Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een goddelijk beroep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een goddelijk beroep

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de uitgeverij Oosterbaan en Le Cointre is onlangs een werk verschenen, getiteld „Een goddelijk beroep” en geschreven door ds. A. Hilbers. Ds. Hilbers houdt zich in deze studie bezig met de waardering van fabrieksarbeid en meer in het bijzonder die fabrieksarbeid, waarbij de enkele werker slechts een zeer klein aandeel heeft in de vervaardiging van het uiteindelijke produkt. Het boek geeft dus — men zal het reeds begrijpen — gedachten rondom de spanning tussen de geladen duiding „goddelijk beroep” en het vaak monotone routinewerk, waarmede velen als gevolg van de moderne produktiewijzen hun werkuren moeten vullen.

Het is de verdienste van ds. Hilbers, dat hij veel heeft bijeengebracht dat tot denken over begrippen als arbeid, beroep, roeping, verantwoordelijkheid inspireert. Veel ook, waardoor dit denken langs schriftuurlijke en historische wegen wordt geleid. Een belangrijk deel van de 190 bladzijden wordt ingenomen door de weergave van begripsontwikkelingen te dezer zake in de loop der eeuwen. Doch: wanneer de schrijver dan in het negende en laatste hoofdstuk (Wij en het beroep) tot zijn doel komt en dus een eigentijdse verwerking van het tot dan toe gegevene zou mogen worden verwacht vindt de lezer niet geheel wat hij wellicht gehoopt had te zullen vinden. Naar ons gevoelen hadden nog enkele capita kunnen volgen, zo ds. Hilbers zijn doelstelling duidelijker had willen realiseren. Geen aandacht kreeg bijvoorbeeld de omstandigheid, dat het „beroepsleven” van de mens zich in de loop der eeuwen nogal heeft beperkt. Het beroepsleven is immers, vooral in de laatste decennia, voor velen teruggedrongen tot een 45-urige werkweek en in deze situatie rijst de vraag, of het „goddelijk beroep” met enkel de „betrekking” nog wel volledig is vervuld.

Ds. D. N. Habermehl definieerde in „Ons dagelijks werk” het beroep als „de plaats waar wij Gods roeping beantwoorden’. Het is niet onmogelijk, dat wij in deze tijd deze „plaats” nog maar ten dele vinden in de enkele uren van ons leven, waarin wij deelnemen aan het produktieproces. Misschien wordt ons “beroep” meer en meer een optelling van een aantal activiteiten, waaronder ook de „betrekking” thuishoort. Wellicht is het dan ook zo, dat we ons mens-zijn-in-verantwoordelijkheid mede buiten de „betrekking” zullen moeten leren beleven, ma.w. dat de besteding van onze „vrije tijd” meer en meer in ons antwoord op de roeping van Godswege begrepen raakt, wat zou kunnen impliceren, dat ook wat we in deze „vrije tijd” doen ons mens-zijn voor God en onder de mensen directer gaat bepalen.

Zal de mens van de toekomst, gegeven de voortschrijdende automatisering en rationalisering van de produktie, nog wel enkel zijn wat-hij-van-zijn-vak-is, of groeien we naar een andere waardering? Deze vraag is niet zo vreemd als hij op het eerste gezicht lijkt. We kennen Paulus ook niet in de eerste plaats als tentenmaker. …

Het woord tot de moderne industrie-arbeider, gegrepen uit Openbaring 2, klonk ons wat vreemd in de oren. Het komt ons voor dat dit schriftwoord niet specifiek op de industrie-arbeider mag worden betrokken. „Ik weet uw verdrukking en armoede, hoewel gij rijk zijt’, gesproken tot de „kleine luyden” van Smyrna is meer geadresseerd aan de „werker” in een van God afgekeerde wereld in het algemeen dan bijzonderlijk gericht tot een categorie, die wat minder voldoening of waardering ontvangt als gevolg van bepaalde produktiemethoden. Deze troost geldt de ondernemer, de boekhouder en de dominee evengoed, doch zij wordt, aldus speciaal gericht en toegepast op economische verhoudingen, een schrale troost.…

Het zou goed zijn wanneer ook kerkeraden en kerkelijke verenigingen zich, bijvoorbeeld aan de hand van dit boek van ds. Hilbers, eens wat meer gingen bezinnen op problematieken als deze. Ieder, die in gehoorzaamheid aan het Woord poogt te leven, zal zich hebben te bezinnen op de vragen, die het zijn-onder-de-mensen in deze twintigste eeuw steeds dringender gaat stellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's

Een goddelijk beroep

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's