Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RECLASSERING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RECLASSERING

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De reclassering is een particuliere organisatie, die hulp biedt aan personen, die 18 jaar of ouder zijn en die met de strafechter in aanraking komen omdat ze een ernstig strafbaar feit hebben begaan. Velen denken dan aan hulp in de vorm van bezoeken van gevangenen, verstrekken van kleding en geld en helpen aan huisvesting en werk bij ontslag uit de gevangenis. Tegenwoordig houdt die hulp meer in.

Betekenis van het woord

Het woord „reclassering" betekent weer terugbrengen in de klasse, de groep, waaruit iemand gevallen is. Dit is de zin, die ongeveer 150 jaar geleden gold. Toen werd door velen gestreefd naar „zedelijke verbetering van de gevangenen". Deze aanduiding kwam destijds voor in de naam van de oudste reclasseringsinstelling, het Nederlands genootschap tot reclassering, opgericht in 1823. Hoewel in die tijd grote afval van het christelijk geloof plaats vond en de uitdrukking „zedelijke verbetering" van onchristelijke oorsprong is moet de reclassering niet terzijde worden geschoven. De christen heeft naar Gods gebod zijn naasten, waartoe ook gevangenen behoren, lief te hebben als zichzelf. Ds. O. G. Heldring (1804 - 1876), een tijdgenoot en geestverwant van Groen van Prinsterer uit de periode van het Réveil, bezocht b.v. in januari 1847 de Goudse vrouwengevangenis. Gesteld moet zelfs worden, dat de reclassering een arbeid is, die in de christelijke gemeente altijd is verricht. Het is mij bekend, dat predikanten uit onze gemeenten gevangenen bezoeken en dat kerkeraden hulp verschaffen.

Rechtspraak

Met de reclassering komen wij in aanraking met de berechting van de misdadiger (delinquent), een kant van de samenleving, waarover wij in de kranten lezen, maar die ver van ons af staat. Om enig inzicht te krijgen in de taak van de reclassering moeten wij eerst een grove schets hebben van de strafrechtspleging, dat is hetgeen er gebeurt met iemand, die als verdachte van een misdrijf (delict) door de politie is gearresteerd.

Het hoogtepunt van de strafrechtspleging, en dus ook het belangrijkste moment voor de verdachte, is de rechtszitting. De overheid komt daar naar voren in de persoon van de rechter, die een vonnis velt en de straf oplegt. Voor een zo rechtvaardig mogelijke uitspraak heeft de rechter alle gegevens nodig over de dader en de daad, die te vinden zijn. Er is nog een aanleiding om de rechter over de persoon van de dader te informeren. In de wet op het gevangeniswezen, de Beginselenwet, staat dat de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, met handhaving van het karakter van de straf, mede dienstbaar moet zijn aan de voorbereiding van de terugkeer van de gevangene (gedetineerde) in het maatschappelijk leven. Dat wil zeggen dat er tijdens het verblijf in de gevangenis (detentie) al aan gewerkt moet worden de gevangene straks in de vrijheid een zo goed mogelijke kans te geven dis vrijheid aan te kunnen en niet weer tot misdaad te vervallen (recidive). Tot dat doel zijn er verschillende soorten gevangenissen: open en gesloten inrichtingen. In een open gevangenis brengt de gevangene alleen de tijd buiten zijn werk door. Overdag is hij net als een ander in de omgeving bij een baas in dienst. De rechter kan met de kennis van de dader beter de soort straf bepalen.

In de rechtszaal zijn tijdens de zitting aanwezig: de rechter, de verdachte, de getuigen, de officier van justitie, de advocaat en soms de psychiater. De officier van justitie klaagt aan en eist straf en de advocaat verdedigt de verdach-

te. Voor ons is in dit verband van belang wie daar wat zeggen kan over de persoon van de verdachte. De rechter ontvangt over hem informatie van 2 zijden, van de psychiater en van de reclassering. Elk van hen belicht een bepaalde kant van zijn persoon. De psychiater geeft als arts in geestesziekten, ook wel zenuwarts genoemd, de rechter kennis over de geest van de dader. Is de dader geestelijk gestoord en in welke mate! Hiermede moet de rechter komen tot de beantwoording van de vraag in hoeverre de dader zijn daad verweten kan worden, in hoeverre hij toerekeningsvatbaar is.

Taak van de reclassering

De reclassering is niet in de persoon van de reclasseringsmaatschappelijk werker op de strafzitting aanwezig. Dit wordt in reclasseringskringen betreurd. Nu ligt er voor de rechter het voorlichtingsrapport van de reclassering. Daarin staan inlichtingen over de persoonlijkheid en de levensomstandigheden van de „cliënt". Karakter, werk, gezinsomstandigheden, loon, vrije tijdsbesteding, omgang met buren, vrienden en kennissen enz. Ook vinden wij daarin informatie betreffende zijn mogelijkheden tot terugkeer in de samenleving en de hulp van de reclassering die daarbij nodig zal zijn. De reclassering spreekt niet over verdachte of dader, maar over cliënt (klant, beschermeling). Het verzoek tot uitbrengen van het voorlichtingsrapport kan uitgaan van de officier van justitie, de rechter-commissaris (een rechter, die het onderzoek van de politie aanvult), de rechter zelf, de advocaat, de verdachte zelf of zijn familie en van de reclassering. De meeste verzoeken komen van de officier van justitie en de rechter-commissaris. Hierdoor is de justitie de belangrijkste werkverschaffer van de reclassering. De reclasseringsmaatschappelijkwerker voert ten behoeve van het rapport gesprekken met de verdachte, en in overleg met deze, met personen uit zijn naaste omgeving, familieleden, werkgever, buren enz. Dit is moeilijk werk. De verdachte weet dat de justitie, die hem straks zal oordelen, dit rapport heeft gevraagd. Hij zal niet terstond aanvaarden, dat de reclassent, die het rapport opstelt, dit doet om hem te helpen. Hij is eerder geneigd deze helper te zien als een verlengstuk van de justitie en dus als een tegenstander. Ook is er er steeds de vraag in hoeverre de reclassent achter zijn cliënt moet gaan staan. Het ligt voor de hand dat hij de misstap van zijn cliënt min of meer gaat begrijpen. Hij weet hoeveel gelegenheid en aanleiding er wordt gegeven tot het begaan van strafbare feiten. In de warenhuizen worden de goederen voor het grijpen gelegd om de verkoop te bevorderen. Gelegenheid maakt de dief. De benadeelden en de slachtoffers van de daad mag hij toch niet uit het oog verliezen. Hij weet dat de gevangenis, hoeveel er ook aan wordt gedaan, een plaats is waar de gestraften samen zijn en ook slechte dingen van elkaar leren. Het is hem bekend dat iemand, die in de gevangenis heeft gezeten, moeilijker dan anderen weer aan werk komt. Toch geldt hier ook dat zachte heelmeesters stinkende

wonden maken. Hij dient tevens te bedenken, dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt en door de Heere geroepen is tot straffen. De reclassent is werkzaam in een ingewikkeld patroon van normen en menselijke verhoudingen: cliënt — hemzelf, cliënt — slachtoffer, cliënt — justitie, cliënt — zijn milieu, cliënt — familie. Hij voert gesprekken, geeft informatie, tracht begrip te kweken, te bemiddelen, te ontspannen enz. Er zitten spanningen in dat boeiende interessante werk.

Nog andere taken

Naast de voorlichtingsrapportage aan de rechter heeft de reclassent nog andere taken, die ongeveer hetzelfde karakter hebben.

De officier van justitie kan besluiten iemand, die een strafbaar feit heeft begaan, niet voor de rechter te brengen op voorwaarde dat hij contact onderhoudt en hulp aanvaardt van de reclassering. Iemand kan veroordeeld worden tot gevangenisstraf zonder dat hij moet gaan zitten. De voorwaardelijke veroordeling. Hij krijgt een proeftijd, soms van enkele jaren, en moet gedurende die tijd contact onderhouden met de reclassering. Als hij zich niet aan de voorwaarden houdt wordt de straf alsnog uitgevoerd. Na afloop van de proeftijd is hij geheel vrij man. Deze vorm van straffen wordt veel toegepast bij mensen, die voor minder ernstige feiten voor de eerste keer met de justitie in aanraking komen.

Iemand die uit de gevangenis komt wordt, waar nodig door de reclassering opgevangen. Van deze mensen komen nog vrij veel verzoeken om geld en onderdak.

Steeds gaat het er om cle cliënt en zijn omgeving zo te adviseren en te begeleiden dat herhaling van een misstap uitblijft.

Reclassenten zijn beroepskrachten

Vroeger waren reclasseerders welwillende, hulpvaardige vrijwilligers, meestal afkomstig uit gegoede standen. Na de tweede wereldoorlog maakten de vrijwilligers geleidelijk plaats voor beroepskrachten. Er zijn thans niet veel ongeschoolde gevangenisbezoekers-oudestijl meer. De begeleiding in de gevangenis is in handen van geestelijke verzorgers en sociale ambtenaren, die vast aan de inrichting zijn verbonden.

Tegenwoordig is een reclasseerder een maatschappelijk werker. Dat wil zeggen dat hij na de havo een diploma heeft behaald aan een sociale academie met een 3 of 4-jarige cursus. Hij heeft daar sociale wetten bestudeerd. Hij heeft les gehad van psychologen over het gedrag en het karakter van mensen, van sociologen over cle samenstelling van en de ontwikkelingen in cle samenleving, van psychiaters enz. Hij heeft dus geleerd mensen te helpen, die in geldnood zijn, die moeilijkheden hebben met zichzelf en in de contacten met anderen en hoe bij allerlei instellingen hulp te krijgen is. Daarbij heeft de maatschappelijk werker bij de reclassering specifieke kennis van het justitiële apparaat en van situaties onder cle mensen en in de maatschappij, die misdaadbevorderend kunnen werken. Het aantal beroepsreclassenten bedraagt ongeveer 600 en zij hebben per jaar contact met ongeveer 15000 cliënten. De reclasserings maatschappelijk werker is in dienst van particuliere reclasseringsinstellingen. Hij is dus geen ambtenaar al wordt hij vaak reclasseringsambtenaar genoemd. Het salaris staat wel gelijk met dat van de rijksambtenaren en wordt betaald door het Ministerie van Justitie.

Toch werk voor vrijwilligers!

Nu blijkt dat het reclasseringswerk nagenoeg geheel is overgegaan in handen van beroepskrachten (professionalisering) zou onwillekeurig de gedachte kunnen rijzen, dat er voor ons ondeskundigen geen taak meer ligt. Dat zou een nare vergissing zijn. Gods geboden gelden voor alle mensen. De Heere vraagt van ons acht te geven op elkaar en speciale aandacht te schenken aan de zwakken, de struikelenden en de minder begaafden. Dat behoort tot de praktijk der godzaligheid. In ons natuurlijk bestaan hebben wij de neiging ons af te wenden zodra wij in aanraking komen met de gevolgen van cle zonden. Dat gebeurt bij ziekte, armoede, krankzinnigheid en ook bij de misdaad. Laten wij in gehoorzaamheid onze naaste, die zich afwijkend gedraagt, die een onchristelijk leven leidt, die tot misdaad vervalt, niet verstoten maar de helpende hand blijven bieden. Dat is in wezen reclasseringswerk. Zodra er deskundigen zijn hebben anderen de

neiging om zich geheel uit de betreffende problemen terug te trekken. Dit is onjuist. De deskundigen hebben het meeleven en de hulp van anderen nodig. De reclasseerder zal steeds trachten personen uit de omgeving van de cliënt bij de hulp te betrekken. Dat kunnen familieleden, buren, leden van de gemeente, kerkeraadsleden enz. zijn. Laten wij gehoor geven als een dergelijk verzoek tot ons komt.

Organisatie van de reclassering

Er zijn een aantal reclasseringsinstellingen, allen particulier, door de overheid gesubsidieerd, waarvan de 5 landelijke zijn: Ned. genootschap tot reclassering, Katholieke reclasseringsvereniging, Protestant christelijke reclasseringsvereniging, Dr. F. S. Meyersvereniging en Leger des Heils. Het zijn soms verenigingen, waarvan men lid kan worden als van een mannen-en jeugdvereniging. Zo kan men met een klein bedrag aan contributie dit werk steunen.

Per 1 augustus 1973 hebben de eerste 4 instellingen een fusie aangegaan. Hoe de organisatie zal worden is nog niet geheel duidelijk. De voorkeur van de cliënt om geholpen te worden vanuit een christelijke overtuiging zal gerespecteerd blijven en de reclassering blijft een particuliere aangelegenheid. Nu is het nog zo dat in iedere plaats met een rechtbank (19 in totaal) een reclasseringsraad werkzaam is, waarin o.a. de plaatselijk werkende instellingen vertegenwoordigd zijn. De raad legt de verbinding tussen de justitie en de particuliere instellingen. Zo richt de officier van justitie zijn verzoek om een voorlichtingsrapport aan de reclasseringsraad, die het doorzendt bijv. aan de Protestant christelijke vereniging als de cliënt uit een christelijk milieu komt. Ieder najaar organiseren de reclasseringsinstellingen een landelijke straatcollecte onder de naam „Nationale reclasseringsactie".

Opleiding en gezag van Gods Woord

De maatschappelijke werkers worden opgeleid op sociale academies, waar het Woord van God geen gezag meer heeft. Het onderwijs is doordrenkt van onchristelijke en humanistische ideologieën. Dat uit het hart cle kwade bedenkingen voortkomen wordt niet beleden. Zondebesef en bekering tot de levende God komen niet aan de orde. Niet of weinig wordt erkend, dat het afwijken van de Heere de oorzaak is van alle narigheid. Dat alle overheden bekleed zijn met gezag door God verleend wordt veelal ontkend. Er wordt een waardenpatroon gebracht, dat afwijkt van de Bijbel. Er wordt gesproken over mondigheid, inspraak, medezeggenschap, zelfontplooiing, zelfwerkzaamheid en bewustwording van mogelijkheden, medemenselijkheid, sociale actie, straf mag geen vergelding zijn. Erkend moet worden dat een aantal aangewezen misstanden bestaan. En ieder dient binnen de grenzen van zijn verantwoordelijkheid te werken aan verbetering. Maar beseft moet worden, dat geen enkel systeem ons de verlossing zal brengen, omdat het gehanteerd wordt door de zondige mens. Alleen waar gebed èn arbeid samengaan mogen wij zegen verwachten.

Wat de misdaad betreft las ik ergens, dat onze generatie de eerste is in de geschiedenis, die misdaad geen misdaad meer noemt. Wij verklaren alles uit louter psychologische factoren. Deze benadering treffen wij aan bij een aantal reclassenten.

Bijzonder dankbaar moeten wij zijn met de enkele jaren bestaande sociale academie van de Gereformeerde Kerken Art. 31 en de pas opgerichte Gereformeerde sociale academie te Ermelo, waaraan ook de Gereformeerde Gemeente meewerkt. Wij hopen, dat deze scholen straks maatschappelijkwerkers zullen afleveren, die het gezag van Gods Woord hoog houden. Deze jonge krachten zullen kennis nemen van wetenschappelijk onderzoek op de gebieden van psychologie, sociologie enz. en beseffen, dat zij daarbij Gods Woord hebben, dat hun dingen mededeelt, die de wetenschap niet kan bieden, namelijk dat voor de grootste misdadiger redding te vinden is bij het kruis van Christus

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1974

Daniel | 18 Pagina's

RECLASSERING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1974

Daniel | 18 Pagina's