Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Help, ik krijg te weinig aandacht!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Help, ik krijg te weinig aandacht!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wordt er een beetje naar u omgekeken als u in de problemen zit? Het is belangrijk dat u voldoende steun ontvangt van andere mensen, als uw leven moeizaam verloopt op één of meerdere punten. Het is hartverwarmend als mensen uit de kerkelijke gemeente, uit de familie of uit uw buurt, tijd en zorgen met u willen delen.

Er zijn heel wat mensen die tijdelijk of blijvend een kruis dragen. Denk aan: weduwen, weduwnaars, gehandicapten, ouders van een lichamelijk of geestelijk gehandicapt kind, (chronisch) zieken, mensen met psychische problemen, gezinsleden van (psychische) patiënten, alleenstaanden. De rij kan langer gemaakt worden. Als u met uw zorg hier niet genoemd wordt, is dat dus geen bewijs dat u opnieuw vergeten wordt. Van sommigen mag de rij ook korter worden. Ze zien hun situatie vermeld staan, maar willen dat geen blijvende zorg noemen. Niet elke alleenstaande vindt zijn alleen zijn een kruis. Er zijn gelukkige gehandicapte mensen die niet meer aandacht nodig hebben dan andere mensen. Ze willen dat zelf niet eens.

Er zijn, hoe dan ook, mensen die enige extra aandacht van anderen nodig hebben en dat ook op prijs stellen. De omstanders zien dat helaas niet altijd. In het begin van een zorgelijke periode komen ze wel. Als iemand pas alleenstaand geworden is, komt er veel volk over de vloer. Dat kan zelfs belastend zijn. Het bezoek wordt echter allengs minder. Na een halfjaar zijn de mensen aan de situatie gewend en ze vragen niet eens meer hoe het gaat. Dit gaat in alle gemeenschappen op, ook in de kerk. Als een moeder in een psychiatrische inrichting is opgenomen, krijgt het gezin huisbezoek vanuit de gemeente. Als diezelfde vrouw langdurig weg is, nemen de huisbezoeken vanzelf in aantal af Andere mensen gaan op een gegeven moment weer voor.

Dat heeft tot gevolg dat mensen die lange tijd in de zorgen zitten, het gevoel kunnen krijgen dat ze vergeten worden door de anderen. Nog een stapje verder en ze gaan erover klagen. Juist de ambtsdragers moeten het dan ontgelden. In Hand. 6 wordt al zo'n situatie beschreven.

Grieks sprekende weduwen in Jeruzalem menen aandacht te kort te komen. Die klacht kunnen we ook actueel verwoorden. „De dominee komt regelmatig bij de overbuurvrouw, die ernstig ziek is. Hij neemt niet de moeite om, al was het maar even, bij mij binnen te lopen. Hij weet dat ik altijd alleen zit." Die klacht is soms terecht. We gaan niemand verdedigen. Veel mensen verschuilen zich achter hun drukke bezigheden als ze hun medemensen niet opzoeken. Er zijn schrijnende voorbeelden te noemen van familieleden en gemeenteleden die hun broeder of zuster in nood echt verwaarlozen. Dat valt niet goed te praten.

Toch maak ik twee kanttekeningen. Mensen die menen aandacht te kort te komen, zeggen dat dikwijls tegen de verkeerde persoon. Ze zeggen tegen de buurman: „De dominee komt hier nooit." Als de buurman dan zegt: „Belt u hem dan op en zeg het!", is de reactie: „Ik wil niet lastig zijn. De dominee heeft het vast al druk genoeg." Dit is een vreemde redenering. Een eerlijke vraag of klacht mogen we aan het juiste adres uiten. Als we dat niet doen, moeten we tegenover een ander onze mond houden. Pas als iemand ons redelijke verzoek afwijst, mogen we een ander erbij betrekken. De tweede kanttekening is deze. Wie klaagt dat hij geen bezoek krijgt, heeft alleen maar recht van spreken als hij of zij zelf hartelijk is voor anderen. Als een weduwnaar klaagt dat er niemand bij hem komt, maar hij zoekt zelf zijn zieke broer niet op, dan is zijn klacht egoïstisch. Dat komt helaas dikwijls voor.

In het ik-gerichte klagen zit nog wel een beetje wrange humor. Op nummer 28 woont een dove die vindt dat het tijd wordt dat hij bezoek krijgt. Op nummer 30 woont een werkloze met hetzelfde probleem. Op nummer 36 zitten ouders van een kind met opvoedingsmoeilijkheden te treuren dat niemand met hen meeleeft. Ze klagen over anderen en hebben niet door dat anderen dezelfde klacht over hen hebben. Ze zeggen over anderen: „Iedereen is tegenwoordig maar druk met zichzelf!" Anderen zeggen hetzelfde over hen. Dit probleem is wel op te lossen. Als iedereen, voor zover dat mogelijk is, nu eens ietsje meer aan de ander denkt, dan aan zichzelf.. Als iedereen niet wacht tot een ander komt, maar zelf het initiatief neemt... Dan zou het in de familie toch nog fijn kunnen worden. Ook in de kerkelijke gemeente zouden minder mensen in de kou staan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 juli 1996

Terdege | 72 Pagina's

Help, ik krijg te weinig aandacht!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 juli 1996

Terdege | 72 Pagina's