Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘KINDERDOOP IS GEBASEERD OP VERVANGINGSTHEOLOGIE’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘KINDERDOOP IS GEBASEERD OP VERVANGINGSTHEOLOGIE’

Onderzoek van baptistenvoorganger L. Hellinga naar doopdebat in de 16e eeuw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lijkt een privilege van gereformeerden om er een verbondstheologie op na te houden. Niets is echter minder waar, volgens baptistenvoorganger in Appingedam Liebrecht Hellinga (1970). Hij doet onderzoek naar het doopdebat in de tijd van de Reformatie en richt daarbij in het bijzonder de aandacht op de verbondstheologie van doperse leiders. Vanuit dit onderzoek wil hij komen tot een evenwichtige baptistische verbondsvisie die de verbinding zoekt met de gereformeerde theologie.

Aanleiding hiervoor is onder meer de verlegenheid die er is wanneer mensen vanuit andere kerken, die als kind gedoopt zijn, zich aan willen sluiten bij een baptistengemeente. We spreken met hem over zijn onderzoek dat hij als promovendus aan de VU Amsterdam, onder leiding van prof. C. van der Kooi, prof. E.A. de Boer en prof. H. Bakker uitvoert.

Volgens de gereformeerde theologie worden er kinderen gedoopt op grond van het verbond. Deze gedachte wordt volgens Hellinga echter niet meer zo breed gedragen in het protestantisme. Dat is ook niet zo gek, legt hij uit: “De reformator van Zürich H. Zwingli heeft de notie van het verbond geïntroduceerd om de kinderdoop te verdedigen en legde daarom de link met de besnijdenis. Zijn opvolger H. Bullinger werkte dit idee verder uit en verwoordt daarbij expliciet dat Israël heeft afgedaan en de kerk voor haar in de plaats is gekomen.”

“Bullinger verwoord dit onder andere in De testamento seu foedere Dei unico et aeterno (1534)1. Een en ander betekent in feite dat de kinderdoop gebaseerd is op de vervangingstheologie. Die is echter niet meer actueel en daarmee vervalt de legitimatie om kinderen te dopen.”

“Daar komt bij dat de samenleving is veranderd. In de zestiende eeuw werd de maatschappij gezien als christelijk. De kerk maakte onderdeel uit van deze maatschappij. Als een kind werd gedoopt. maakte het niet alleen deel uit van de kerk, maar was het daarmee ook onderdeel van de samenleving. Niet dopen van kinderen zou betekenen dat zij geen deel van de kerk zouden zijn en geen onderdeel van de samenleving zouden vormen. Dit werd dus beschouwd als ontwrichting van de samenleving.”

Doopdebat

Er is dan ook alle reden toe om het doopdebat zoals dat in de zestiende eeuw gevoerd werd, te hervatten, volgens Hellinga: “Ik wil daar met mijn onderzoek een aanzet toe geven. Het is vooral de gereformeerde verbondstheologie die bekend is omdat onze protestantse traditie doorspekt is met de erfenis van Bullinger en Calvijn. Maar ook bij de baptisten speelt sinds hun (eerste) oorsprong in 1609 in Amsterdam de notie van het verbond een belangrijke rol.

De verbondsopvattingen onder huidige baptisten zijn echter divers en voor een groot deel een reactie op de afschaffing van de bedelingenleer. Ik wil de verschillende opvattingen in het tweede deel van mijn onderzoek kritisch evalueren. In het derde deel wil ik komen tot een visie waarmee het haperende debat met de gereformeerden weer op gang kan komen.”

Van onderaf

Het eerste (historische) deel van zijn onderzoek dat Hellinga onlangs afrondde, is voor een groot deel gewijd aan de Oostenrijkse doperse leider Pilgram Marpeck (1495-1556). Een belangrijk en bekend werk van hem is Vermanung (1542). “Marpeck, die evenals zijn wat bekendere tijdgenoot B. Hubmaier (1480-1528) het debat met Zwingli aanging, heeft veel te bieden. Hij heeft een theologie ontwikkeld die sterk uitgaat van de gemeente. Hij heeft zijn gedachten als het ware wandelend tussen en luisterend naar de gelovigen gevormd en vandaaruit verwoord.”

“Het gaat bij Marpeck vooral over de vraag: wat betekent het om gemeente van Jezus Christus te zijn, geleid door Zijn Geest en Woord. In zijn visie heeft de doop op belijdenis van persoonlijk geloof een plaats. Hij baseert dat op teksten uit de Bijbel, waarin te lezen is dat mensen het Woord hoorden, zich lieten dopen en zo onderdeel werden van de gemeente. Tegelijkertijd is bij hem de doop ook een teken van het verbond van God met de gemeente en met de gelovige en van de gelovige die zich verbindt met God en zijn medegelovigen.

Marpeck baseert zijn verbondsgedachte onder meer op 1 Petrus 3:21, waar het gaat om een verbond (Bund in de vertaling van Luther) tussen God en mens. Hij werkt dit uit tot een persoonlijke verhouding met Christus en met elkaar. Het idee van het verbond bij doperse denkers komt op vanuit de gemeente en is minder dan bij gereformeerden van bovenaf, vanuit de theologie opgelegd. De grondtoon is dat God zich wil verbinden aan mensen. Het initiatief ligt en blijft bij God, daar zijn dopersen en gereformeerden het over eens.”

Pijnpunt

Het bestuderen van wat doperse leiders uit de zestiende eeuw aanreiken, levert echter voor Hellinga ook een pijnpunt op. “Als je goed naar hen luistert, stellen ze dat christenen die als kind gedoopt zijn en niet op grond van hun persoonlijke belijdenis, geen echte christenen zijn. Dit kun je echter nooit zo zeggen. Hier zit een stuk verlegenheid bij de baptisten. Daarbij worstelen de gelovigen uit de traditionele kerken die zich bij ons aan willen sluiten met de eis van de belijdenisdoop. We zitten hier met het resultaat van een verwarrende kerkgeschiedenis, die ons belast. Van deze kerkgeschiedenis is de verlegenheid ten aanzien van de doop het resultaat.”


Een vruchtbare discussie moet volgens Hellinga dan ook in feite in eerste instantie niet gaan over de doop, maar over de invulling van het begrip verbond: wat bindt ons aan God en aan elkaar. Daarom wil hij op zoek naar verbondsgedachten die gezamenlijk binnen het protestantisme gedragen kunnen worden. Welke inhoud die gedachten hebben, kan hij nog niet zeggen, maar het staat voor hem als een paal boven water dat het debat heropend moet worden.


“Baptisten zijn zoekend naar een manier om andere christenen te aanvaarden die Jezus erkennen als hun Heer, maar niet de belijdenisdoop hebben ondergaan. Anderzijds kunnen we niet zomaar de kinderdoop accepteren. We moeten zoeken naar zaken waarover we het eens zijn en waarin we elkaar ruimte willen geven.”

Een vruchtbare discussie moet volgens Hellinga dan ook in feite in eerste instantie niet gaan over de doop, maar over de invulling van het begrip verbond: wat bindt ons aan God en aan elkaar.

“Sommige baptistengemeenten overwegen de eis tot geloofsdoop te laten vervallen”, vervolgt de voorganger. “Het is waar dat voor broeders en zusters die aansluiting zoeken in onze gemeenten, de doop in de weg zit. Zij zeggen nogal eens: laat de eis tot geloofsdoop los en laten we dan kijken wat we met elkaar belijden. Aan de andere kant zit er echter ook een stuk spanning bij de baptisten. Omdat mensen uit een andere traditie zich aan willen sluiten bij ons, zouden wij een belangrijke overtuiging, die bepalend is voor onze identiteit, moeten loslaten.”

Situatie in Appingedam

Het debat is moeilijk, maar niet onmogelijk. Dat bewijst de situatie in Appingedam. Daar ontmoeten en spreken de predikanten van de gereformeerde kerk (vrijgemaakt), de protestantse gemeente, de hervormde gemeente en de baptistengemeente elkaar geregeld. Er is zelfs sprake van gezamenlijke (bijzondere) diensten en samenwerkingsverbanden op andere gebieden, zowel kerkelijk als maatschappelijksociaal.

De theologie blijft daarbij in de binnenkamer. Hellinga: “Theologie is een middel om te verwoorden wat je op een bepaald moment gelooft en denkt, maar daar hoeft niet alles voor te wijken; ze kan al gauw een machtsinstrument worden en was dat ook in de periode van de Reformatie.”

“In Appingedam zijn wij als verschillende kerken met elkaar in gesprek gegaan om ons met elkaar te verbinden als gelovigen, ondanks de verschillen die we van elkaar erkennen, respecteren en waarderen. Het gesprek is niet zo eng als het lijkt en het kan alleen van onderop. Het helpt ook mee dat de kerk in onze tijd van haar voetstuk is gevallen. Dat opent nieuwe wegen om elkaar te vinden. Ik prijs de Heer dat de kerk van haar voetstuk is gevallen.”

Noot

1. Een goede en veelgebruikte Engelse vertaling is in Charles S. McCoy and J. Wayne Baker, Foutainhead of Federalism, Heinrick Bullinger and the Covenantal Tradition (Westminster/ John Knox Press, Louisville, Kentucky, 1991).


Geloofsdoop lakmoestest?

Voorganger van de CAMA/parousiagemeente in Kamerik Jan Wolsheimer kwam al jaren geleden tot dezelfde conclusies als Liebrecht. In zijn geval na bestudering van de Institutie van Calvijn.

“Calvijn legt het verbond met Israël op de kerk en gaat daarmee voorbij aan het nieuwe verbond. Persoonlijk maakt de vorm van dopen me niet zo veel uit. Ik ben teveel bezig in het missionaire werkveld om dit soort uit elkaar drijvende standpunten te verdedigen of aan te vallen.

Voor mij zijn zuigelingendoop/ opdragen en geloofsdoop/belijdenis twee overgangsrituelen in een bepaalde leeftijdsfase. Zoom je in dan worden de verschillen (pijnlijk) zichtbaar, zoom je uit dan zijn de verschillen niet zo vreselijk groot. Ik leg liever de nadruk op de periode na deze rituelen: hoe leef je je geloof?”

In zijn gemeente (600 mensen) is men echter nog niet zo ver. “De oudere garde vindt de geloofsdoop nog steeds een lakmoestest voor evangelisch christenzijn. De mensen van 40 jaar en jonger maken er (grosso modo) niet zo’n punt van.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2017

Protestants Nederland | 24 Pagina's

‘KINDERDOOP IS GEBASEERD OP VERVANGINGSTHEOLOGIE’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2017

Protestants Nederland | 24 Pagina's