Zijn broeders gelijk

Maria is zwanger geweest van het kindje Jezus. Dit was een gewone zwangerschap, maar tegelijk heel bijzonder. De zwangerschap werd aangekondigd door de engel Gabriël en gewerkt door de Heilige Geest (Luk. 1:26-38). Maria’s verloofde kon ook de vader van dit Kind niet zijn. Ze waren immers nog niet getrouwd en wilden het huwelijk op reine wijze ontvangen. Jozef moet dus gezien worden als een pleegvader. Hij wordt door de engel zelf van al deze wonderlijke dingen op de hoogte gesteld (Matth. 1:18-25).

Jezus als Kind
Jozef en Maria hebben menselijkerwijs gesproken veel voor Jezus betekend. Denk aan de tocht naar Bethlehem, terwijl Maria hoogzwanger was. Denk aan de voorstelling in de tempel, met daarbij indrukwekkende gebeurtenissen (Luk. 2). En na het vertrek van de Wijzen uit het Oosten, vluchtten Jozef en Maria met hun Kindje naar Egypte. Later keerden ze terug naar Nazareth (Matth. 2).

In Nazareth is Jezus opgegroeid. Zoals elk kind zich ontwikkelt, zo werd ook Hij “gesterkt in de geest” (Luk. 2:40). Hij werd “vervuld met wijsheid en de genade Gods was met Hem”. Jozef en Maria hebben dat meegemaakt. Tekenend is dat Jezus in Markus 6:3 “de timmerman” wordt genoemd. De kanttekenaar merkt op dat Hij vermoedelijk als jongen heeft meegewerkt in Jozefs bedrijf. Zo droeg Hij dus onder de mensen kenmerken van Zijn familie met Zich.
Bijzonder licht op de verhouding tot Zijn ouders, werpt de geschiedenis van de twaalfjarige Jezus in de tempel. We zien daar een bezorgde moeder. Maar het meeste valt op dat Jezus daar getuigt van Zijn toewijding aan Zijn hemelse Vader. Na deze geschiedenis lezen we niets meer van Jozef. Er wordt wel gedacht dat hij overleden is voordat Jezus aan Zijn omwandeling op aarde begon. Maar dat is niet zeker. Van Zijn verhouding tot Maria lezen we dan nog wel. Denk aan hoe Hij haar terechtwijst in haar bemoeienis met de ontbrekende wijn te Kana (Joh. 2:1-11).
Indrukwekkend is ook Zijn zorg voor haar als Hij Zijn levenseinde ziet naderen (Joh. 19:26-27).

Jezus als Borg
Wat gaat er in relatie tussen ouders en kinderen veel mis. Er zijn ouders die het vertrouwen van hun kinderen beschadigen. Er zijn kinderen die hun ouders veel verdriet doen. Misschien herken jij deze dingen wel uit jouw eigen leven. De Heere ontdekt Zijn kinderen ook aan de zonden van hun jeugd (Ps. 25:7); Hij bepaalt hen bij hun zondige levenswortel (Ps. 51:7).
Als we zien hoe de Heere Jezus leefde met Maria en Jozef, dan zien we hoe de Heere het heeft bedoeld. We zien ook Zijn Borgwerk. Om Jezus’ wil neemt God de zonden van Zijn kinderen weg; zonden die zij bedrijven in hun jeugd of ouderschap. Gods kinderen mogen bij Jezus schuilen, zoals Hij is vanaf Zijn heilige ontvangenis in Maria’s schoot: volkomen rechtvaardig en heilig.
Wat een wonder als de Heilige Geest het doet weerklinken in je hart: Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing (1 Kor. 1:30).

Jezus als Broer
Jezus was Maria’s eerstgeborene. Later heeft zij nog meer kinderen gekregen. In Markus 6:3 worden hun namen genoemd: Jakobus, Joses, Judas en Simon. Ook blijkt daar dat Jezus halfzussen heeft gehad. Volgens Johannes 7:5 geloofden zij niet in Hem. Wat moet dit de Heere Jezus verdriet hebben gedaan. Dat geldt trouwens ook als wij de Heere niet erkennen met ons hart (Joh. 1:11, Matth. 23:37).

Dit is later gelukkig veranderd. In Galaten 1:19 blijkt Jakobus “de broeder des Heeren” zich in de kring van de apostelen te bevinden. Deze Jakobus was niet één van de twaalf discipelen, maar is later kennelijk wel een leidinggevende ambtsdrager geworden in de gemeente van Jeruzalem (Hand. 12:17 en 15:13 e.v.). Er zijn verklaarders die menen dat ook de zendbrief van Jakobus geschreven is door deze broer van Jezus. Dan zou ook Judas, die eveneens een Bijbelboek geschreven heeft, een broer van de Heere Jezus zijn (Judas:1).

Met betrekking tot Jezus’ familieleden, lezen we in Mattheus 12:46-50 nog een bijzondere geschiedenis. En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken. In Zijn antwoord wijst Hij op Zijn discipelen en noemt Hij hen Zijn broeders. Dat waren toch geen zonen van Jozef en Maria? Nee, maar De Heere Jezus had met hen een geestelijke band. Blijkbaar vindt Hij het belangrijker of mensen kinderen zijn van Zijn hemelse Vader, dan of zij kinderen zijn van Zijn aardse moeder. Een kind van Maria kun jij niet worden; dat is ook nergens voor nodig.
Maar de Heere Jezus roept jou wel op tot gehoorzaamheid aan Zijn hemelse Vader. Of je een kind van God bent, is van levensbelang.

Jezus als Zaligmaker
Lees je het goed? Jij kunt óók een broeder of zuster van de Heere Jezus worden. De Heere Jezus legt ook uit hoe dat kan: Zo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is (vers 50). Daar wijst Hij in jouw en mijn leven twee belangrijke gebreken aan. Wij hebben van nature God niet als Vader, maar de duivel (Joh. 8:44). En wij doen ook Zijn wil niet, maar wij zondigen met woorden, werken en gedachten.

Wij moeten wederom geboren worden; niet uit onze moeder, maar uit de Heilige Geest (Joh. 3). Kenmerk van deze geboorte is heimwee naar God en droefheid over de zonde (2 Kor. 7:10). Ben jij zo al uit God geboren?
Dan ken je ook iets van de honger en de dorst naar de gerechtigheid (Matth. 5:6). Dan hunker je ernaar dat het goed wordt tussen God en je hart. Zulke mensen zouden al Gods geboden wel willen houden. Maar ze moeten meer en meer ontdekken dat ook hun verlangen daarnaar al gebrekkig is. Ongehoorzaam zijn ze en strafwaardig. Hoe zullen ze dan ooit door hun gehoorzaamheid voor God kunnen bestaan?

De Heere Jezus is een getrouw Hogepriester (…) in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen (Hebr. 2:17). Daarom moest Hij in alles de broeders gelijk worden, doch zonder zonde (Hebr. 4:15). Zo kon Hij voor Zijn volk de Wet volkomen houden en hun schuld betalen. Jongeren en ouderen die van hun zonde worden overtuigd, krijgen de Heere Jezus nodig als Zaligmaker en Borg. Maar ze zijn het ook zo onwaardig dat Hij hun Borg en Zaligmaker zou zijn. Ken jij iets van deze nood? Dan heb je nodig dat God Zelf de Heere Jezus aan je openbaart en schenkt.
Dan heb je nodig dat Hij Zichzelf als Zaligmaker aan jou bekend maakt. Voor zulke armen en behoeftigen brengt Jezus’ menswording zo’n rijk Evangelie met zich mee: Om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen (Hebr. 2:11).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen