Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JOHN G. PATON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JOHN G. PATON

Bange, brave Tannezen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke dag bracht nieuwe verdrietelijkheden voor Paton en de zijnen: dan weer werden de kippen gestolen, clan was er weer een ketel zoek, die node gemist kon worden. Wanneer Paton bij die inbraken tegenwoordig was geweest, hadden de onverlaten hem gewis met een knots ter aarde geslagen. Het opperhoofd was vreselijk boos over de diefstallen, maar daders werden niet gevonden. Wanneer zouden de Tannezen toch anders worden! Hoe groot moest het geduld toch zijn van de zendeling, en hoe groot was de liefde tot de arme heidenen.

Op zekere morgen kwam een opgewonden troep inboorlingen naar het zendingshuis. „Missi, missi!" werd er geroepen, „daar komt een god of een brandend schip of iets vreselijks over de zee. Er zijn geen vlammen, maar het rookt als een vulkaan. Wat is het ? Een geest ? Een god? Is het soms een brandend schip? "

De zendeling, die begreep wat de Tannezen zagen, bleef in de deur staan en ging niet mee naar het strand. „Ik kan niet dadelijk meegaan, " zei hij. „Ik moet me eerst verkleden, want ik denk, dat het een oorlogsschip is van koningin Victoria. Zij zullen komen informeren naar jullie gedrag; of jullie me niet besteelt of mijn leven in gevaar brengt."

„Kom dan eens even kijken, " riep het volk. „Neen, daar is geen spx'ake van. Ik moet mijn beste kleren aantrekken om straks het opperhoofd van het schip te ontvangen."

Nu kwamen twee voorname opperhoofden aanlopen. „Missi, is het een oorlogsschip? " „Dat denk ik wel, maar ga nu maar heen, want ik heb geen tijd om praatjes te maken. Ik moet er straks toch netjes uitzien? "

„Missi, zou het opperhoofd van het schip vragen, of we u hebben bestolen? "

„Dat zal hij zeer zeker."

„En zegt u het dan, missi? "

„Als er naar gevraagd wordt, moet ik het wel zeggen."

„Missi, vertel het toch niet. We zullen al het gestolene terug brengen, en nooit zal er meer gestolen worden. Daar kunt u van op aan." „Dan vlug! Alles moet hier zijn eer het grote opperhoofd van het schip er is."

Paton ging bedaard naar binnen en een ondeugend lachje speelde om zijn mond. Nu zouden de gestolen goederen wel terecht komen. Wat had zo'n naderend schip toch grote kracht op de menigte. In zeer korte tijd lag er van alles bij de deur van het zendingshuis: pannen, potten, borden, vorken, messen, te veel om op te noemen.

„Is er alles nu, missi? " riepen de opperhoofden. De zending overzag de spullen en zei: „Het deksel van mijn ketel is er nog niet."

„O Missi, dat is aan de andere kant van Tanna, " riep een opperhoofd. „Ik heb er om gezonden, maar het kan morgen pas hier zijn. Vertel het toch niet."

„Nou, " sprak Paton, „daar zal ik dan maar genoegen mee nemen. Ik ben blij dat er zoveel terug is. En nu nog iets: Gij opperhoofden, pas op, dat ge straks niet wegloopt, want dan wordt er zeker gedacht, dat gij schuldig zijt. Blijft kalm bij mij en dan zal er geen kwaad geschieden. Maar er mag niet meer gestolen worden, hoor!"

Wat waren de Tannezen bang. Ze durfden niet heen gaan en ze beloofden beter naar missi te luisteren voortaan.

Er kwam werkelijk een stoomschip: de Cordelia. De ankers werden uitgeworpen en kapitein Vernon kwam met twee boten, vol gewapende mannen aan wal. Het was een indrukwekkend gezicht, die Engelse officieren met hun manschappen, allen gekleed in prachtige uniformen en voorzien van glinsterende wapens! Het opperhoofd Miaki liep zo snel hij maar kon naar zijn dorp. Was het uit vrees? Het leek wel zo, maar een tijdje later, juist toen Paton kapitein Vernon hartelijk de hand drukte, kwam hij terug, en hoe? Over zijn bijkans naakt lichaam had hij een oude, rode soldatenrok getrokken, terwijl lange, dunne haarvlechtjes als touwtjes om zijn hoofd hingen. Zijn gezicht was lelijk beschilderd. Dicht bij Paton ging hij staan, wachtend op de dingen die komen zouden.

„Wat is dat voor een gedrocht? " vroeg de kapitein.

„Dat is ons groot oorlogshoofd Miaki", was Patons antwoord. En fluisterend vervolgde hij: „Oppassen, hoor, hij verstaat een beetje Engels."

Miaki, niets snappend van wat werd gezegd, grinnikte.

„Afzichtelijk schepsel, " bromde Vernon.

Toen sprak Miaki: „Missi, dit grote opperhoofd van koningin Victoria kan overal op Tanna, zich niet vertonen. Zou hij zo goed willen zijn, bij een boom te gaan staan. Dan kunnen we meten hoe lang hij is en dan zullen we de speer met de inkervingen het hele eiland door laten gaan om al de mensen te laten zien hoe groot deze man wel is."

De vriendelijke kapitein ging bij een boom staan. Een speer werd bij zijn voeten gezet en bij de kruin van Vernons hoofd werd een kerfje in de speer gemaakt. Nu konden de inboorlingen de lengte van de man zien! Vervolgens werden al de opperhoofden der Tannezen verzocht morgen bij de kapitein te komen. Dit gebeurde, maar eerst hadden die opperhoofden de vrouwen en kinderen naar de andere kant van het eiland gezonden. Zo bevreesd en wantrouwend waren ze.

Een uur bracht de kapitein in het midden van de opperhoofden door. Allerlei wijze raad gaf hij. Inzonderheid waarschuwde hij de bevolking om toch geen vreemdelingen kwaad te doen. Ook het schip mochten ze zien. Wat schrokken ze toen een kanon werd afgeschoten. Ze zagen de kokosbomen als strootjes afknappen! Toen smeekten ze om toch maar aan land gezet te worden. Met een klein geschenk kwamen ze zeer voldaan weer op hun eiland terug.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's

JOHN G. PATON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1952

Daniel | 12 Pagina's