Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leeruitspraken van 1931 (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leeruitspraken van 1931 (6)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel hebben we een begin gemaakt met de inhoudelijke besspreking van de eerste leeruitspraak die als volgt luidt: Dat het verbond der genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid, dat het wezen des verbonds daarom alleen geldt de uitverkorenen Gods en nooit gelden kan het natuurlijk zaad. Dat aard en wezen van verbond der verlossing en verbond der genade één zijn en niet twee. In wezen is het één verbond.

Verkiezing en verbond
Verkiezing en verbond worden in deze uitspraak duidelijk bij elkaar gehouden, en terecht, want ze hebben ook alles met elkaar te maken. Om het kort te zeggen: in de uitverkiezing is bepaald wie er zalig zullen worden, en in het genadeverbond hoe zij zalig zullen worden. Het één is dus de uitwerking van het ander.
Dit is een oude, gereformeerde gedachte. Een voorbeeld daarvan vinden we in het catechisatieboekje van ds. A. Hellenbroek. Op de vraag: Wat is het genadeverbond? geeft hij als antwoord: ‘Het genadeverbond is die weg, langs welke God door Christus het eigendom wordt van de zondaar, en de zondaar het eigendom van God’. Op dit antwoord volgt dan de vraag: Met wie wordt dat opgericht?. Antwoord: ‘Alleen met de uitverkorenen’.
Het is dus niet alleen een oude, gereformeerde gedachte, maar bovendien vooral ook een Bijbelse gedachte.
Denk alleen aan de beide zonen van Abraham: Ismaël en Izak. Beiden waren zij zonen. Beiden droegen het teken van het verbond. Maar zij waren niet beiden verkoren. Nog voor de geboorte van Izak spreekt de Heere tot Abraham in Genesis 17:20, 21: ‘En aangaande Ismaël..., Ik zal hem tot een groot volk stellen; maar Mijn verbond zal ik met Izak oprichten’.
Hier zien we duidelijk dat de verkiezing en niet het verbondsteken beheersend is. Hieraan moet te allen tijde worden vastgehouden. Dat hebben onze vaderen bedoeld met de eerste uitspraak. Wie verkiezing en verbond gaat scheiden, ontneemt aan het verbond zijn zenuw, zo heeft ds. G.H. Kersten meer dan eens terecht benadrukt.

De tweede uitspraak:
Dat de Heilige Schrift slechts spreekt van twee verbonden in betrekking tot des mensen eeuwige staat, namelijk het verbond der werken en het verbond der genade.
In deze tweede uitspraak wordt duidelijk stelling genomen tegen de drieverbondenleer. Deze leer werd in de jaren dertig sterk gepropageerd door verschillende Christelijke Gereformeerden. De voorstanders van deze leer stellen dat er een wezenlijk verschil is tussen het verbond der verlossing en het genadeverbond. In het verbond der verlossing ziet men een verbintenis tussen de drie Goddelijke Personen, waarin Zij Zich garant stellen in het stuk der zaligheid van Gods uitverkorenen. In dit verbond gaat het dus uitsluitend over de uitverkorenen, en mag dan ook niet vereenzelvigd worden met het verbond der genade, omdat dit verbond meerderen dan de uitverkorenen omvat. God zou het genadeverbond oprichten met alle gedoopten, hoewel het weliswaar alleen door de uitverkorenen wordt ingewilligd.
Tegen deze onderscheiding hadden onze gemeenten groot bezwaar. Want daaruit volgt - wat ook door prof. J.J. van der Schuit is gesteld - dat zij die in het verbond der genade begrepen zijn, alsnog verloren kunnen gaan, wanneer zij dit verbond niet inwilligen. Eigenlijk wordt in de drieverbondeleer, het genadeverbond verarmd en versmald tot een aanbieding van Christus en Zijn weldaden, waarbij de deelachtigmaking afhankelijk wordt gemaakt van de al of niet gelovende mens.

Christus, Borg van het Verbond
Ds. Kersten wijst daarbij in zijn “Dogmatiek” op nog een punt. ‘Wij leren dat Christus de Borg is van het verbond, Die voor de bondgenoten Zijn ziel tot een schuldoffer gesteld heeft. Zo nu ook met niet-uitverkorenen het genadeverbond zou worden opgericht, zou daaruit volgen, dat Christus ook voor hén Borg geworden is en Zijn bloed voor de verworpenen zou hebben vergoten. Dit te stellen is niet minder dan het bloed van Christus onrein achten’.
Ook de gedachte dat de bondeling de voorwaarde van geloof moet vervullen om werkelijk deel te krijgen aan de goederen van het verbond, heeft ds. Kersten stellig afgewezen. Evenals Comrie vindt hij zo’n verbond meer op een werkverbond dan op een genadeverbond lijken.
Is er dan helemaal geen ruimte voor de drieverbonden-gedachte? Er waren toch ook achtenswaardige oudvaders die dit leerden? Ds. Kersten zegt daarvan in zijn “Dogmatiek”, deel 1, blz. 313: ‘Zo de voorstanders van de drie verbonden er nu maar aan vasthielden, dat de mens van nature in een verbroken werkverbond ligt en alleen door wedergeboorte in het Verbond der genade opgenomen wordt, dan ware nog veel toe te geven. (...) Waar dat niet gebeurt worden de mensen in slaap gewiegd als zijnde bondelingen, rechthebbende op de zaligheid, en het opent de deur voor een praktisch Remonstrantisme, dat in geloof en gehoorzaamheid de kracht legt om bondeling te blijven’.
Ds. Kersten besluit dan: ‘Met grote ernst dient tegen deze leer te worden gewaarschuwd, opdat de gemeente van haar vast fundament niet worde afgestoten’. Daarin wordt ook gelijk het belang onderstreept van deze tweede leeruitspraak.

(wordt vervolgd)

Sliedrecht, ds. A.T. Huijser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 2014

De Saambinder | 16 Pagina's

De leeruitspraken van 1931 (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 2014

De Saambinder | 16 Pagina's