Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuurlijk-bevindelijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftuurlijk-bevindelijk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1.

Wat is Schriftuurlijk-bevindelijke prediking? Dit is een belangrijke vraag, die vooral in onze dagen wel bijzondere aandacht mag hebben.

We kregen dezer dagen van een commissie-lid een brief, die een onzer abonnees hem had toegezonden en die ook bestemd was voor de andere medewerkers. De brief is van eind februari jl. en komt van een lezeres van bijna 73 jaar uit het noorden van het land.

De schrijfster vertelt hoe ze in aanraking met ons blad was gekomen. Iemand bracht haar een paar proef-exemplaren. Dat was toen ze ziek was, ongeveer 5 jaar geleden. In haar brief krijgen we antwoord op bovengenoemde vraag. Daarom nemen we hier een gedeelte van haar brief over. Zij schrijft:

Hoewel ik niet tot de Christelijke Geref. kerk behoor las ik het blaadje met grote blijdschap, omdat daar de bevindelijke waarheid en de Statenvei'taling in was. Toen ik weer beter mocht worden heb ik me direct geabonneerd op het blaadje, en lees het nog altijd met groot genoegen. Deze ke.er stond er een verslag in van een vergadering uit 1953 dat ik met zoveel instemming en genoegen heb gelezen, dat ik met het krantje op stap ben gegaan, en heb het minstens 4 of 5 maal hier en daar voorgelezen. Later kwamen er nog een paar mensen, ik heb ze het blaadje meegegeven. Toen ze het terug brachten vonden ze het ook zo echt, dat ze hebben zich ook als abonnee opgegeven.

Geliefde Ds, wat wordt de bevindelijke waarheid tegenwoordig schaars. De drie stukken hoeven niet meer gekend te worden. Het is zo, als in het krantje stond: het is alles gebeurd en nu moet je het maar geloven.

Ongeveer 25 jaar geleden gingen we met enige vrienden en vriendinnen ’s avonds naar M., dat toen vacant was. Drie zondagavonden achter elkaar liepen we vanaf W. door de korenvelden, waar een pad door was, naar de kerk. Twee preken kan ik me nog goed herinneren. De eerste was: Ik zal ze onder de roede doen doorgaan en daarna brengen onder de band des verbonds. De tweede was: gelijk een arend zijn nest opwekt enz. O, Ds, als je dat net zo hebt beleefd wat is er dan een overeenstemming. Dan wordt de Heere de eer gegeven, en krijgt het volk de zegen.

Tot zover de schrijfster. Dat is duidelijke taal. Dat is heel anders dan we wel eens horen en lezen. Velen willen het zo voorstellen, dat het slechts een verschil is van nuance, dat de een het wat moderner en de ander wat ouderwetser zegt, maar dat men het in het wezen der zaak met elkaar eens is. Zulke opmerkingen zijn ook gemaakt naar aanleiding van de brief van de kerkeraad van Alphen aan den Rijn. Dan vragen we ons wel eens af: ziet men het verschil niet of wil men het niet zien? Buitenstaanders — en daaronder zijn er wel die objectief genoeg in hun oordeel zijn — denken er anders over. Zij constateren verschillen. Laten wij er dan niet blind voor zijn. Het gaat om belangrijke zaken. Wanneer we als kerken, als plaatselijke gemeente, als persoon niet zien en niet erkennen wat er aan scheelt zal er nooit inkeer en verandering ten goede kunnen komen. Daarom meenden we er goed aan te doen onze lezeres te laten spreken. Haar spontane uiting is voor ons een aansporing om op de ingeslagen weg voort te gaan en zo het pleit te voeren voor een Schriftuurlijkbevindelijke prediking.

Dezelfde gedachtengang vinden we ook in een referaat, dat ons gezonden werd door ouderling J. Veenendaal te Driebergen. Hij had dit gehouden voor een conferentie van ambtsdragers in de classis Utrecht. Met instemming hebben we daar kennis van genomen. Het is bemoedigend zulke klanken uit het midden van de kerken te horen opkomen.

We willen uit het referaat een en ander in ons blad overnemen. Dan kunnen ook anderen daar kennis van nemen. Dit moet echter wachten tot een volgend nummer.

Nog even komen we terug op wat onze lezeres uit het noorden schrijft omtrent het ter lezing geven van ons blad aan anderen. Haar eenvoudige arbeid komt ook ons blad ten goede en daarmee de verbreiding van de oude Gereformeerde beginselen. Wellicht is dit een aansporing voor vele anderen om ook (of nog eens) zo te handelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Schriftuurlijk-bevindelijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's