Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de wedergeboorte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de wedergeboorte.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geen voorbereiding.
(Vervolg)

Zonder eenige voorbereiding van den mensch zelf, wederbaart God alzoo de Zijnen. De wedergeboorte wordt daarom gezegd een geboorte van boven te zijn uit den Geest, Joh. 3 : 5-7. Zij wordt aan God alleen toegeschreven, Jac. 1 : 17, 18; 3 : 15-17. Joh. 19 : 11. Hij werkt hetgeen Hem welbehagelijk is in hen, Hebr. 13 : 21. Hetgeen uit het vleesch geboren is, is vleesch, en hetgeen uit den Geest geboren is, is Geest, Joh. 3 : 6. De Heere is God, Hij heeft ons gemaakt, en niet wij Zijn volk en de schapen Zijner weide, Ps. 100 : 3. Naar Zijn groote barmhartigheid heeft Hij ons wedergeboren, 1 Petr. 1 : 3. Van de natuurlijke geboorte wordt getuigd, dat zij op een vreeselijke wijze, zeer wonderbaarlijk geschiedt, Ps. 139 : 14. Hoe veel te meer is de wedergeboorte een wonderwerk Gods. „Gelijk gij niet weet hoe de weg des winds is, of hoedanig de beenderen zijn in de schoot van een zwangere vrouw, alzoo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt". Pred. 11 : 5. Job zegt: Gij hebt mij als leem bereid, en mij als melk gegoten en als een kaas doen runnen, Job 10 : 9, 10. Alzoo is het genadewerk Gods in de wedergeboorte; het wonderwerk des Heeren.
Dat alle geschiktheid in den mensch ontbreekt, om zich voor de wedergeboorte voor te bereiden, maakt echter het gebruik der genademiddelen niet overbodig. God toch heeft de middelen tot de volvoering der uitverkiezing mede besloten en den mensch aan het gebruik der middelen gebonden. Hij werkt in den mensch ook niet als in een stok of blok. Redelooze dieren wederbaart Hij niet, maar wel redelijke schepselen, door middel van Zijn Woord, dat zij hebben te onderzoeken en op hun hart te binden, of het den Heere behagen mocht het Woord vruchtbaar te maken tot hun zaligheid.

Uit een zaad.

Is de natuurlijke geboorte uit een zaad, alzoo is de wedergeboorte uit het zaad, n.l. het Woord Gods, dat God op bovennatuurlijke wijze in het hart brengt en kracht geeft ter wederbaring. De Heere zegt in de gelijkenis van den zaaier, het zaad is Gods Woord, Luc. 8 : 11. Ook in 1 Petr. 1 : 23 wordt ons geleerd: „Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord Gods". Eveneens spreekt Jac. 1 : 18: Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der Waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen. De uitverkorenen worden dus uit het Woord Gods als uit een levend en krachtig zaad geboren. Dat is geheel iets anders dan te beweren, dat de uitverkorenen van het begin huns levens af een zaad der wedergeboorte in zich hebben, dat ter bestemder tijd uitspruit.
Reeds vroeg is de vraag gesteld of zulk een zaad in de uitverkorenen is; maar eveneens is dit ontkend. Dr A Kuyper Sr. heeft de leer van het zaad der wedergeboorte, dat de uitverkorenen langen tijd in zich zouden hebben, zonder dat dit ook maar eenige werkzaamheid openbaart, met kracht verdedigd. Hij leidde dit af uit het onderscheid tusschen wedergeboorte en bekeering (potentieele en actueele wedergeboorte) oordeelend dat de eerste de laatste jaren lang kan voorafgaan. Hij voert in zijn dictatendogmatiek niet minder dan 8 reeksen teksten aan, om te staven, dat de wedergeboorte niet geschiedt door middel van het Woord. „Eerst als de wedergeboorte is geschied, is het Woord het loksel om die daad naar buiten te doen treden". Regeneratio blz. 74 v.v. De wedergeboorte geschiedt dus niet, volgens Kuyper, door 't Woord Gods. Gewoonlijk zou deze geschieden op jeugdigen leeftijd en plaats hebben vóór den Doop, die op grond van wedergeboorte zou worden toegediend (Evoto III 420). Het Woord roept den wedergeborene tot bekeering. De roeping volgt dan ook bij Kuyper na de wedergeboorte. Er kunnen jaren verloopen, dat van de wedergeboorte niets wordt gezien. Om dit te staven verwijst Kuyper naar het zaad, dat onder de kluiten bedolven wel levend is, maar voor het oog in den akker verborgen blijft tot 't eindelijk uitschiet. Zelfs sprak Dr Kuyper Jr. van Saulus, die van kindsbeen af zou wedergeboren zijn als van een wedergeboren vervolger van de gemeente Gods, waarin hij echter door prof. Lindeboom bestreden is.
De vraag of de uitverkorenen een zaad der wedergeboorte van hun inkomen in de wereld af in zich hebben, is door velen onzer beste Gereformeerde theologen weerlegd. Men zie b.v. Hellenius II 705, Brakel 757, Van der Kemp Catechismus. En die ontkenning grondde men daarop, dat de Heilige Schrift leert, dat de uitverkorenen van nature in denzelfden staat zijn als de verworpenen. Zij zijn ook dood door de zonden en misdaden, Ef. 2 : 1, en hebben dus geen levend zaad in zich. Zij verkeeren in hun natuurlijken staat ook onder den overste van de macht der lucht, des geestes die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid, doende den wil des vleesches en der gedachten, Ef. 2 : 3. Zij waren in dien staat kinderen des toorns; zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls en vreemdelingen van de verbonden der beloften; geen hoop hebbende en zonder God in de wereld (vers 12). Zij waren hatelijk (Titus 3 : 3). In dien staat kan men niet zeggen, dat de Heilige Geest in hen woont. Bovendien kan de Heilige Geest niet zonder werking; waar Hij is, zegt Brakel ten rechte. Zulk een zaad der wedergeboorte als men stelt, zou dan toch geestelijk levend moeten zijn, doch hoe zou dit vele jaren werkloos zijn, terwijl de verdorvenheid wel werkt. Dit is in strijd met 1 Joh. 3 : 9. Een iegelijk die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem en hij kan niet zondigen. Wat moet het gestelde zaad dan toch voor een zaad zijn dat geheel werkloos is?
Calvijn zegt. Institutie III 24 § 10, want die droomen dat in derzelver harten zelfs van de geboorte aan, ik weet niet wat zaad der verkiezing gelegd is, door welke kracht zij altijd tot de godsvrucht en vreeze Gods geneigd zijn, die worden niet geholpen door het gezag der Schriftuur en door de ervarenheid zelfs bestraft. Wat zou Calvijn dan wel gezegd hebben van hen die een zaak der wedergeboorte stellen dat zelfs niet tot Gods vreeze neigt, maar vrijelijk in de zonde laat leven?
Met de stelling van een in zich verborgen blijvend zaad, houdt ten nauwste een andere stelling verband, n.l. die van de onbewuste wedergeboorte. Daardoor wordt niet verstaan, dat de wedergeborene eenigen korteren of langeren tijd kan doorleven, waarin hem bestreden wordt, dat het werk des Heiligen Geestes waarvan hij de kracht ervaren heeft, zaligmakend en wederbarend is. Dan ware toch tegen dit zeggen niets in te brengen. Maar men verstaat door onbewuste wedergeboorte geheel iets anders, n.l. dat de ziel zelve van de daad der „wedergeboorte" er op het oogenblik zelf niets van merkt. Zoo Dr Kuyper het stelt: „Iemand kan nog lange dagen van zijn eigen wedergeboorte onkundig iblijven". (Evoto III 388). Dat men van de wedergeboorte „iets merkt" komt dan eerst bij de krachtdadige roeping, die eerst jaren later zou kunnen volgen.
Deze stelling is misleidend en tegen de Heilige Schrift en wij kunnen niet met genoegzame kracht en ernst er tegen waarschuwen.
Misleidend, omdat elk zich als wedergeborene kan rekenen, ook al leeft hij in de wereld; gelijk duizenden inderdaad dan ook doen, die nimmer eenige ernst met hun zaligheid maakten.
Tegen de Heilige Schrift, die ons leert dat God door de roeping wederbaart. Door Zijn Woord bracht Hij hemel en aarde tot stand. Gen. 1, Ez. 33 : 6, Joh. 1 : 3, Hebr. 1 : 3. Door Zijn Woord riep Hij Lazarus uit het graf, toen deze nog dood was. Het geloof (niet alleen het gelooven, maar ook het geloof) is uit het gehoor en het gehoor is uit het Woord Gods. Lydia's hart werd door den Heiligen Geest geopend door middel van de prediking van Paulus. Zoo wij reeds betoogd hebben, vallen roeping en wedergeboorte saam en gaat niet de wedergeboorte aan de roeping vooraf. Ook kan een goede boom geen kwade vruchten voortbrengen en moet dus de wedergeborene van stonden aan werkzaam worden in het verlaten van de zonde en het betrachten van Gods geboden. Bij wien deze dingen niet zijn, die is blind, van verre niet ziende.
De wedergeboorte is een zoo groot en krachtdadig werk Gods in Zijn uitverkorenen, dat zij hem geheel vernieuwt, beide in wil en verstand. Zij is niet minder de schepping of de opwekking der dooden. Ja, Paulus spreekt van de uitnemende grootheid van Gods kracht in de uitverkorenen die Hij gewrocht heeft in Christus als Hij Hem opgewekt heeft uit den dood, (Ef. 1 : 19). Zou dan een mensch in wien de uitnemende kracht des Heeren is verheerlijkt, daarvan niets gewaar worden? Er onbewust van zijn? Ter contrarie! Hij moet met den blindgeborene zeggen: „Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie". Wij verwerpen dan ook de misleidende stelling van de onbewuste wedergeboorte.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1940

De Saambinder | 4 Pagina's

Van de wedergeboorte.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 1940

De Saambinder | 4 Pagina's