Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Na zestig jaar toch gehuwd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na zestig jaar toch gehuwd

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de crisisjaren verloor Hendrik Grozema uit Scheemda zijn Grietje uit het oog. Hij trok naar Holland voor werk en liet de verkering langzaam doodbloeden. Pas na het overlijden van zijn eerste vrouw, drie jaar geleden, kwamen de herinneringen aan zijn eerste liefde weer boven. Na verschillende telefoongesprekken volgde een ontmoeting. De band die zestig jaar eerder verbroken was, werd hersteld. Juni vorig jaar beloofden ze elkaar trouw. Voor het leven.

Get bericht ging als een lopend vuur door Scheemda. Gepensioneerd postbesteller Hendrik Grozema had ondanks zijn hoge leeftijd besloten opnieuw in het huwelijk te treden. Net als zijn hervonden jeugdliefde Grietje Reininga wenste hij een huwelijksverbond aan te gaan, voor Gods aangezicht. Zestig jaar geleden leek het vanzelfsprekend dat ze die stap zouden nemen. Hendrik had Grietje zijn liefde betuigd en zocht haar wekelijks op. Maatschappelijk was het een minne tijd, zeker voor het Groninger land. De economische crisis sloeg keihard toe in de noordelijke provincie. Alleen de communistische partij spon goed garen bij de situatie. Hendrik, zoon uit een katholiek-apostolisch gezin, hield zich verre van de atheïstische oproerkraaiers. Alles wat hij kon vinden greep hij aan, om toch maar wat geld in het familielaatje te brengen. Toen er werkelijk niets meer te verdienen viel, emigreerde hij naar Holland. Grietje liet hij achter met de plechtige belofte haar regelmatig te schrijven.

Niet in orde
Van Hendriks kant begon de trouw al snel slijtageplekken te vertonen. Steeds trager beantwoordde hij de brieven van zijn meisje. Uiteindelijk helemaal niet meer. Waarna Grietje er ook maar mee stopte. „Ja, dat was niet mooi van 'm", lacht ze moederlijk. „Hij is me gewoon vergeten. Ik heb het er in het begin heel moeilijk mee gehad. Later gaat dat slijten. En toen ik hoorde dat hij getrouwd was, zette ik er voor mezelf een streep achter." „Het was niet in orde", erkent Hendrik kleintjes. „Maar het was wel een beetje te begrijpen. Ik zat daar alleen in Holland. Het was een totaal ander leven. En ik durf eerlijk te zeggen, ik heb er nooit op los geleefd. Ik heb altijd heel netjes met meisjes omgegaan. Dat had ik van huis meegekregen. En die overtuiging heb ik nog. Voor je huwelijk moet je niet met elkaar leven of je al getrouwd bent, zoals ze tegenwoordig zo vaak doen." Na een jaar keerde hij terug naar het Groninger land, waar hij een baan vond als postbesteller in zijn geboorteplaats Scheemda. Terwijl naziDuitsland z'n ijzeren laars op Europa zette, trouwde hij met een meisje uit Veendam. In '41 werd hun eerste kind geboren, in '42 de tweede, in '43 de derde. Het werden er uiteindelijk vijf „Daar heb je een familiefoto", wijst Hendrik. „En daar heb je een foto van m'n eerste vrouw. Dat was ook een hele lieve vrouw."

Bellen
Drie jaar geleden kwam door haar overlijden een einde aan het huwelijk. „Dan kom je in een diep dal terecht", zegt Hendrik. „Je moet het zo zien, vergeten doe je elkaar nooit. Maar als je zo eenzaam achterblijft, ga je wel verlangen naar iemand met wie je het leven weer kunt delen. Vooral met die winterdagen, als je nauwelijks naar buiten kunt. Je wilt niet steeds bij je kinderen aankloppen. Die hebben ook hun eigen leven. Je zit de hele dag maar wat binnen, in je stoel te suffen. Dan gaan je gedachten vanzelf terug. Ook naar de tijd waarin ik verkering had met Grietje. Via een broer van haar, die ik nogal eens ontmoette, wist ik dat ze nog leefde. Ik zou haar best eens willen ontmoeten. Daar denk je dan over door en uiteindelijk heb ik besloten haar te bellen. Of ik niet over een grote drempel heen moest? Ach, dat viel eigenlijk wel mee. Ik heb nooit een tobberig karakter gehad."

Groeterig
Grietje was nimmer tot een huwelijk gekomen. „Er was in die tijd een enorm overschot aan meisjes. Daar kwam nog bij, zoals m'n man al zei, dat het een slechte tijd was. Ik was 23 toen m'n vader overleed en we helemaal zonder inkomen zaten. Dan grijp je alles aan. Ik heb een krantenwijk gehad, werkhuizen, scholen schoongemaakt... Na de crisis kreeg je de oorlog. In '42 is de vrouw van m'n enige broer overleden. Die kwam toen met z'n vier kinderen bij ons in. Dat was ook een hele drukte. Later hebben we kostgangers gekregen, m'n grootmoeder is bij ons in geweest, m'n tante is bij ons in geweest... Zo was je constant druk. Uiteindelijk ben ik op een bedrijf terecht gekomen, waar ik tot m'n pensioen heb gewerkt. De laatste jaren als kantinejuffrouw. Een enkele keer bracht m'n broer me de groeten van Hendrik over. Dat vond ik vreemd. Hij had me laten zitten en toen hij al jaren getrouwd was, liet hij me geregeld groeten. Nu begrijp ik dat beter. Hendrik is nogal groeterig." „Dat is zo", bevestigt haar montere echtgenoot. „Ik kan met iedereen goed overweg."

Lachen
Het telefoontje van Hendrik kwam voor Grietje totaal onverwachts. Toch overviel het haar niet. „Ik wist uit de advertentie in de Winschoter krant dat hij weduwman geworden was. Als ik meteen gezegd had dat ik geen contact meer wenste, was het natuurlijk over geweest. Maar het klikte eigenlijk vanaf het begin. Het was wel wat onwennig. Het eerste gesprek hebben we in het Hollands gevoerd. Aan het eind vroeg hij of het goed was als hij nog eens belde. Daar had ik geen moeite mee." De gedachte aan een huwelijk kwam zelfs niet in haar op. „Ik had een gezellige kring van vriendinnen. Zondagsavonds kwamen we bij elkaar, om te scrabbelen of zoiets. Toen Hendrik voor de eerste keer belde, heb ik 't meteen ver teld. „Moet je eens raden door wie ik nu gebeld ben?" We hebben er als een stel jonge meiden om zitten lachen." Het tweede gesprek werd al in het Gronings gevoerd en een paar telefoongesprekken verder polste Hendrik of het goed was als hij eens langs kwam. In de maanden die erop volgden, fietste hij met grote regelmaat langs het Winschoterdiep van Scheemda naar Winschoten.

Trouwdag
Hoewel ze elkaar in zestig jaar niet hadden gezien, was er wederzijds de herkenning. „Uiterlijk niet", zegt Grietje. „Als ik hem in Winschoten op straat had ontmoet, zou ik hem zo voorbij gelopen zijn. Maar toen we een poosje met elkaar omgingen, dacht ik geregeld: o ja, zo praatte of zo deed hij vroeger ook al. We waren al heel snel vertrouwd met elkaar." Na een halfjaar besloten ze, ondanks het feit dat ze allebei inmiddels 83 jaar waren, in het huwelijk te treden. De kinderen Grozema moesten even aan het idee wennen, maar wilden hun vader er niet van weerhouden. „Mij hebben ze nooit iets laten merken", zegt Grietje. „Ze noemen me gewoon "tante Grietje". Vanaf het begin zijn ze allemaal even goed voor me geweest. De meisjes zijn zelfs mee geweest om kleding te kopen voor de trouwdag." Als het aan haar had gelegen, waren ze zo sober mogelijk getrouwd, maar daar voelde Hendrik niet voor. Het moest een waardige huwelijksdag worden. En dat werd het ook. De gereformeerde Vennekerk van Winschoten zat mudvol. De trouwtekst kon niet toepasselijker. "Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Heere bestiert zijn gang." Het interkerkelijk mannenkoor van Scheemda, waarin Hendrik een plaats heeft als eerste bas, verzorgde een muzikale bijdrage. Voor de receptie liep half Scheemda uit.

Goed doel
„Achteraf vond ik het toch wel fijn dat we het op deze manier hebben gedaan", zegt Grietje, terwijl ze me het trouwalbum overhandigt. „We hebben een heel mooie dag gehad met elkaar. En niets dan positieve reacties. Er was er niet een die zei: och Grietje, waar begin je toch aan op jouw leeftijd?" Cadeaus wilden ze niet. „Wat moet je op onze leeftijd nog vragen? We hebben alles. De mensen die toch wat wilden geven, konden een gift kwijt voor een goed doel. De helft voor de Hartstichting, omdat Hendrik z'n eerste vrouw van het hart is overleden, en de andere helft voor Unicef 's Avonds om tien uur zijn we naar huis gegaan. Toen was het voor ons lang genoeg geweest. De volgende dag kwam Hendrik z'n oudste zoon alle bloemstukken thuis bezorgen. Het hele huis stond vol. We hebben ook heel veel kaarten gekregen, uit het hele land. En dan natuurlijk al die enveloppen met geld. Dan een tientje, dan 25 gulden. Heel mooi werk hoor. Vooral als je weet dat het naar een goed doel gaat. We hadden nog geen tijd om koffie te drinken."

Verantwoordelijk
Besloten was dat Grietje bij Hendrik zou intrekken en niet andersom. „Hij moet z'n tuintje houden he", glimlacht ze. „Ik woonde in een bejaardenhuisje, zonder tuin. Dat kon ik hem niet aandoen. Het maakte mij ook niet zo veel uit. We zijn allebei nogal makkelijk, denk ik. Hendrik is katholiek-apostolisch, ik ben gereformeerd. We weten dat we over sommige zaken een verschillend standpunt hebben, maar dat hoeft geen verwijdering te geven. We gaan hier samen naar de Hervormde kerk. En als er in de Katholiek-apostolische gemeente een dienst is, gaat Hendrik daar ook nog naartoe. Het belangrijkste is niet dat je in alles gelijk denkt, maar dat je elkaar kunt vertrouwen. Ik heb zelf meegemaakt dat twee huwelijken die op oudere leeftijd gesloten werden, later zijn misgelopen. Die man is heel erg ziek geworden en toen heeft z'n vrouw hem in de steek gelaten. Later nog eens zo'n geval. Ik heb gezegd: „Dat moeten wij niet hebben, Hendrik. We moeten elkaar écht trouw beloven." We zijn gelukkig allebei nog goed gezond, maar dat kan zeker op onze leeftijd ineens anders zijn. Dan moet je niet het gevoel hebben dat je aan de kant geschoven kan worden. Als je trouwt, aanvaard je ook de verantwoordelijkheid voor elkaar. Zo zien wij dat."

Voornaam ding
Die levensovertuiging lag ook ten grondslag aan het feit dat ze niet gingen samenwonen, zoals veel van hun leeftijdgenoten die nog kennis aan een man of vrouw krijgen. „In de Bijbel staat dat je als man en vrouw een eenheid wordt", stelt Hendrik plechtig vast. „Dan kun je niet zomaar bij elkaar intrekken, ook niet als je al 83 bent. In het hiernamaals zal het anders zijn. Misschien zal er herkenning wezen, dat weet ik niet, maar we weten wel dat na de wederkomst van Jezus niemand meer als man en vrouw met elkaar zal leven. Dan is alles nieuw. Voor ik ging trouwen heb ik nog gezegd: „Ik ben blij dat ik weer een vrouw krijg, maar ik zou nog liever hebben dat de Heer terugkwam." Met dat verlangen ben ik opgegroeid en dat heb ik nog altijd. Maar dat neemt niet weg dat ik ontzettend blij ben dat ik weer zo'n lieve vrouw heb." Aanpassingsproblemen hebben ze geen van beiden gehad. „We hebben zo veel plezier met mekaar he", glundert Hendrik. „Ik denk dat we ons karakter mee hebben", zegt Grietje. „Hij is nogal makkelijk en laat alles maar slingeren. Daar zeg ik wel 's wat van. Maar we maken er geen probleem van. Ik was zestig jaar, toen ik met pensioen ging. M'n hoop was dat m'n moeder nog wat jaren zou leven. Dan had ik nog iets voor haar kunnen betekenen. Maar na een jaar viel ze al weg. Nu heb ik weer iemand voor wie ik kan zorgen. Dat vind ik een heel voornaam ding."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 februari 1994

Terdege | 68 Pagina's

Na zestig jaar toch gehuwd

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 februari 1994

Terdege | 68 Pagina's