Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui !

Gideon 32 (Richt. 6 : 33 - 35)

„Alle Midianieten nu en de Amalekieten en de kinderen van het oosten waren samenvergaderd, en zij trokken over en legerden zich in het dal Jizreëls. Toen toog de Geest des Heeren Gideon aan, en hij blies met de bazuin en de Abiëzrieten werden achter hem bijeengeroepen; ook zond hij boden in gans Manasse, en die werden ook achter hem bijeengeroepen, desgelijks zond hij boden in Aser en in Zebulon en in Naftali, en zij kwamen op hun tegemoet”.

We hebben eerst de tekst er maar weer boven geschreven. Dan weten jullie, voordat je gaat lezen, wat er in de bijbel staat. Dat is altijd belangrijk. Ik kan dat niet genoeg onderstrepen, namelijk dat jullie weten, wat er in de bijbel staat. Want de ervaring leert ons, dat de „bijbelkennis” bij velen niet al te groot is. Vele jonge mensen weten van de bijbel weinig of niets. Dat is erg jammer. Dat vindt de duivel heel goed. Want hoe minder jonge mensen van de bijbel weten, hoe liever het hem is. Want dat is het enige boek, dat van A. tot Z. de waarheid is, ook al wordt er nog zo aan getornd. Bedenken jullie ook dat er in de bijbel staat: „Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl gij de kennis verworpen hebt, heb Ik ook u verworpen ….” Hosea 4 : 6.

Als ik dit zo schrijf, dan weet ik natuurlijk heel goed, dat alleen een hoop uiterlijke kennis van de feiten niet genoeg is, om zonder verschrikking God te kunnen ontmoeten. De kennis moet geheiligd worden aan het hart! Maar daar wil de Heere dan toch het heel eenvoudige lezen van Zijn Woord voor gebruiken. Dus, beste jongens en meisjes, ook ouderen: leest maar veel het Woord van God, onderzoekt het. Want het zijn de Schriften, Die jullie wijs kunnen maken tot zaligheid.

De vijanden waren de Jordaan overgetrokken. Zij legerden zich in het dal Jizreëls. Je zoudt er eigenlijk de kaart van Palestina bij moeten nemen, om je van deze geografische gegevens enige voorstelling te kunnen maken. Het dal Jizreëls was een vruchtbare vlakte, gelegen in het stamgebied, dat aan Issaschar was toegewezen. De stam van Manasse was ten Zuiden van Jizreël het meest aangrenzende gebied. En dat was de stam, waartoe Gideon behoorde.

Jullie kunnen begrijpen dat het in het dal Jizreëls een hele vervulling was. Honderd vijf en dertig duizend mannen, die toch ook allemaal het nodige bij zich hadden, zoals dat met een leger te velde gaat. Alleen het aanzien al was voldoende reden om de schrik van je leven te krijgen.

We hebben jullie de vorige keer geschreven, dat de duivel de vijand gebruikte, om in het volk Israël, de Christus te doden. We hebben jullie ook geschreven dat God de vijand gebruikte om het volk te kastijden vanwege het steeds weer terugkerende afwijken van de Heere.

Dat is in het algemeen waar. Maar dat is in het persoonlijke leven nog ook waar. Daar wil ik jullie ook nog even op wijzen. Want ieder van Gods kinderen heeft de Heere Jezus in zich. Zij hebben de Geest van Christus. En nu wil de vijand — het kan de duivel niet schelen, wie of wat hij daarvoor gebruikt — de Heere Jezus in het leven van een kind van God doden. Dat is natuurlijk niet mogelijk. God staat altijd voor Zijn eigen werk in. Hij staat voor „Zijn volk” in. Maar dat kan dat volk niet altijd bekijken. Zij durven het ook niet altijd te geloven. Degenen die een eigengemaakt geloof hebben, hebben daar geen moeite mee. Als ze een ander er over horen spreken, dat het zo donker is en dat de vijanden het land vervullen, dan is dat voor hen een vreemde taal. Dat kunnen ze niet begrijpen. Ze zeggen dan dadelijk: Man, je moet geloven! Ja, ja, geloof maar eens als je wilt.

De echte gelovigen komen er steeds meer achter, dat het geloof een gave van God is en blijft. En hoe komt het nu, dat ze zo vaak niet durven te geloven, dat de Heere hen wel weer helpen zal? Dit komt omdat het hun eigen schuld is, dat de vijand in het land gekomen is. Zij hebben de Heere verlaten, en nu gevoelen zij zich ook door de Heere verlaten. En Hij zou recht zijn als Hij nooit meer naar hen om zou kijken. Begrijpen jullie dat? Misschien zit hier of daar wel een jongen of meisje, die met deze dingen loopt te tobben. Laten jullie je dan onderwijzen uit het Woord van God. Als het dan zo benauwd is van binnen, uit oorzaak van de „vijanden”, die het land der ziel vervullen, dan worden toch ook anderzijds die vijanden weer een middel in de hand des Heeren, om zulk een „benauwde” naar de Heere uit te drijven. Wat werkt de Heere toch altijd wonderlijk! O zeker, dit wordt niet altijd dadelijk opgemerkt, maar als men er achter staan mag, en mag zien, dat de Heere nu de vijanden gebruikt heeft, om weer aan de voeten des Heeren terecht te komen, dan kan men voor al Zijn wonderlijke leidingen, Hem alleen maar dankbaar zijn.

Ik weet dat er ook onder mijn jonge lezers zich bevinden, die hier wel iets uit de praktijk van het leven van weten. Ik hoop dat er vélen zijn Maar dat weet God.

Gideon kreeg er kennis van, dat de vijanden het land weer vervulden. En wat gebeurde er nu? Gideon was door de Heere geroepen om het volk te verlossen uit de hand van de vijanden. Kon Gideon dat? Niet in eigen kracht. Ja, dat moeten jullie ook onthouden. In eigen kracht zou Gideon totaal niets kunnen uitrichten. Dat kan niemand. Eigen krachten te verachten, wordt op Jezus school geleerd, zegt zo’n versje. Hebben jullie dat ook al geleerd? Ik hoop niet dat jullie me nu ineens wat ouderwets gaan vinden, want dit is altijd nog datgene, wat God Zijn kinderen leert. Er verandert in de loop der jaren heel veel, maar dit verandert niet, omdat de Heere altijd Dezelfde blijft.

God, Die Gideon geroepen had, laat Gideon, nu het er op aan gaat komen, niet alleen staan. Neen, Hij, Die roept is getrouw, Die het ook doen zal.

Dat is ook een wonder, als je dit door het geloof mag verstaan. Want de mensen, de kinderen van God zien zo dikwijls hun ontrouw. Zij kunnen het daarom niet begrijpen, dat de Heere getrouw is en blijft. Uwe trouw is groot!

Toen toog de Geest des Heeren Gideon aan ….” Dat is een wonderlijke manier van zeggen. En toch weer niet zo wonderlijk, als je maar goed leest wat er staat. „Aantogen” betekent „aantrekken”. En dan moet je daarbij denken aan het aantrekken van een jas b.v. Als je een jas aantrekt, dan wordt de jas geheel met jou gevuld. Zo moeten jullie dat hier ook verstaan. De Geest des Heeren trok Gideon aan, laat het mij dan nu zo maar zeggen, als ware Gideon de jas, zodat Gideon geheel met de Geest vervuld werd. Gideon werd hierdoor niets anders dan een werktuig van de Heilige Geest. De Heilige Geest ging nu Gideon bekwaam maken, toerusten, bemoedigen tot de grootste taak, waartoe de Heere hem geroepen had.

Ik kan het ook nog anders zeggen: De Heere gaat door de Heilige Geest, want het is een Drieenig God, Zichzelf aangorden tot de strijd tegen de vijanden. Gideon valt dan eigenlijk weg. Ik dacht dat Paulus het ook zo begreep. Ik maak nu wel een hele sprong, maar ik geloof toch, dat dit geoorloofd is. In de gemeente te Corinthe keek men nog al tegen de dienstknechten van God op. Zo erg zelfs dat men God helemaal niet meer zag. Men ging eindigen in de mens. Daarom moest Paulus schrijven dat het niet om hen ging maar om „Hem”. Want wat waren zij anders dan „dienstknechten” van Jezus Christus. Hij noemde zichzelf „niets” en Apollos was ook „niets”. De een plantte en de ander maakte nat, maar ze konden het geen van beiden laten groeien. Het was God, Die de wasdom geeft. Zo ook hier: Gideon is „niets”, dan alleen een middel in de hand Gods. Doch God is „Alles”. Als we het zó mogen zien, worden we er voor bewaard, om in de mens te eindigen. En dat is ook nodig. Want eindigen in de mens, is niet tot eer van God. En daar een mens er toe geneigd is, om in de mens te eindigen, schrijf ik jullie ook deze dingen. Wie weet waar het goed voor is. Ik hoop dat jullie het allemaal mogen leren, om in God te eindigen. Dan krijgt Hij alleen de eer. Wie nu de Heere liefheeft, werkelijk! en dat beleeft, wil ook niet anders, dan alleen de Heere de eer geven, want


Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen
Men loov’ Hem vroeg en spâ,
De wereld hoor en volg mijn zangen,
Met amen, amen na.


Kennen jullie dat vers? Het is Psalm 72 : 11. Gelukkig als je het niet alleen met je hoofd, maar ook met je hart kent.

Dat is de wens van jullie aller vriend,

P.S.

Dit moet ik jullie toch ook nog even vertellen. Ik ben 4 oktober jarig geweest en toen kreeg ik een brief van een oude vriend. Ik schrijf voor de jeugd, zoveel mogelijk in een eenvoudige taal, die ook de jeugd begrijpt. Maar ouderen lezen het ook. Nu, die oude vriend was 91 jaar. Zijn vrouw was nog een jaar ouder. Het is dus een een zeer gezegend echtpaar, gezien de hoge leeftijd die beiden hebben mogen bereiken. Hij had in het jaarboekje mijn geboortedag nagevist en ter gelegenheid daarvan een felicitatie gestuurd. Heel hartelijk dank. Hij sprak zijn grote waardering uit voor „alles” wat in Bewaar het Pand staat. Dat doet ons natuurlijk goed. Met „ons” bedoel ik dan mij en de andere schrijvers. Het is altijd aangenaam, als je vernemen mag, dat je niet voor niets in de weer bent. Hij moest tegelijkertijd vermelden het droeve verval in eigen kerkelijke omgeving. Dat doet ons natuurlijk minder goed. Ware dit „verval” niet het geval, „Bewaar het Pand” zou nooit verschenen zijn. Doch nu is het er en het doet zijn dienst. Nu zullen jullie mogelijk vragen: Waarom wordt ons dit nu meegedeeld?

Ik zal het jullie vertellen. Deze felicitatie bracht mij op een idee. Jullie hebben allemaal een familiekring, een vriendenkring en een kennissenkring. Al die mensen zijn allemaal één keer per jaar jarig. En dan wil je hun wat geven. Niets op tegen: Kleine geschenken onderhouden de vriendschap. Doch we leven in een welvaartstijd. Je weet dikwijls niet zo gauw wat je geven moet. Toen dacht ik zo, als ik nu eens voorstelde om dan aan je familie, vrienden en kennissen eens een abonnement te geven op onze krant, zou dat zo raar zijn? Voor ƒ 10,- maak je een nog-nietlezer een heel jaar blij.

Mogelijk reageert iemand en zegt: Wat moet ik nu met mijn vijanden doen? Ik hoop niet dat je ze hebt, uit oorzaak van jou schuld. Als dat zo is, zie het dan gauw goed te maken. Geef hen dan ook maar een abonnement op ons blad. Het geschenk kan het aangezicht verzoenen.

En als je een vijand hebt buiten je schuld, dan weet ik daar ook nog een oplossing voor. Geef hem een tweejarig abonnement. Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede. Zulk een overwinning is je toch wel twintig gulden waard?

Ik geef jullie maar een raad.

Je schrijft naar J. v. d. Lee, Kwartelstraat 74, Alphen aan den Rijn.

En die zorgt voor de daad !

Bij voorbaat hartelijk dank. N.B. Ik juich dit voorstel van Ds. van der Ent van harte toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1974

Bewaar het pand | 6 Pagina's