Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Kerstgeschieden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Kerstgeschieden

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden. Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrië stadhouder was. En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad. En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht Davids was) om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was. En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou; en zy baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.

Lukas 2 : 1—7.

Jezus en Augustus

De heilige kerstgeschiedenis willen wij ons niet laten ontnemen door allerlei theologische bespiegelingen, die er maar op uit schijnen te zijn om de Schrift haar gezag te ontnemen en om aan de Geborene te Bethlehem Zijn ontzag te ontnemen. Wij houden ons eenvoudig aan het Schriftgegeven en willen slechts Zijn ere zoeken.

Waarom toch dit raam der historiën rondom het heilig kerstgebeuren? Is dat om ons duidelijk te maken waarom Jozef en Maria juist tegen die tijd de reis van Nazareth naar Bethlehem moesten maken? Dat is op zichzelf natuurlijk waar; zoals het ook waar is dat God alzo Zijn raad wilde volvoeren. Ik dacht echter dat meer oorzaken hier in te vinden zijn. Wat nadrukkelijk vermeld werd dat de Ezau's zoon Herodes koning was in Judea, toen Johannes' geboorte aangekondigd, dat Augustus op de keizerstroon zat en de Cyrenius stadhouder was over Syrië wil meer zijn dan historische datering.

Het wil tegen deze achtergronden de figuur van de Zaligmaker der wereld en van Zijn voorloper in Israël helder in het licht stellen. Komt dan aan: Hem gesteld tegenover Augustus, de keizer Augustus. Hij in de allernederigste gestalte, hoewel Hii kwam gedaald van 's hemels troon. Mocht dan Augustus omgeven worden van vele gedienstigen rondom zijn troon, onze Heere Jezus was daar omgeven van duizendmaal tienduizend, van de duizendtallen verdubbeld van heilige engelen, die Hem dienden met heldenkrachten, die vaardig pasten op het Woord van Zijn mond, die vurige geesten, die vlammen des Heeren. Rondom Augustus mochten dan trouwe aanhangers zijn, veelal waren zijn vleiers tevoren zijn lasteraars. Mocht dan Augustus heersen over de gehele aarde, zoals de tekst dat noemt, het was echter slechts dat deel der aarde dat zich uitstrekte van het Perzische rijk tot het Britse Imperium. Maar de Heere was de Heere der heerlijkheid voor Zijn geboorte. Metterdaad was Hij de Bezitter en de Bestuurder der ganse aarde, zodat Hij heerste van zee tot zee en van de rivier tot aan de einden der aarde. Bovendien was het ganse rijk der hemelen onder Zijn bewind, dat rijk der sferen, dat rijk der hemelse gewesten. Augustus had een rijk dat groot geworden was door bloedvergieten, door opzij schuiven van deze, die en gene, door opzij schuiven van de enig ware God. Hij stelde zich dan ook niet tevreden met zijn grootheid, hij wilde de caesar zijn, de keizer. Gaius Julius Caesar. Daarbij liet hij zich een eretitel geven: Augustus — de Verhevene. De man die in zijn grootheidswaan zich boven al zijn voorgangers en boven alles en allen verhief. Zelfs mat hij zichzelf goddelijke eer aan, Het hij de staat, die hij stichtte, als eeuwigblijvend vergoddelijken en nam hij voor zich aan de naam: de goddelijke: Gaius Julius Caesar divus Augusus. Dat doet ons denken aan de mens der zonde, die op de inblazing van de satan in het Paradijs ten diepste was ingegaan: „Gij zult als God zijn!"

Deze man — in grootheidswaan — deed een gebod uitgaan, dat de gehele wereld beschreven zou worden. Hij wilde weten over hoevelen hij wel te gezeggen had. Hij wilde een algemene volkstelling. Waarschijnlijk is het ook met het oog op schatplichtigheid der wingewesten, dat hij dit liet doen.

Tegenover deze „mens", tegenover deze mens der zonde nu verscheen van hoge hemel de Zone Gods, onze Heere Jezus. Die klom niet op over de schouders van anderen en ten koste van Gods eer tot de hoogste top, maar die daalde neder van de hoogste top en vernederde zich tot de nederige woonplaats van het nietige Bethlehem, dat te klein schier was om geteld te worden onder de duizenden van Juda. Hij vernederde zich om zelfs in een herberg niet geboren te willen worden, maar in een stal en om bij de beesten gelegd te worden in een voederbak, om zo als de allernederigste een plaats in te nemen onder de mensen. Diep vernederd, tot aller dienaar. De minste onder Zijn broederen. Hij is, zoals de Schrift zegt, arm geworden daar Hij rijk was, opdat wij door Zijn armoede rijk zouden worden. Hij heeft zondige mensen tot God willen voeren!

Onze tijd keert zich weer af van het Kerstevangelie en van de Geborene uit Bethlehem. Met het algemeen verlies van de religie der verzoening moet uiteraard ook de geboorte, de verzoenende, de met God verzoenende geboorte uit Bethlehem het lijden. Een wereldrijk, een allesomvattend, een alle volkeren omvattend koninkrijk droomt men zich. Ik kan niet zeggen dat men een vrederijk zoekt, daarvoor is de intentie van het volk

te agressief, te gewapend. En al wil men de Geborene van Bethlehem daarvoor annexeren, daarvoor leent de Vorst van Bethlehem zich geenszins. Daarvoor moet men beter terecht bij de Divus Augustus. De machten, die men politiek aanhangt, keren zich wel duidelijk tegen Bethlehem, tegen de Christus. De vergoddelijking van die staat leidt wel duidelijk naar een figuur als Augustus, de Verhevene, de divus Augustus. Lukas 2 staat heden maar weer in het brandpunt van de belangstelling. Augustus met een wereldrijk zonder God. Daartegenover Christus, de Nederige van Bethlehem met Zijn schamele gemeente van een man, een vrouw, wat herders, wat wijzen, en een paar oude mensen. Simeon en Anna. Toch is Augustus gevallen en zijn rijk en Christus is opgekomen met Zijn kerk.

Jezus en Cyrenius

„Deze beschrijving geschiedde als Cyrenius stadhouder was." Wederom het woord geschiedde, evenals in het eerste vers van Lucas 2. Ook dit is geschiedenis, ook dit is heilsgeschiedenis. Drie keer komt het woord „het geschiedde" voor in onze tekst. Eerst bij Augustus' wereldomvattend gebod, dan dat die beschrijving plaats vond in Palestina onder Cyrenius en dan dat het geschiedde dat Christus geboren werd in de stad Davids.

Wat had Cyrenius, de stadhouder van Syrië, met Bethlehem Juda te maken? De naam Cyrenius komt ook voor als Solpitius Quirinius. De naam Cyrenius of Quirinius komt onder ons nog voor als een voornaam: rijn. Stuksgewijze is Judea en heel het land aan Rome onderworpen geworden. Wel liet men de kerkelijke leiding nog in handen van Hyrkanus, maar het landsbeleid viel in handen van een Romeinse consul. Zo werd de in Syrië regerende stadhouder Cyrenius tegelijk stadhouder van Judea. Die overgang vond juist plaats toen de geboorte van Christus zou plaats hebben. Dat nu was reeds in Jacobs dagen voorzegd door de stervende aartsvader: De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Denzelven zullen de volkeren gehoorzaam zijn", Genesis 49 : 10.

Nu is de heerschappij dus uit Juda geweken: de laatste resten van zeggenschap zijn uit het volk van Israël verdwenen.

Nu is Christus geboren, die de naam van Silo draagt. De naam Silo betekent Heerser. En van Hem is gezegd: Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn koninkrijk staat in het teken van Bethlehem. Nederig en klein zal dit stadje blijven. Hier was eigenlijk voor Hem geen plaats. Zelfs de herberg ontving Hem niet, opdat deze profetie over Hem zou gaan, dat Hij Pelgrim zou zijn op de aarde en de Vorst van een pelgrimsvolk, dat eveneens zwerven zou, vreemdeling zijn op de aarde. Zijn koninkrijk zou niet van deze aarde zijn, maar het zou een koninkrijk zijn naar de geest en naar de waarheid. Een geestelijk rijk van de hemelen en ook voor de hemelen bestemd. Daarom ging de Koning in in een staat van vrijwillige armoede: in een bak der dieren lag Hij neer. In de stal van een ander werd Hij geboren. In doeken, die niet eens tot klederen gemaakt waren, werd Hij gewikkeld. Straks zal Hij in klederen gaan die Hem geschonken werden. In een schip, waarvan anderen de bezitters waren zou Hij varen. Van de vissen, die anderen gevangen hadden, van de broden, die anderen gehaald hadden, zou Hij eten. Aan een hout, dat anderen voor Hem oprichten zouden, zou Hij sterven.

En toch zou Hij anderen spijzigen, toch zou Hij anderen laven, toch zou Hij anderen bekleden met klederen des heils. Waarlijk anderen zou Hij een zacht bed der gerechtigheid spreiden. Waarlijk anderen zou Hij sterfbedden bereiden, waarop zij in vrede ontslapen zouden. De Silo, die een Heerser zou zijn.

Geef, HEER', de Koning Uwe rechten En Uw gerechtigheid Aan 's Konings Zoon, om Uwe knechten Te richten met beleid. Dan zal Hij al Uw volk beheren, Rechtvaardig, wijs en zacht; En Uw ellendigen regeren, Hun recht doen op hun klacht.

Nooddruftigen zal Hij verschonen; Aan armen uit gena Zijn hulpe ter verlossing tonen; Hij slaat hun zielen ga. Als hen geweld en list bestrijden, Al gaat het nog zo hoog, Hun bloed, hun tranen en hun lijden, Zijn dierbaar in Zijn oog.

Jezus en David

De Silo, die komt tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat Hij uit het huis en geslacht van David was) voert ons vanzelf tot de vergelijking van Jezus met David.

Vergeleken wij Hem met Augustus, dan vormden die beelden volkomen het tegenbeeld. Aan Augustus alles anders dan aan Jezus. Aan Jezus alles anders dan aan Augustus. De mens der zonde — de mens der gerechtigheid.

Vergeleken wij Hem met Cyrenius, dan was Cyrenius de figuur, die zijns ondanks plaats maakte voor Jezus. Zijn benoeming over Judea deed voorgoed de scepter van Juda wijken, zodat de Silo zou kunnen komen. Zoals Jacob stervend reeds over Juda voorzegd had. Maar nu komt dan ook uit datzelfde Bethlehem, waaruit David gesproten was, de grote Davidszoon, om dat rijk te stichten, waarvan Davids rijk maar een zwakke afschaduwing geweest was. En maakt nu met mij de vergelijking tussen Jezus en David. Doen wij dat staande in de poorten van Bethlehem. De Heere Jezus wordt de Zone Davids genoemd en ook de grote Zoon Davids, niet omdat Hij uit David geboren is, uit Davids geslacht is slechts, maar meer omdat David het grote type was van Christus.

Laat ons eens zien. David kwam van Bethlehem. Hij hoedde 's vaders schapen in de velden van Efratha. Efratha was de oude naam voor Bethlehem van Jacobs dagen af. Daar maakte hij een harp met eigen handen. Zijn lied behaagde God. Daar dichtte hij zijn Psalmen, daar componeerde hij, die later één van de opperzangmeesters van Israël zou zijn met Asaf, Heman, Ethan, de melodieën. Als een echte Herderszanger.

Ook Christus kwam van Bethlehem en werd van daaruit de goede Herder, de Herder Israëls. Psalm 23 werd in Hem vervuld. Waarlijk meer dan David is hier. De Herder-Koning.

David de herder werd koning — Christus de goede Herder werd ook koning, Koning van Zijn Kerk, in Wie al de koningspsalmen heerlijk vervuld werden. Uit het huis en uit het geslacht van David.

David was een veldheer, die de oorlogen des Heeren voerde en Israël bevrijdde van al zijn vijanden. David stamde van Juda's legeroverste Nahesson. Als er nu echter Eén de oorlogen des Heeren gevoerd heeft, dan is het de Heere Jezus. In Hem is vervuld de Moederbelofte, een belofte van strijd en zegepraal. Hij heeft de oorlog des HEEREN gevoerd.

Hij is de Zone Davids, de Koning Israëls, de Silo. Hij heeft gestreden aan het begin van Zijn arbeid als Hij de duivel tegentrad, Hij heeft gestreden aan het eind van Zijn arbeid. En Hij voert in en met Zijn kerk de oorlogen des HEEREN door de eeuwen heen tot aan, tot door de grote eindstrijd, waarin èn het rijk der zonde èn het rijk der wereld èn het rijk van satan vallen zullen. Christus heeft overwonnen. Hij overwint en Hij zal overwinnen.

En de kerk, die nu strijdende kerk is, zal eenmaal triumpherende kerk zijn. Door Hem, door Hem alleen. Van Hem hebben daarom de engelen — en wel de cherubim, de strijdengelen — gezongen:

Ere zij God in de hoogste hemelen, Vrede op aarde, In de mensen een welbehagen.

Dat was reeds bij Zijn geboorte het lied der overwinning.

S.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1975

Gereformeerd Weekblad | 28 Pagina's

Het Kerstgeschieden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1975

Gereformeerd Weekblad | 28 Pagina's