Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deputaatschap  Gezins- en Bejaardenzorg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deputaatschap Gezins- en Bejaardenzorg

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vele kleine instellingen voor gezinsverzorging en bejaardenhulp worden bedreigd door het spook van de schaalvergroting. Hieronder wordt verstaan het pakket van eisen, dat van overheidswege wordt opgelegd met betrekking tot de minimale omvang van de voor subsidie in aanmerking komende instellingen. Zoals bekend is deze arbeid, gezien de hoge personeelskosten, zonder overheidssteun nagenoeg niet uit te voeren.

Het leek het Deputaatschap nuttig om ten behoeve van de kerkeraden en de namens deze kerkeraden in stichtingsbesturen, enz. deelnemende bestuursleden in kort bestek aan te geven, welke eisen ten aanzien van de minimale omvang van gesubsidieerde instellingen door de overheid worden gesteld. Deze eisen zijn o.m. vastgelegd in de brief van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk d.d. 26 april 1971 nx. MG U 33156 III, onderwerp: toekomstig beleid inzake kleine instellingen voor gezinsverzorging en gezinshulp.

Met ingang van 1 juli 1971 gelden de volgende richtlijnen:

1. Nieuwe instellingen

Hiervan worden slechts subsidie-aanvragen in behandeling genomen, indien op grond van objectieve gegevens (bevolkingsaantallen, aangetoonde lacunes in die voorziening in plaats of streek, verricht behoefte-onderzoek en dergelijke) kan worden verwacht, dat tenminste aan het hierna onder 2. gestelde kan worden voldaan.

2. Minimale omvang subsidiabele instellingen

Instellingen met minder dan 10 gezinsverzorgsters en - helpsters krijgen tot 1 juli 1973 gelegenheid op grond van objectieve gegevens aan te tonen, dat zij voor 1 juli 1976 tot een instelling met plaats en werkgelegenheid voor tenminste 15 full-time gezinsverzorgsters c.q. - helpsters kunnen uitgroeien. Hierbij worden voor de hulp aan bejaarden, langdurig zieken en gehandicapten 3 part-time functionarisen voor \ functionaris met volledige dagtaak gerekend. Indien de hier bedoelde instellingen niet kunnen aantonen, dat zij zelf tot de minimaal gewenste omvang uit kuimen groeien, dienen zij aan te tonen, dat zij door fusie of federatie met andere instellingen de genoemde minimale omvang wel kunnen bereiken. Wordt dit niet aangetoond, dan zal de subsidiëring op 1 juli 1976 worden stopgezet. Er wordt nog aangetekend, dat het aantal van 15 functionarissen (op basis van een volledige dagtaak) beschouwd moet worden als een strikt minimum en dat in het algemeen gestreefd moet worden naar die voor plaats of streek meest gewenste voorzieningen voor gezinsverzorging.

3. Aanvullende opmerkingen

In correspondentie, welke door een van onze Gemeenten uitgaande stichting voor gezinsverzorging is gevoerd met het betrokken ministerie, wordt van de zijde van dit ministerie nog eens onderstreept, dat territoriale schaalvergroting op levensbeschouwelijke basis —' mits doelmatig georganiseerd —• geen bezwaar ontmoet en dat het aanbeveling verdient, zeker als uitgangspunt, de grenzen, waarbinnen een op levensbeschouwing gebaseerde regionale instelling geformeerd zou kunnen worden, niet te nauw te stellen.

Advies van het Deputaatschap

Het komt het Deputaatschap voor, dat de gestelde eisen qua omvang van de stichtingen in veel gevallen niet tot samenwerking met andere dan Protestants-Christelijke instellingen behoeven te leiden. Anderzijds is het het Deputaatschap bekend, dat in veel gevallen toch een samenwerking in een breder vlak dan nodig is, wordt nagestreefd en aan onze Gereformeerde Gemeenten min of meer wordt opgedrongen. Het motief is dan, dat door verdergaande schaalvergroting een zgn. A-instelling kan worden tot stand gebracht, d.i. een instelling met minstens 50 full-time krachten, waarvoor gunstiger subsidievoorwaarden bestaan. Hoewel zulks inderdaad het geval is, meent het Deputaatschap echter — onder verwijzing naar haar aan de Generale Synode 1971 uitgebrachte rapport — dat op grond van deze beperkte financiële voordelen geen samenwerking met andere dan Protestants-Christelijke instellingen moet worden tot stand gebracht. In zulke gevallen dient dus te worden gestreefd naar samenwerking uitsluitend binnen Protestants-Christelijk verband, ook al is daaraan enig financieel nadeel verbonden.

De zaak kan anders liggen, wanneer op grond van te kleine totaal omvang op geen enkele andere wijze in de hulpverlening zou kunnen worden voorzien. Soms is dan bij samenwerking in een groter federatieverband toch het handhaven van de eigen identiteit mogelijk, wanneer tij dig'afdoende afspraken worden gemaakt. Hieromtrent kan echter geen algemeen geldend advies worden uitgebracht, aangezien de plaatselijke situatie uiteraard een grote rol speelt.

Gaarne zijn deputaten bereid nadere toelichtingen op het bovenstaande te verstrekken, waarbij met nadruk wordt geadviseerd om vooral tijdig contact op te nemen en niet te wachten totdat een besluit is gevallen, waaraan niets meer is te doen. U kunt zich rechtstreeks wenden tot een der deputaten, de heer T. P. van Vliet, Rotterdamseweg 199 te Zwijndrecht, telefoon 01850 - 24392.

Deputaatschap Gezins-en Bejaardenzorg

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Saambinder | 4 Pagina's

Deputaatschap  Gezins- en Bejaardenzorg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Saambinder | 4 Pagina's