Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de staten des Middelaars.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de staten des Middelaars.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele vragen over de staten van den Middelaar deden mij besluiten daarvoor een korte beschomuing te geven, die hier d-an haar plaats vindt.

Staat wijst op verhouding tot het recht. Deze verhouding kan slechts tweeërlei zijn, n.l. óf die van een schuldenaar, of die van een vrije. Alzoo zijn er slechts twee staten mogelijk. Ook in de Middelaarsibediening van Christus zijn slechts twee staten te onderscheiden. Hij was n.l. om de zonden Zijner uitverkorenen een Schuldenaar aan het recht Gods in den staat Zijner vernedering en, hebbend aan het recht volkomen genoeggedaan, stond Hij, (en al Zijn uitverkorenen in Hem) voor het recht Gods eeuwig vrij, in den staat Zijner verhooging.

Tot de allerdiepste vernedering, waarin de Heere Jezus, als de tweede Adam, moest ingaan, daalde Hij echter niet ineens af. Langs trappen ging Hij tot de vernedering in den dood des kruises, daarin volkomen voldoening gevend aan het geschonden recht Gods, dat gehandhaafd werd door den Vader. En alzoo ook klom Hij niet van stonden aan op in de volkomen heerlijkheid van Zijn eeuwigen triumph. Deze toeft zelfs tot den jongsten dag. Ook in den staat Zijner verhooging onderscheiden wij trappen langs welke Hij inging in heerlijkheid.

De trappen Zijner vernedering nu zijn:

a. Zijn nederige geboorte; b. Zijn lijden; c. Zijn dood; d. Zijn begrafenis; e. Zijn nederdaling ter hel;

en de trappen Zijner verhooging zijn:

a. Zijn opstanding; b. Zijn hemelvaart; c. Zijn zitting aan Gods rechterhand; d. Zijn wederkomst ten oordeel.

Bij deze indeelingen leggen wij er nadruk op, dat de nederdaling ter hel behoort tot Zijne vernedering. Rome rekent deze trap tot de verhooging. Dat houdt verband met de dwaze en geheel onschriftuurlijke opvatting van Rome aangaande de beteekenis dier nederdaling ter hel. Daarin toch wil Rome zien een triumpheerend komen van Christus tot der helle voorburg, waar de geloovigen des Ouden Testaments zich nog zouden bevinden en die door Christus triumphator zouden zijn vrij gemaakt, in diens nederdaling ter hel. Bij het desbetreffende hoofdstuk komen wij hierop nader terug alsook op de stelling van Luther. Hier zij het voldoende, vast te stellen, dat de nederdaling ter hel behoorde tot de vernedering van Christus en niet .anders was dan het dragen van helsche smarten vóór Zijn sterven.

Nu komend tot een bespreking van de Staten des Middelaars, bepalen wij ons eerst bij:

den Staat Zijner vernedering.

Hij, Die het geen roof geacht heeft, Gode evengelijk te zijn, heeft Zichzelven vernietigd. (Fil. 2:6). Die vernietiging, of ontlediging beteekent een afleggen van alle heerlijkheid en evengelijkheid met den Vader. Hoe nu kan gezegd worden, dat Christus, de Zone Gods, Zijne heerlijkheid afgelegd en Zichzelven vernietigd heeft? Hij bleef toch Die Hij was; waarachtig en eeuwig God! In welk opzicht heeft Hij Zich dan vernietigd? Niet in het bestaan Zijner Godheid noch t.o.v. het bezitten Zijner eeuwige, onveranderlijke en nooit te verminderen heerlijkheid. Deze ontlediging ziet op het gebruik en de openbaring Zijner heerlijkheid en majesteit. Hij, de Zone Gods, kwam in de gestalte van een dienstknecht. Paulus onderscheidt twee gestaltenissen in Christus, n.l. de gestaltenis Gods en de gestaltenis eens dienstknechts. In de gestaltenis Gods zijnde, heeft Hij het geen roof geacht Gode evengelijk te zijn. Maar Hij werd uit souvereine, eeuwige liefde. Zijns Vaders Knecht, Jes. 42 : 1. En in deze diens tknechtelijke gestalte is Hij op aarde gekomen in de volheid des tij ds, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet. Hij verbergde Zijn Goddelijke heerlijkheid achter het voorhangsel Zijner menschelijke natuur, en werd ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde. Hij onderwierp Zich hoon en smaad en vervolging en dood; daarin Zichzelf ontledigend. En toch in deze ontlediging bleef Hij waarachtig en eeuwig God. De vernietiging betrof het gebruik in de openbaring Zijner majesteit en heerlijkheid. Hij was de Almachtige en werd gebonden in Zijn menschelijke natuur en gebracht tot den kruisdood. Hij was de Alwetende en nam toe in wijsheid; Hij was de Volheerlijke voor Wien de engelen het aangezicht bedekken en werd van een engel ondersteund in den hof. In één woord. Hij, Die waarachtig God was en bleef en is tot in alle eeuwigheid. Hij legde het gebruik Zijner Goddelijke heerlijkheid en volmaaktheden af en werd als een schuldig mensch, zonde gemaakt voor Zijn uitverkorenen, vernederd in den dood.

Hij vernietigde Zichzelf. Die vernietiging was niet het werk van menschen, noch van satan. Wat zouden deze tegen Hem vermogen buiten Zijn wil? Hij vernietigde Zichzelf uit souvereine liefde en in de volkomen vermaking van des Vaders welbehagen, om naar het eeuwig raadsbestek door de diepte van Adams val heen. Zijn uitverkorenen te brengen tot de zaligheid. Daartoe heeft Hij de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen. In die gestaltenis kwam Hij, ontvangen van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria. De eerste trap Zijner vernedering is alzoo

A. Zijn nederige geboorte.

De menschwording op zichzelf beschouwd, behoort tot de bekwaammaking tot het Middelaarsambt. Om Middelaar te zijn, moest Christus zijn waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig mensch. Hij was waarachtig God en Hem zijn de ooren doorgeboord (Ps. 40). Het lichaam is Hem toebereid (Hebr. 10 : 5). Deze geboorte echter was vernedering voor Hem, Die de Zone Gods is en de nederige geboorte uit

een vrouw in een beestenstal, in doeken gewonden, in de kribbe, is de eerste trap der vernedering-van den Middelaar, Die is de Koning der Koningen en de Heere der heeren. Evenwel, toch blonk ook in die vernedering Zijn Middelaarsheerlijkheid als bleek o.m. uit de boodschap en den lofzang der engelen; uit de verkondiging der herders; uit de komst van wijzen uit het Oosten.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1939

De Saambinder | 4 Pagina's

Van de staten des Middelaars.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1939

De Saambinder | 4 Pagina's