Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter overweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter overweging

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds Th Delleman, Hij laat niet varen het werk zijner handen. Kok, Kampen, De Graafschap, Aalten. 231 blz. Prijs f 19,90.

Dit IS een boek voor mensen op leeftijd. Zij zien terug op hun leven en vooruit naar het einde dat komt. Dit boek houdt zich bewust bezig met het sterven De auteur schrijft over de liturgische begeleiding van zieken en stervenden.

Uit alles blijkt dat de auteur, zelf geboren in 1898, en dus reeds lange tijd emerituspredikant mensen aan het eind van hun leven gekomen, wil bemoedigen Dat heeft hij ook in de titel tot uitdrukking willen brengen Daarmee verwoordt hij de grondtoon van dit boek: God laat ook bij het einde van ons leven niet varen het werk zijner handen Hij blijft aan zijn werk getrouw.

Het boek opent niet enkele praktisch bedoelde hoofdstukken over Doop, Avondmaal en zondag 1 van de catechismus Daarnaast geeft het liturgieën voor het vieren van feestdagen, bijvoor-beeld voor de 70ste verjaardag. Het vertelt over het sterfbed van Augustmus, Luther en Calvijn Vooral wat we lezen over het sterfbed van de christenstaatsman Keuchenius heeft ons aangegrepen De liturgieën zijn bedoeld om gebed, lied en schriftlezing in verband te zetten met datgene wat herdacht wordt Zo komen ook de stervensliturgieen van de oostersorthodoxe en roomskatholieke kerken aan de orde Van de laatste zelfs de allermeuwsten

Dit boek laat heel sterk de Schrift spreken. De gebeden zijn vaak ontleend aan schriftgedeelten Niet alle gedichten kunnen we waarderen Wel vonden we de stukjes van ds P.J.O. de Bruijne treffend.

Het boek is een rijpe en rijke vrucht van een predikant die tot na zijn emeritaat is blijven onderzoeken en studeren. Met zijn vondsten en zijn eigen bezinning wil hij anderen m het laatste van hun leven helpen dankbaar terug te zien en op het sterven zich voor te bereiden Men krijgt soms het gevoel dat de schrijver zelf al schrijvend bezig is zich op zijn eigen sterven m te stellen Heeft hij misschien juist vanuit dat gezichtspunt dit boek geschreven ? In elk geval heeft het een sterk pastorale toon.

Met het oog op het gebruik zou ik willen zeggen: Lees het bii stukjes en beetjes. Het boek maakt soms een wat overvolle indruk Historisch liturgisch, bijbels en meditatief materiaal is hier in zo'n veelheid bijeengebracht dat het wat té veel kan worden Daarom in kleine gedeelten gelezen zal het 't meest geno-ten kunnen worden Maar is dat met kleme gedeelten lezen ook met typerend voor de ouderdom ? We zijn het niet eens met de schrijver dat oude mensen zelf het Avondmaal maar moeten vieren, als ze via kerktelefoon verbonden zijn met de dienst waarin het Avondmaal van de gemeente gevierd wordt. Dat zou toch wel betekenen dat oude mensen op dit punt door de gemeente en haar ambtsdragers in de steek gelaten worden.

Het is een boek dat door zijn volheid soms wat verwarrend werkt. Wie er zijn weg in vindt, kan er goede uren aan beleven.

De religie van het belijden Uitg. Kok - Kampen.

In het ”Ten geleide” schrijft ds. W. L. Tukker dat dit boekje de voornaamste functie van de belijdenis op de voorgrond wil stellen: ”gelovig spreken over God en voor God”, want dan alleen heeft het belijden waarde en kracht juist ook als we ”voor mensen getuigend, derwijzend”, nodigend belijden”, in gemeenschap met allen die een even dierbaar geloof deelachtig zijn Dan is het belijden niet maar een op-een-rijtje-zetten van dogmatische waarheden, maar belijden van geloof: ”wat met het hart geloofd wordt, wordt met de mond beleden”. In een tiental hoofdstukken wordt dit dan verder uitgewerkt, waarbij de ene auteur zich meer dan de andere aansluit bij de belijdenistekst, de ene uitgaat van de belijdenis, de andere uitkomt bij de belijdenis, de één meditatiever schrijft de ander zakelijker De volgende onderwerpen worden behandeld de Schrift (dr Goedhart), de Drieeenheid (drs Exalto), de voldoening van Christus (drs. Van Brummelen), de voorbiddmg van Christus (ds Tukker) de opstanding van Christus (ds Geluk) de rechtvaardiging (ds Van der Wal), or-thodoxie en orthopraxie (prof Graaf-land), de uitverkiezing (ds Den Boer), de kerk (ds. Abma), eer en heerlijkheid (ir De Graaf) Zonder één van de andere schrijvers te kort te willen doen, wil ik wel bijzondere aandacht vestigen op de artikelen van prof Graafland en ir De Graaf Wel een tekort acht ik het ontbreken van de sacramenten, het verbond in deze reeks Daarover zegt onze belijdenis toch ook wel het één en ander ? Juist in dezen speelt het religieus subjectivisme — om een woord van ds Van der Wal te gebruiken — toch een met geringe rol ? Of staan deze zaken bij het ”belijden” op de achtergrond ? In de ”belijdenis” toch zeker niet In het hoofdstuk over de kerk wordt het verbond wel genoemd ”De kerk moet zo ruim wezen dat het verbond zijn uitgestrekte vleugels kan uitslaan” (blz 118) Maar als in het geheel van het kerkverband dat verbond aan de orde gesteld wordt in èlke Herv kerk en gevraagd wordt of de leer die alhier geleerd wordt, de waarachtige en volkomen leer der zaligheid is, heeft dat toch met de religie van belijdenis en belijden te doen ? Ergens (blz. 102) wordt het beeld van de boog gebruikt die op spanning gehouden wordt door de pees Wordt die pees doorgesneden dan wordt de spanning gebroken, de boog verslapt en wordt krachteloos Snijdt een ”grenzenloos individualisme” (dat de kerk al zoveel kwaad heeft gedaan — blz 17) hier met de pees door ? Veel in dit geschrift heeft onze hartelijke instemming We ademen er een klimaat in dat bekend is, dat beslist ”schriftuurlijk-confessioneel” is. Het accent dat op de beleving van het geloof valt naar de norm van Schrift en confessie, is een ”verademing” juist in deze tijd waarin die beleving overwoekerd wordt door allerlei wildgroei op gereformeerd erf En toch, op het punt van de kerk heb je het gevoel op drijfzand terecht te komen De ene schrijver roept op tot fel protest: de kerk moet protesteren want een ongelovige benadering van de Heilige Schrift is dodelijk voor de kerk (blz. 21) Maar als de kerk speciaal aan de orde wordt gesteld (blz 107-120), is het protest vervluchtigd en de gewraakte benadering in het niet verdwenen alle goede woorden tegen ”karakterloze tolerantie” ten spijt Of valt die benadering ondanks haar dodelijkheid voor de kerk onder ”goddelijke, ja christelijke lankmoedigheid” ? Dit geschrift wil ”duidelijk maken waar de hervormd gereformeerden in theologisch opzicht staan”, liever nog aangeven ”wat het geestelijk spoor is waarop ze zich bevinden” 'k Geloof dat de scribenten daarin over het algemeen goed zijn geslaagd We kunnen een heel emd op dit spoor meereizen Helaas, zó in volle vaart de ”kerkwissel” nemen kunnen we met als hier blijkbaar met weinig moeite geschiedt Wanneer zal de tijd aanbreken dat de één het ”dodelijke” risico werkelijk serieus neemt, en de ander er met meer zo bang voor is ? Of moeten we de ”religie” van het belijden aangaande de eenheid van de kerk ànders beleven ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Ter overweging

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's