Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eén Evangelie vier evangelisten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén Evangelie vier evangelisten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een misverstand, te menen, dat er vier Evangeliën zouden zijn. Gelukkig niet! Er is maar één Evangelie. De vier evangelisten hebben ons wel vier geschriften nagelaten, maarzij hebben alle vier één en hetzelfde Evangelie willen beschrijven. Wij doen er daarom ook beter aan, niet te spreken over, , het Evangelie van Mattheüs, Markus, enz. ", maar, zoals dat ook in onze Statenvertaling te lezen staat: , het Evangelie naar de beschrijving van Mattheüs", enzovoorts. Het Grieks heeft er zo'n treffend woordje voor: et woordje kata. Dat woord betekent: olgens, overeenkomstig. Het staat ook in de bekende tekst in 2 Korinthe 7:10, waar gesproken wordt over de droefheid naar God. Het moet ons ook wel opvallen, dat Guido de Brés in zijn Nederlandse Geloofsbelijdenis, wanneer hij in artikel 4 over de kanonieke boeken schrijft, het niet heeft over de vier evangeliën, maar over de vier evangelisten. Zó hoort het ook. Overigens veroordelen wij natuurlijk niemand, die over, , vier Evangeliën " spreekt; 't is alleen minder juist.

door ds. A. Moerkerken

Door een bijzondere zorg, die de Heere voor Zijn Kerk en voor haar zaligheid draagt, heeft Hij Zijn knechten, de profeten en apostelen, geboden Zijn geopenbaarde Woord bij geschrift te stellen. Zo sprak Guido de Brés in het derde artikel van zijn belijdenis. Van die bijzondere zorg getuigt ook het feit, dat vier mannen, door Gods Geest gedreven, het éne Evangelie elk op een eigen wijze hebben beschreven. Wij belijden, dat de inspiratie van Gods Woord organisch is, niet mechanisch. We bedoelen daarmee, dat de Heilige Geest Zich niet van de bijbelschrijvers heeft bediend als van dode. gevoelloze instrumenten. Een mens kan zich bedienen van een schrijfmachine, en wat voor brief hij ook op het ding tikt, het blijft een dood mechaniek, zonder gevoel en wil. Zó is het met de bijbelschrijvers niet geweest! De Heilige Geest heeft die „heilige mensen" (2 Petrus 1:21) met hun karakter, wil, gevoelens en gehele persoonlijkheid niet uitgeschakeld, maar als levende organen gebruikt bij de teboekstelling van Zijn Woord. Een treffend voorbeeld hiervan vinden wij in de wijze, waarop de vier evangelisten het éne Evangelie hebben mogen beschrijven.

De drie synoptici

De evangelisten Mattheüs, Markus en Lukas noemen wij de drie synoptici. Daarmee wordt bedoeld, dat van de geschriften van de eerste drie evangelisten

gemakkelijk een samenvattend overzicht kan worden gemaakt, waaruit blijkt, dat zij veelal dezelfde geschiedenissen vermelden, vaak dezelfde volgorde in de gebeurtenissen aanhouden en soms zelfs letterlijk overeenstemmen. Zo is bekend, dat vrijwel het gehele Markus-evangelie in Mattheüs voorkomt: van de 661 verzen van Markus staan er maar liefst 600 bij Mattheüs. Bij Lukas vinden wij ongeveer 350 verzen, die wij ook bij Markus aantreffen. Wij gaan hier nu niet dieper in op de mogelijke oorzaken en de verklaring van dit alles, maar signaleren het slechts. Johannes rangschikt de geschiedenissen die hij verhaalt weer geheel anders dan de synoptici: hij groepeert de geschiedenis van Christus* omwandeling op aarde rond de verschillende Paasfeesten. Nu blijkt bovendien elke evangelist niet alleen een eigen stijl van schrijven te hebben, maar ook een eigen hoofdthema, een eigen groep mensen, die hij bij het schrijven op het oog heeft gehad, een eigen oogmerk en doel ook, waartoe hij het Evangelie schreef. Wij willen daar wat nader op ingaan.

Mattheüs

Mattheüs is de apostel van die naam, de vroegere tollenaar Levi. Hij schrijft zeer duidelijk aan Joden. Zijn bedoeling is ook duidelijk: hij wil aan het oude bondsvolk tonen, dat de Heere Jezus de beloofde Messias is, de Christus der Schriften! Meer dan veertig maal haalt Mattheüs

het Oude Testament aan, waarbij hij de karakteristieke woorden gebruikt: ..Opdat vervuld zou worden hetgeen door de Heere gesproken is " Deze evangelist leert ons het Nieuwe Testament te lezen bij het licht van het Oude, en ook omgekeerd. Soms wijkt Mattheüs wat af van de tijdsvolgorde, waarin de gebeurtenissen die hij beschrijft hebben plaatsgevonden; hij groepeert die

gebeurtenissen dan zakelijk. Wij behoeven beslist niet in verwarring gebracht te worden, als de volgorde in de gebeurtenissen van de arbeid van de Heere Jezus op aarde bij de ene evangelist soms wat verschilt van die bij een andere. Soms namelijk groeperen de evangelisten hetgeen zij willen vertellen liever rond een bepaald thema, dan dat zij zich strikt houden aan de tijdsvolgorde. Juist Mattheüs doet dat graag. Het zou dwaasheid zijn, in zulke gevallen van tegenstrijdigheden in de Bijbel te spreken, zoals soms wel is gedaan. Deze dingen bewijzen juist zo duidelijk, dat de inspiratie door Gods Geest organisch is geweest. Kenmerkend voor Mattheüs is ook. dat hij tot vijfmaal toe een aantal uitspraken of een prediking van de Heere Jezus verbindt met door Hem verrichte wonderen, en dat hij graag gebruik maakt van bepaalde getallen, zoals vijf en zeven. Mattheüs wijst zijn Joodse lezers er ook nadrukkelijk op. dat de zaligheid ook voor de heidenen is: bij hém lezen wij het woord, dat de kinderen des Koninkrijks eenmaal zullen worden buitengeworpen.

Markus

Markus schreef het kortste geschrift van de vier. Het door hem beschreven Evangelie geldt algemeen als het oudste. Wie was Markus? Hij behoorde niet tot de twaalf apostelen, evenmin trouwens als Lukas. Wij hebben hier te maken met de bekende Johannes Markus: ij droeg dus een Joodse en een Romeinse naam. Als helper heeft hij verschillende apostelen gediend. Zijn moeder had in Jeruzalem een huis (Hand. 12 : 12) waar de gemeente samenkwam. Barnabas was zijn oom. Bekend is het konflikt, dat tussen Paulus en Barnabas ontstond rond de persoon van Markus, die halverwege de eerste zendingsreis naar huis was teruggekeerd (Hand. 13 : 13). Paulus wenste hem niet meer mee te nemen. Gelukkig is het later nog weer goed gekomen: arkus verkeert dan weer in Paulus' gezelschap en wordt door hem „zeer nut tot de dienst" genoemd (Kol. 4 : 10:2 Tim. 4 : 11). Volgens een zeer oude en betrouwbare overlevering heeft Markus zijn Evangelie opgetekend uit Petrus' mond. Wij zouden dus het tweede boek van het Nieuwe Testament met enige vrijheid het Evangelie naar Petrus kunnen noemen! Het Evangelie is waarschijnlijk geschreven kort na Petrus' dood te Rome, zo tussen de jaren 65 en 67. Opmerkelijk is, dat Petrus blijkbaar tegenover Markus niet gezwegen heeft over zijn zonden (8 : 32 en 14 : 19), maar dat hij anderzijds niet gesproken heeft over zijn wandelen op het water! Markus heeft in tegenstelling tot Mattheüs duidelijk aan heidenen geschreven. Treffend in het Markusevangelie is het telkens terugkerende „zwijggebod": hristus verbiedt dan Zijn jongeren te zeggen, dat Hij de Christus is, opdat de ongelovige en oproerige massa's niet in opstand zouden komen en Hem uitroepen tot een aards Koning.

Lukas

Lukas Lukas was dokter. Als ergens blijkt dat de inspiratie organisch is, dan in zijn geschrift. Enkele voorbeelden: arkus schrijft van de bloedvloeiendc vrouw, dat zij veel geleden had van veel medicijnmeesters. Lukas schrijft dat niet, en dat is van een dokter ook wel te begrijpen! Vervolgens: ukas weet precies, wat de gevolgen kunnen zijn van een giftige slangebeet: pzwellen of dood neervallen (Hand. 28 : 6). Tenslotte: en arts is gewoon, zijn patiënt grondig te onderzoeken, alvorens een oordeel te geven; zo heeft Lukas, voordat hij zich tot schrijven zette, „alles

van voren aan naarstiglijk onderzocht" (Luk. 1 : 3). Schreef Mattheüs aan Joden, Markus aan heidenen, Lukas heeft zijn geschrift gericht aan een groep, die er wat tussenin stond: e zogenaamde godvrezenden. Dit waren niet altijd mensen die de Heere vreesden, maar het waren heidenen, die zich aangetrokken voelden tot de godsdienst van Israël, zonder dat zij de stap hadden gedaan zich te laten besnijden en proselieten te worden. Cornelius en Lydia waren zulke mensen, en ook de ons verder onbekenden Theofilus, aan wie Lukas zijn Evangelie en de Handelingen opdraagt. Het grote doel van Lukas is, de vele godvrezenden (onder wie Theofilus) ervan te overtuigen, dat Christus niet slechts voor Joden, maar voor Zijn Kerk onder alle geslachten der aarde tot Zaligmaker is geworden. Het allesbeheersende thema van zijn beide boeken is, te laten zien, dat het Evangelie een gang gemaakt heeft van Jeruzalem naar Rome!

Johannes

Johannes was de discipel „dien Jezus liefhad". Zijn geschrift heeft een geheel eigen karakter. Stellig heeft hij de geschriften van de andere drie evangelisten gekend. Aanstonds in de „proloog" (Joh. 1 : 1-18) blijkt reeds het opmerkelijk onderscheid in stijl met de andere evangelisten. Voorts kunnen wij nog wijzen op het feit, dat Johannes zijn Evangelie groepeert rond de drie malen, dat de Heere Jezus het Paasfeest te Jeruzalem heeft doorgebracht. Maar liefst zeven hoofdstukken wijdt Johannes aan de lijdensgeschiedenis. Opvallend zijn ook de uitvoerige redevoeringen van de Middelaar, die door Johannes zijn opgetekend. Bekend is ook, dat Johannes geen gelijkenissen van Christus vermeldt, wél vergelijkingen of allegoriën. Aan wie Johannes schreef? Waarschijnlijk aan de Joden in de verstrooiing, maar ook wel aan heidenen. Men bedenke, dat hij als laatste zijn Evangelie schreef: r waren toen reeds gemengde gemeenten ontstaan, van zowel christenen uit de Joden als uit de heidenen. Zeer duidelijk is in elk geval het doel van zijn geschrift. Hij vermeldt het zélf: Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods: n opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam" (Joh. 20 : 31). En dat is, met alle onderlinge onderscheid, óók het doel der andere drie evangelisten geweest!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1987

Daniel | 32 Pagina's

Eén Evangelie vier evangelisten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1987

Daniel | 32 Pagina's