Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meer dan 60.000 chemische stoffen bedreigen mens en milieu

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meer dan 60.000 chemische stoffen bedreigen mens en milieu

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ontwikkelingen staan niet stil. Nergens. Eén van de terreinen waar dit bijzonder sterk naar voren is gekomen betreft de chemische industrie. Sinds de tweede wereldoorlog zijn er duizenden chemische stoffen bijgekomen. Niet alle zijn even onschadelijk. Integendeel, de gevaren voor mens en milieu zijn mede toegenomen door de toename van het aantal en de hoeveelheden (nieuwe) stoffen. Het zal duidelijk zijn dat de belangen van de industrie en het milieu derhalve nogal eens botsen.

ORDENING

Om in dit geheel van belangentegenstellingen wat ordening te krijgen is de overheid dagelijks bezig met wetgeving op dit punt. De nieuwste loot aan de stam van milieuwetgeving is de wet milieugevaarlijke stoffen. In EEGverband is in 1979 een zogenaamde Europese richtlijn uitgevaardigd waarin de lidstaten wordt opgedragen regels te stellen „ter bescherming van mens en milieu tegen gevaarlijke stoffen en preparaten! Die regels heeft de Nederlandse regering neergelegd in de bovenvermelde wet.

Hoe heeft zij dat gedaan? In de eerste plaats heeft de regering gewoon gedaan waartoe ze verplicht was: bij iedere nieuwe stof die in de handel wordt gebracht moet de minister daarvan in kennis worden gesteld. Bij die kennisgeving moet een dossier worden afgegeven waarin de gegevens over het nieuwe product zijn vermeld.

STAPJE VERDER

Daarnaast gaat de Nederlandse regering nog een stapje verder: ook als een bedrijf een nieuwe stof gaat produceren moet de minister daarvan op de hoogte worden gebracht. Dus, zowel bij het in de handel brengen, als bij de productie van nieuwe stoffen is een kennisgeving verplicht. Veel draait om die kennisgeving. In het bij te voegen dossier dient het resultaat te staan van een onderzoek dat is verricht naar de eventuele (schadelijke) effecten van de nieuwe stof op de omgeving. Zo'n onderzoek moet het bedrijf zelf verrichten of laten verrichten. Het zal duidelijk zijn dat dit een kostbare aangelegenheid is. De kosten hiervoor kunnen in de tonnen lopen.

VOETANGELS EN KLEMMEN

Op zichzelf beschouwd is hier eigenlijk weinig tegen in te brengen. Er wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven die met het materiaal omgaan. De SGP juicht dit principe hartelijk toe. Er zijn evenwel een aantal voetangels en klemmen.

Een probleem is bijvoorbeeld de Nederlandse positie ten opzichte van het buitenland. Zoals reeds aangegeven loopt Nederland in haar beschermende maatregelen voorop. Men gaat verder dan de Europese richtlijn vereist. Levert dat geen moeilijkheden op voor het Nederlandse bedrijfsleven, zo informeerde SGP-woordvoerder Van der Vlies. Als Nederlandse bedrijven tot hogere kosten worden gedwongen dan bedrijven in het buitenland komt de concurrentiepositie in gevaar. Essentieel is toch dat de wetgeving van de betrokken landen parallel loopt. Men kan wel zeggen dat de voortrekkers-, functie van Nederland tot gevolg kan hebben dat andere landen zullen volgen, maar daarvan kan men allerminst zeker zijn, zo stelde ir. Van der Vlies. Het verleden biedt weinig hoop voor de door de regering uitgesproken veronderstelling! Hij tekende dan ook een motie van het CDA op dit punt.

DIERPROEVEN BEPERKEN

Nog iets anders speelt bij de kennisgeving een rol. Het onderzoek dat ten grondslag moet liggen aan het in te leveren dossier kan niet uitgevoerd worden zonder proeven. Die proeven worden vaak gedaan met dieren, en dat is iets wat de SGP-fractie met argusogen bekijkt. De heer Van der Vlies: „Dierproeven kunnen helaas niet worden gemist. Wel vinden wij dat dergelijke proeven tot het uiterste moeten worden beperkt. Er zal naar alternatieven moeten worden gezocht en daarbij zal de overheid een stimulerende rol moeten spelen."

Hiermee zijn we er nog niet. Een andere complicerende factor is dat bedrijven die dezelfde producten produceren of in omloop brengen in principe beide onderzoek zouden moeten doen naar de werking van hun stoffen. Dat zou in feite dubbel werk zijn. Dubbel werk waarbij opnieuw dieren zouden moeten worden gebruikt, dubbel werk en dus: dubbele kosten. Daarover maakte ir. Van der Vlies enkele kritische opmerkingen.

GEEN DUBBEL WERK

Dat dubbele werk moet voorkomen worden. Ook CDA en VVD zijn die mening toegedaan. De laatstgenoemde partijen dienen daarom een amendement in waarin zij de mogelijkheid voor bedrijven openen te verwijzen naar gegevens die reeds door een andere onderneming aan de minister zijn afgedragen. Voorwaarde in het voorstel van de beide regeringspartijen is wel dat het bedrijf dat wil verwijzen daarvoor toestemming vraagt aan het bedrijf dat het onderzoek al heeft verricht en daarvan kennis heeft gegeven aan de minister.

Dat klinkt allemaal niet onredelijk. Toch zit er aan dit amendement een groot maar. Het valt te voorzien dat de praktijk zal zijn dat de onderneming die het gemakkelijkst, en ook het snelst een dossier af kan geven een grote onderneming is. Op het terrein van de chemische industrie opereren nogal wat multinationals. Wat valt te vrezen? Kleinere bedrijven die zouden willen verwijzen naar de gegevens die afkomstig zijn van de groteren kunnen daardoor in een afhankelijkheidspositie komen ten opzichte van de grote ondernemingen. Deze vrees is niet ongegrond, gezien de ervaringen die zijn opgedaan in de branche van gewasbeschermingsmiddelen. Daar zijn voorbeelden van afhankelijkheid die erin resulteerden dat de kleine of middelgrote ondernemingen door de grote multinationals verplicht werden producten af te nemen.

AMENDEMENT

De SGP diende hierover een amendement in. De heer Van der Vlies drong erop aan het middel van toestemmingsaanvrage te vervangen door een „redelijke vergoeding". Zijn voorstel is: laat ondernemingen met elkaar om de tafel gaan zitten wanneer één van hen wil verwijzen naar het dossier van de ander. Beide partijen moeten dan een billijk geldbedrag overeen zien te komen. Worden ze het niet eens, dan moet de Kroon maar beslissen wat in dat geval „billijk" is. Zo staat de kleine ondernemer heel wat vrijer tegenover zijn grote concurrent.

Fractievoorlichter.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1985

De Banier | 24 Pagina's

Meer dan 60.000 chemische stoffen bedreigen mens en milieu

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 1985

De Banier | 24 Pagina's