar aktuele onderwerpen. Aan de ene kant roepen de persoonlijke vragen vanzelf ook andere vragen op, die eigenlijk hierop neerkomen: hoe behoor ik in deze tijd te leven? En aan de andere kant krijgen we hiermee ook alleen al door onze opvoeding te maken. Je merkt dat je van huisuit allerlei dingen niet gewend bent, die voor de meeste mensen de gewoonste zaak van de wereld zijn. Om een paar voorbeelden uit de brieven te noemen: reizen op zondag, T.V., sport op zondag, omgang tussen jongen en meisje enz. Je weet dikwijls dat bepaalde dingen niet mogen, maar daar blijft het in veel gevallen bij. Je voelt de behoefte over al deze vragen je eigen standpunt te vormen. Een militair is er niet klaar mee door te zeggen dat zijn ouders niet willen dat hij op zondag reist. Dan maakt hij zich gewoonweg belachelijk. En dat is in feite ook zo. Je komt op een leeftijd dat je zelf bewust achter je eigen handelingen en woorden staat. Je stijl en houding in het leven kun je niet klakkeloos overnemen van je ouders. Het gaat om je eigen standpunt, waarbij het belangrijk is dat je daarvoor ook durft uitkomen. Ook aan deze vragen hopen we aandacht te besteden.

G. & S. T. van Malkenhorst

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1968

Daniel | 17 Pagina's

wat vind je van „daniël”?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1968

Daniel | 17 Pagina's