Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samuel Rutherford

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuel Rutherford

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Was het verblijf in Aberdeen voor Rutherford een zware beproeving, de Heere stond hem bij. Hij werd in dat ballingsoord door de Heere geoefend en het bracht hem geestelijke winst. Het verdiepte zijn schuldbesef. Meer en meer zag hij de betrekkelijkheid, de vergankelijkheid en de leegheid van deze wereld. Maar vooral waren het de nieuwe ontdekkingen van de liefde van Christus. De afwezigheid van Christus was voor hem het

zwaarst. Maar Zijn aanwezigheid gaf hem onuitsprekelijk rijke troost. 'Ik zou Christus Jezus voor geen tien werelden willen verruilen... Ik ben verzadigd door Christus liefde, die beter is dan wijn; zij is mij als een vuur in mijn ziel. Laat de hel en de wereld er water op gieten, het zal hun niet baten.' Het laat zich verstaan dat hij het dan ook anderen gunt. De opwekking klinkt: 'Kom en ruik eens de geur van Zijn adem... Hij begeert niets sterker dan dat men veel gebruik van Hem maakt'. Telkens opnieuw was hij beschaamd door de vriendelijkheid van Christus. Dankbaar was hij er voor dat Christus geen gehoor gaf aan de dwaze redeneringen van zijn ongeloof, maar hem berispte en dan weer overlaadde met vriendelijkheid. 'Gode zij dank, dat mijn

Bruidegom het aanzoeken niet moe wordt.'

De gravin van Kenmure Dit alles stelde hem des te beter in staat anderen te helpen. Deze 'gevangene van Christus' laat dat in zijn brieven uitkomen. De meeste ons overgeleverde stammen uit deze periode. Hier blijkt zijn diep geestelijk inzicht en zijn grote bewogenheid. Onder datgene wat uit zijn pen vloeide behoren de brieven aan het adres van de gravin van Kenmure tot de schoonste. Deze adellijke dame stond haar man trouw bij in de laatste periode van zijn leven. Zij was, zowel van vaders als van moeders kant, afkomstig uit een oud en aanzienlijk Schots geslacht. Haar leven was niet vreemd aan verdriet en beproevingen. Want voordat ze haar man moest afstaan aan de dood, had ze al drie heel jonge kinderen ten grave gedragen.

Rutherford toonde grote pastorale zorg voor en over deze dame. De brieven die hij aan haar schreef, waren erop gericht haar te troosten in haar verlies en haar te bemoedigen op haar pelgrimage door dit bestaan. Volgend op de dood van één van haar kinderen, luidde het: 'Ik vertrouw dat ik U niet behoef te bidden, om op Hem te zien, Die U in deze tijd geslagen heeft. Ik wenste wel, nu ik mij verplicht gevoel iets tot U te spreken, dat ik U althans met woorden enigszins kon verlichten. Ik ben overtuigd dat Uw Geneesheer U niet wil doden, maar slechts zuiveren. En wanneer ik zie, dat Hij Zichzelf de Heelmeester noemt, Die de wonde maakt en ze weer verbindt, dan dunkt mij dat het geloof U zal leren, een slaande Heere te kussen. Dan zult U erkennen dat de oppermacht van God, in de dood van een kind, boven de macht van ons, stoffelijke mensen is verheven. Dat Hij een bloem in het uitbotten mag afplukken zonder daarover berispt te worden. Indien Uw dierbare Heere één van Zijn rozen afplukt en zure en groene vrucht van de boom schudt, voordat de oogst daar is - wie kan Hem beschuldigen? Hij zendt ons in Zijn wereld als mensen naar een markt. Sommigen staan daar vele uren. Anderen zien slechts om zich heen en begeven zich aanstonds weer naar huis. Onze Heere heeft de lengte van onze markt bepaald. Ik geloof waarlijk, terwijl ik dit schrijf, dat Uw Heere U geleerd heeft Uw hand op Uw mond te leggen. Het kruis is de bode des Heeren. Proef de drinkbeker des Heeren. En drink met Gods zegen, opdat U daardoor mag groeien.'

Ook toen haar man was overleden, liet Rutherford zich niet onbetuigd. Hij vertrouwde erop dat de Heere aan haar zou denken. En Hij haar zou vertroosten. Dat zij, nu zij weduwe was, een vrije vrouw zou zijn voor Christus. Hij spoorde haar aan, door de innerlijke bewegingen van Christus Jezus en de vertroostingen van de Heilige Geest 'laat God en mensen en engelen thans zien, wat er in U is. Laat Uw geloof en Uw lijdzaamheid gezien worden, opdat alom blijke, dat Uw enige, de eerste en de Laatste Beminde geweest is — Jezus Christus... God heeft een kanaal van Uw liefde opgedroogd, door Uw echtgenoot van U weg te nemen: laat die ader nu op Christus lopen'.

Telkens wees hij in dit verband op de goddelijke voorzienigheid. Al wist hij ook dat we niet tot de grond ervan kunnen doordringen. Wel was het voor hem zeker en vast, dat dat wat de Almachtige gedaan had, niet alleen goed was, maar dat dat het beste was. 'Al Uw voetstappen ten hemel heeft Hij berekend. Doorzie dan in de wijsheid Gods al Uw papieren en rekeningen en of U bereid bent om het koninkrijk der hemelen te

ontvangen als een kind, waarin slechts weinig hoogmoed en veel ootmoed zich openbaart. Ik vertrouw dat Uw Leidsman voor U uit zal gaan. U bij de hand zal nemen. Zijn liefde tot U zal niet verbitteren noch verkillen, zoals bij de mensen. In de laatste bezoeking die over U kwam, hebt U Gods liefde en zorg in zulke mate ondervonden, dat ik dacht dat de Heere de scherpe punt van het kruis verbrak. Ik weet wel dat het zoetste daarvan nog bitter voor U is. Maar Uw Heere snijdt niet al de bitterheid af van het kruis, ook neemt Hij de scherpte daarvan niet helemaal weg. Het zou dan immers een kruis zijn naar Uw keuze en niet naar de Zijne. God gebiedt thans slechts te geloven mevrouw! Uw anker uit te werpen in de donkere nacht en de berg te beklimmen. Hij, Die U geroepen heeft, bevestige U tot het einde toe', i

Haar zoon

Slechts een tweetal maanden na het overlijden van haar man, ontving mevrouw Kenmure een zoon. En het is niet zó moeilijk te begrijpen, dat zij met de toewijding van heel haar hart en leven haar hoop op dit kind stelde. Dat maakte Rutherford bevreesd. Herhaaldelijk waarschuwde hij haar voor het gevaar op enig aardse zaak te bouwen. Wat zou er gebeuren, als ook dit kind haar zou worden afgenomen? 'Als Uw Hoofd verschijnt, Uw Bruidegom, dan zal Uw dag aanlichten en die zal nooit een middag hebben of een avondschaduw. Laat Uw kind het eigendom van Christus zijn. Laat hem bij U als een pand van de Heere zijn, wat U gewillig zult teruggeven, indien God dat van U vraagt'.

Voortdurend vroeg hij belangstellend en meelevend naar haar zoontje. Verlangde hij iets omtrent hem te horen. Bad hij hem de zegenwensen toe en hoopt hij vurig dat de barmhartigheden Gods op hem zouden dalen. Daarin klonk dan weer het vermaan, om hem het eigendom van Christus te laten zijn. Hij toch alleen was de Eigenaar, de Lener, en niet mevrouw Kenmure. 'Mevrouw, geef acht op Uw lamp, zie uit naar de komst van Uw Heere en laat Uw hart verre wonen van dat zoete kind. Christus' jaloersheid zal niet gedogen, dat Uw liefde op twee voorwerpen evenredig verleend wordt. Hij moet een deel van Uw liefde hebben en wel het grootste. Voor een ziel die met Hem getrouwd is, mag en moet het voldoende wezen, slechts een klein deel aan een schepsel te geven.'

Waar hij voor vreesde, werd bewaarheid. Dat was in het jaar 1639. De kleine John Kenmure stierf. Nog maar 4 jaar oud. Vanzelfsprekend greep Rutherford ook nu naar de pen (hij is dan niet meer in Aberdeen). Hij sprak als zijn overtuiging uit dat de Heere haar hierin een gepaste vermaning had gegeven, waarbij hij het vertrouwen uitsprak, dat zij deze beker om Christus' wil gewillig zou leegdrinken en Zijn kruis welkom zou heten. Hij spoorde haar aan haar liefde uitsluitend op de Heere te vestigen. 'Mevrouw, onderteken de wil van de Almachtige; neem de pen in Uw hand en zet Uw onderworpen en beslist Amen onder het kruis van Uw Heere Jezus. Vraagt U, van wie dit kruis is, dan wil ik U zeggen, dat het niet geheel het Uwe is, maar dat de grootste helft van Christus is. Als Christus dit lijden met U deelt, wat ontbreekt U dan nog? Zo verdroeg Christus de eerste slag van dit kruis. U krijgt het uit de tweede hand en Hij deelt het met U. Ik voor mij geloof, dat Hij voornemens is om voor U uit dit en alle andere verliezen de hemel te doen geboren worden. Want wijsheid heeft het uitgedacht, liefde heeft het op Uw schouder gelegd en Christus beschouwt het als Zijn eigen kruis... Ik beken dat het mij enigszins vreemd voorkwam, dat Uw Heere juist datgene ging doen, wat de bodem uit Uw wereldse vertroostingen scheen te slaan; maar wij doorzien de souvereiniteit van de Almachtige niet. Wij zien slechts stukken van de gebroken schalmen van de ketens van Zijn voorzienigheid en Hij stuit haar raderen zonder dat wij dat zien. Dit echter moet ik U zeggen: U hebt een vrije toegang tot de vertroostingen. Laat ze dan ook niet ongebruikt. Het is een heilige kunst Uzelf te troosten in de Heere en te zeggen: Ik was het verplicht, dit kind aan de Heere weer te geven; was het mij vier jaar ter leen gegund en behoort het Christus als een eeuwige bezitting, dan heeft de Heere Zijn Woord aan mij gehouden. Ik wenste wel, mevrouw, dat ik, ter Uwer verlichting, de droefheid met U delen kon. Doch ik ben maar een toeschouwer en voor mij is het gemakkelijk zo te spreken. Daarom, de God der vertroosting spreke tot U en lokke U met Zijn maaltijden der liefde.'

Zijn zorg voor deze vrouw in haar immens verdriet, is sprekend. Getoonzet door een hartelijkheid en warm meeleven. Deze en andere brieven moeten de gravin van Kenmure werkelijk en wezenlijk geholpen hebben. Ze heeft Rutherford overleefd. Uit haar latere leven is weinig bekend. Als ze terug zag op de moeiten van haar leven, heeft ze zich ongetwijfeld de woorden van Rutherford te binnen gebracht, die hij ooit eens aan haar schreef: 'Indien U wist wat Hij voor U bereidt, zou U al verheugd zijn. Misschien wil Hij U geen volle dronk geven, alvorens U aan de bron komt en drinkt. Mevrouw wordt niet moe noch mat. Ik mag U de Zoon van God als Borg voorstellen. En wanneer U daar boven zult gekomen zijn en Uw ogen opgeslagen zult hebben om de gouden stad te aanschouwen en de schone, nooit verwelkende boom des levens... dan zult U uitroepen: Vierentwintig uur in die plaats te verkeren, is waardig 70 jaar van droefheid op aarde.'

M.

KtK

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Samuel Rutherford

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1988

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's