Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Man en vrouw in bijbels perspectief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Man en vrouw in bijbels perspectief

EEN BIJBELS-THEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE MAN-VROUW VERHOUDING MET HET OOG OP DE GEMEENTE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit boek is een uitgave van de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk, samengesteld door een studiecommissie onder leiding van ds. C. den Boer.
Deze studiecommissie bestaande uit ds. G. de Fijter. prof. dr. C. Graafland, drs. P. Koeman, drs. C. van Sliedrecht en ds. C. den Boer heeft dit boek samengesteld, tevens is er over het resultaat gesproken met een viertal dames.
Het gaat in dit boek niet zozeer om man en vrouw in het huwelijk of over man en vrouw in de samenleving, maar vooral over de kerkelijke gemeente en het functioneren daarin van de verhouding van man en vrouw. En dan voor alles wat de Heere ons in Zijn Woord voorhoudt. Vooral gaat het dan om het ambtsbegrip van de Gereformeerde traditie, wat het 'bijbels getuigenis daarover is, ook wat betreft mannen en vrouwen.
Het boek bevat een zestal hoofdstukken: 1. Omgang met de Bijbel. 2. De verhouding van man en vrouw in het Oude Testament. 3. Vrouwen in het Nieuwe Testament. 4. De „zwijgteksten" in het Nieuwe Testament. 5. Het geheimenis van Christus en Zijn gemeente. 6. Man en vrouw in de gemeente vandaag.
Tevens dan een auteursnamenregister en tekstregister. Aan het eind van elk hoofdstuk zijn een aantal excursen geplaatst. Deze excursen bevatten exegetische, soms kerkhistorische uitstapjes met een informatiefkarakter.
In hoofdstuk 1 worden enige hermeneutische regels gegeven, d.w.z. enkele richtlijnen om Gods Woord op de rechte wijze te lezen en te verslaan. In hoofdstuk 2 gaat het over de vrouw en haar deelname in het oude Israël wat betreft hel geestelijke, politieke, maatschappelijke en ambtelijke leiderschap. In Gods vrijmacht werden soms vrouwen geroepen om te profeteren en soms vervult de vrouw ook een koninklijke taak in de regering van Israël.
Maar in de eredienst kwam het nooit voor dat een vrouw als priesteres diende. Wat betreft de plaats van de vrouw in het Nieuwe Testament (hoofdstuk 3), de Heere Jezus laat Zich gedurig door vrouwen omringen. Hij doorbreekt de minachting van de vrouw, maar in de kring van de twaalf apostelen komt geen vrouw voor. In de tijd van Paulus krijgen vrouwen een ereplaats in de kring van de gemeente en doen ze mee in allerlei vormen van gemeentearbeid. soms bedeeld met bijzondere gaven van de Heilige Geest.
De beslissing van het wel of niet deelnemen van de vrouw in het ambt valt in hoofdstuk 4, wanneer het gaat over de „zwijgteksten" in het Nieuwe Testament, 1 Kor. 14 : 34, 35 en 1 Tim. 2 : 1 1 . Op exegetische gronden wordt dan gezegd dat Paulus met apostolisch gezag niet wil dat de vrouw in de samenkomsten van de gemeente deelneemt aan het leren, en daardoor over de man heerst; dat zij in de officiële leeropdracht geen actieve rol zal spelen, en tevens wordt in 1 Tim. 2 de situatie getekend, dat de vrouw geen kerkelijk ambt zal bedienen. De tekstgegevens van het Nieuwe Testament leren niet dat zowel mannen als vrouwen zonder onderscheid ouderling en/of diaken zijn geweest (blz. 164), hoewel ook de vrouwen in de weduwendienst (1 Tim. 5) door een eigen inbreng en in nauwe samenwerking met ouderlingen en diakenen bij het pastorale en diakonale werk in de gemeente betrokken zijn geweest. Maar in het Nieuwe Testament zijn geen duidelijke voorbeelden aan te wijzen van vrouwelijke ouderlingen en diakenen (blz. 178).
Op blz. 180 wordt geschreven over Calvijn, n.l. „dat deze schrijft over twee graden in het openbare ambt der kerk n.1. van de diakenen.
Hij onderscheidt twee soorten diakenen: a. diakenen voor het besturen van de zaken der armen en b. diakenen voor de verzorging van armen en zieken. En bij het laatste denkt Calvijn ook aan vrouwen".
Het is zeker waar dat Calvijn twee soorten diakenen onderscheidde: één groep die al de aalmoezen moest ontvangen en één groep die de zieken moest verzorgen, en bij deze laatste groep wilde Calvijn ook de vrouwen rekenen als een soort hulpdiakenen. Maar diakenen in de bijzondere ambtelijke dienst zijn deze laatsten niet geweest. Daarom meen ik dat de conclusie te ver gaat, wanneer in dit boek dan geschreven wordt: Als deze laatste lijn doorgetrokken zou zijn in de ordening van het kerkelijk leven na de Reformatie, zouden mannen en vrouwen in het college van diakenen met elkaar in eenheid en verscheidenheid in het diakonaat bezig zijn geweest. Er zou op die manier ook recht zijn gedaan aan wat wij inzake het diakonaat in 1 Timotheüs hebben ontdekt (blz. 181).
Op blz. 182 wordt gezegd: „De vraag zou kunnen worden gesteld, of niet binnen elk ambt, dat we thans kennen, bepaalde differentiaties kunnen worden aangebracht, waardoor het mogelijk wordt, dat man en vrouw elk op hun eigen wijze daarin dienen. Vragen de twee hoofdgedachten, die we in deze studie ontwikkelden, n.l. die van eenheid in verscheidenheid en die van inclusieve representatie niet om iets dergelijks? Zijn er geen kerkordelijke regels denkbaar, die het de vrouw op haar wijze en met haar inbreng mogelijk maken om binnen ieder ambt te dienen? We denken aan wat we boven schreven over de twee soorten diakenen bij Calvijn.".
Is het gevaar dan niet aanwezig, dat men dan toch komt tot een zekere ambtelijke bediening van de vrouwen in de kerk? De geschiedenis heeft ons toch ook wat geleerd. Men denke aan het Convent van Wezel (1568) die ook de opvatting toegedaan was dat vrouwen tot diakenen konden worden opgenomen. Maar de volgende Synoden maakten dit besluit weer ongegaan, zij zagen er een verkeerde opvatting en toepassing in. Het moest blijven dat „deugdzame zusters" als diakonessen hulpdiensten bleven verrichten aan de diakenen, maar dan ook verder niet, zonder ambtelijke status.
Wat betreft de z.g. zwijgteksten in het Nieuwe Testament, deze hebben betrekking op het ambtelijk leven van de vrouw in de gemeenten, geen vrouwelijke ambtsdragers mogen er volgens Gods Woord in de kerkeraad zitting hebben. Maar deze teksten zeggen niets over het stemrecht van de vrouw op het politiek terrein. Ik deel de opvatting dat het kerkelijk gemeenteleven niet gelijk te stellen is met het politieke leven. De bijbelse gegevens die voor het kerkelijke gemeenteleven gelden, kan en mag men zomaar niet zonder onderscheid overbrengen naar het politieke leven.
Het boek bevat 215 bladzijden. Het is in een stevige blauwe band uitgegeven. Zeker omdat er meerdere personen aan meegewerkt hebben, bevat het boek nogal eens wat herhalingen, wat aan het lezen ervan niet ten goede komt. Overigens een boek waarin op exegetisch terrein heel wat te leren valt. Het is uitgegeven bij Kok te Kampen, Postbus 130, 8260 AC. De prijs is f 29,75.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Man en vrouw in bijbels perspectief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Saambinder | 8 Pagina's