Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ANTHROPOLOGIE IN THEOLOGISCHER PERSPEKTIVE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ANTHROPOLOGIE IN THEOLOGISCHER PERSPEKTIVE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wolfhart Pannenberg, ANTHROPOLOGIE IN THEOLOGISCHER PERSPEKTIVE, 540 S., DM 98, — Van den Hoeck & Ruppracht, Göttingen, 1983.

De schrijver heeft reeds twee publicaties aan het thema Antropologie gewijd: 'Was ist des Mensch' (1962) en 'Die Bestimmung des Menschen' (1978). Het grote boek dat nu voor ons ligt is een uitwerking van thema's die al in de zojuist genoemde pockets werden aangesneden. De grondthese is dezelfde gebleven. De behandeling is enorm verbreed. Bijna krijgt men de indruk, dat de auteur met deze verbreding het goed recht van zijn standpunt nog eens wil onderstrepen.

Pannenberg meent dat het Christelijk geloof en de verkondiging van de Kerk alleen aanspraak op waarheid kunnen maken, als ze hun geldigheid voor iedereen kunnen duidelijk maken. Deze grondstelling bepaalt de opzet van de studie. De schrijver gaat uit van hedendaagse (en vroegere) antropologische onderzoeken. Dan laat hij zien hoe de Bijbelse boodschap zich hiertoe verhoudt. In de Inleiding wijst schrijver op het gevaar dat antropologie op deze wijze zich alleen met de mens, en niet met God bezighoudt. Toch moet deze aanpak gewaagd worden, wil men een antwoord kunnen geven op de kritiek van het atheïsme op de religie.

Dit boek gaat niet uit van de Bijbel, maar komt wel steeds bij (een aantal) bijbelse gegevens terecht. Dat is de bedoeling van de toevoeging in de titel: 'in theologisch perspectief'.

De stof valt in drie delen uiteen:1. De mens in de natuur en de natuur in de mens. 2. De mens als maatschappelijk wezen en 3. De mens in de wereld om hem heen (Die gemeinsame Welt), waarbij zowel de cultuur als de relatie van de mens tot de geschiedenis worden besproken. In het eerste deel vallen de beslissingen: e mens transcendeert zijn wereld. Hij is open naar een totaliteit, naar een zinvol geheel. Met behulp van de resultaten van het behaviorisme en de visie op het wezen van de mens als 'Weltoffenheit' (A. Gehlen) wordt de wijsgerige basis voor het unieke van het menszijn gelegd. Daarna wordt in aansluiting bij I. G. Herder de gedachte geponeerd van de mens als een wordend wezen, zich ontwikkelend tot het Beeld van God. Herder wil van een paradijstoestand niet weten. Schrijver deelt deze afwijzing. Daarin heeft hij tal van hedendaagse theologen aan zijn zijde.

De mens op weg naar zijn bestemming — dat is de kern van deze antropologie. De paradijstoestand is een mytische gedachte. In Jezus Christus is de volle werkelijkheid van het menszijn verschenen. Daarmee is de mythe overbodig geworden. Jezus Christus is — ik gebruik mijn eigen woorden — haar historische werkelijkheid. Ik kan niet zeggen dat breed wordt ingegaan op de betekenis van Jezus Christus voor het

menszijn. Jezus wordt als oriënteringspunt wel meermalen genoemd. Zelfs het feit dat wij in Jezus de garantie hebben, dat onze anticipatie op de toekomst zinvol is en lukt — een gedachte die Pannenberg elders sterk verdedigd heeft — komen we hier niet tegen. In een discussie met Pannenberg lezen we dat Jezus het openbaringswoord is. Daarmee moeten en — neem ik aan — kunnen we het doen!

De mens mikt op een totaliteit, een zinvol geheel, op heil. Dat kwalificeert Pannenberg als: de mens is een religieus wezen. Zonde bestaat hierin dat de mens zich van zijn bestemming, van zijn gerichtheid op een totaliteit afkeert. Daarmee keert hij zich ook van God af. God is eigenlijk bemiddeld door de werkelijkheid die om een zinvol geheel vraagt! De mens is krachtens zijn wezen daarop uit. Daarom is er een duidelijke overeenstemming, beter nog nabijheid van Gods Geest en des mensengeest. Die fundamentele geestbetrokkenheid blijft, ook al schiet de mens door vervreemding tekort in het najagen van zijn bestemming. Is dit schuld? Ja, maar tegelijk ook begrijpelijk (het woord is van mijzelf) tekort. Want de mens is er nog têet.

De mens als historisch wezen op weg naar en worstelend om zijn bestemming te realiseren. Die bestemming is de totaliteit van het zijn in het Koninkrijk van God, waar de eenheid van God en mens wordt bereikt en beleefd. Ook de eenheid van de mensen onderling. Barths uitleg van het Beeld Gods zijn van de mens is eschatologisch gezien een juiste greep.

Het boek kent eigenlijk twee componenten: De mens als historisch wezen is aangelegd op ervaring met medemensen (1). Deze gemeenschappelijke ervaring wordt gedragen door en loopt uit op de eenheid met God, welke bestemming van de mens is (2). Doordat God verwoording is van die speciale behoefte van de mens aan totaliteit kan de schrijver veel auteurs als verwante gesprekspartners behandelen; en toch altijd iets meer geven en iets verder gaan dan zij die niet van Openbaring willen weten. Opvallend is het eerherstel voor Schleiermacher, die immers ook op een zinvol geheel uit was. Hij zag de mens als daarop gericht. Ook Schleiermachers leer omtrent het gevoel (dat religieus geduid werd) blijkt het psychologisch nog goed te doen. Freud en Nietzsche worden getekend als verwante critici van het christelijk geloof. De een richtte zich tegen het geloof van de mens, de ander tegen de moraal van de mens. Hun samenhang is historisch nog niet opgehelderd.

Dit boek getuigt van een onvoorstelbare eruditie. Het geeft een dwarsdoorsnee door psychologische, sociaal-psychologische, godsdienstwijsgerige en sociaal-ethische vraagstukken. Cultuur, sexualiteit, huwelijk, eigendom, politiek, recht, arbeid, institutie komen aan de orde. Amerikaanse onderzoekingen op het gebied van sociale psychologie en culturele antropologie worden met zoveel gemak geciteerd, dat de schrijver de stof meester moet zijn.

Interessant is de bespreking van Huizinga's visie op het spel. Ze wordt afgewezen. Het spel heeft alles met de cultus, en daarom met religie en cultuur te maken. Luthers visie op het geweten en Ebelings spraaktheologie vervullen binnen dit grote raam een belangrijke functie. Het verschijnsel spraak en taal, de spanning tussen ik en zelf, de identiteitsvorming als sociaal-cultureel probleem worden besproken. Het boek is bijna zoiets als een encyclopedie van trefwoorden uit de moderne cultuur.

Hoe we er tegen aan kijken? Al lezende zag ik steeds duidelijker de figuur van Hegel boven het boek oprijzen. Stellig is er verschil. Er is ook grote over-

eenkomst. Het boek straalt een optimisme uit, dat voor het laatste kwart van deze eeuw opvallend genoemd mag worden. Wat is in dit boek verlossing? Wat is de plaats van Jezus Ctiristus en Zijn Geest? De aan het begin bepleite algemeengeldigheid maakt het onmogelijk dat Gods openbaring iets wezenlijk nieuws toevoegt. Geldt dat ook van Jezus Christus? Met mijn eigen woorden zou ik willen zeggen: Hij is de Aufklarung van de mens die niet zonder religie kan.

Het laatste hoofdstuk is de eschatologie van deze antropologie. Een eschatologie die mijns inziens als apokatastasis kan worden gekenschetst. Daar lezen we dat we alleen echt historisch over de mens kunnen spreken, als we de gedachte van een historisch paradijs opgeven. Wie de eerste Adam in de nevelen van de mythe doet opgaan, kan nog wel van Jezus spreken, doch niet van een Jezus die de Tweede Adam is. Jezus is eigenlijk niet anders dan garantie van het volmaakte, waarheen wij op weg zijn. Zo draait deze antropologie om de mens, hoezeer hij ook een religieus wezen wordt genoemd. Het theologische perspectief verandert niets aan het feit dat de mens het moet doen en het kan doen — arme mens.

A.

W. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

Theologia Reformata | 326 Pagina's

ANTHROPOLOGIE IN THEOLOGISCHER PERSPEKTIVE

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

Theologia Reformata | 326 Pagina's