Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dirk Meyvogel (21), jongste schipper-eigenaar van een kotter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dirk Meyvogel (21), jongste schipper-eigenaar van een kotter

Twee uur werken, half uur leren voor de papieren, anderhalf uur slapen, twee uur werken; twee jaar lang

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanaf zijn zestiende jaar werkt Dirk Meyvogel al aan boord van een vissersschip. De eerste jaren nam hij zelfs geen vakantie. Vaak ging hij "overweeks". Dagen achter elkaar leefde hij in het ritme van twee uur op en twee uur af: werken, leren en slapen. Met uiteindelijk maar één doel: een eigen schip. Hij was nog maar twintig jaar toen die wens in vervulling ging. Dirk werd de schipper van zijn eigen kotter. Een verhaal over het ideaal van de jongste schipper-eigenaar van een Nederlandse kotter.<br />

"Mijn opa was altijd visserman en vader is visserman. Ik wilde ook naar zee maar van de eerste dag afwas mijn ideaal een eigen boot." Dirk Meyvogel groeide in Katwijk op in een vissersgezin. Eerst deed hij de mavo. Na de mavo ging de schoolbankschuwe Katwijker niet naar de visserijschool maar naar zee. „Achteraf bezien had ik nooit zo vroeg klaargespeeld wat ik nu deed als ik na de mavo naar de visserijschool was gegaan," Via mijn oom Buis kwam ik terecht op een bokkenvisser uit Nieuwe Diep (Den Helder). Die schipper wilde graag een Katwijkse bemanning omdat dat over het algemeen heel hechte teams zijn. Ik werd daar ook aangenomen en heb een halfjaar op Nieuwe Diep gevaren. Ik ben gestopt toen de schipper overweekse reizen wilde gaan maken en dat zou natuurlijk op zondag ook vissen worden." Van een ding is de jongste schipper-eigenaar van Nederland overtuigd: er kan geen zegen rusten op zondags werken.

Keihard werken
De volgende'' stek'', of "stee" zoals een Katwijker zegt, was bij een bekende Katwijkse schipper, Teun Hoek van de Alida, de Katwijk 22. Van Teun Hoek is bekend dat hij in de week dat er bid- of dankdag is met zijn kotter nooit uitgaat maar altijd trouw ter kerke gaat. Dirk zelf dacht aan weinig anders dan werken, sparen, werken en sparen want zijn ideaal ging niet verloren. De Alida ging wel overweeks, maar op zaterdagavond was het afgelopen met werken tot zondagnacht na twaalf uur. Met vissen je brood verdienen is ook voor een gewoon bemanningslid keihard werken op hoop van zegen. De verdienste is namelijk vaak gekoppeld aan de opbrengst, de besomming. Toen Dirk begon deelde de bemanning bij voorbeeld met elkaar 42 procent van de besomming, na aftrek van bepaalde kosten. Als jongste kreeg hij vier procent en de oudere vissers kregen zeven procent. Dat heeft te maken met diploma's, ervaring, functie enzovoorts. Later kwam Dirk ook op zeven procent. Wie denkt dat er aan boord maar "gewoon" hard gewerkt wordt heeft het mis. Als men eenmaal de pieren van IJmuiden achter zich gelaten heeft, is het schip een volcontinue-bedrijf geworden. Dag en nacht, van maandag tot vrijdag en vaak ook veertien dagen lang, slaapt de bemanning 's nachts meestal nooit langer dan anderhalf tot twee uur. Dan is het tijd om te "halen" en haalt het jankend alarm de vissers uit hun kooien. Afhankelijk van de vangst wordt de vis of direct verwerkt of klaar gezet om het overdag te strippen, waarna het in het koelruim in het ijs wordt opgeborgen. Overdag komt er van slapen dan helemaal niets, behalve dan van het "middagnopje".

Leren en nog eens leren
Voor Dirk lag er aan boord een dubbele taak. Als je schipper wilt worden moet je toch over de nodige papieren beschikken. De meeste jongens halen die papieren op de zeevaartschool. Voor Dirk werd het keihard werken en daarnaast leren, leren en nog eens leren. Als zijn maten de kooi indoken pakte Dirk zijn boeken en ging er eerst nog eens een half uurtje tegenaan, en dat twee jaar lang,De Eogenaamde wet van uitwijken werd er ingestampt, het zeeaanvaringsreglement, tiij deed examen voor "SW6". De "S" staat voor stuurman en de "W" voor werktuigkundige. De "S" van stuurman staat tegelijkertijd voor het diploma van schipper. Dat wil zeggen dat voor de Noordzee basisdiploma's te halen zijn en dat men verder nog diploma's moet halen om bij voorbeeld naar de Oostzee of de Ierse Zee te mogen gaan. Over die periode van werken en leren zegt Dirk: „Het eerste halfjaar ging het goed. Dan komt de periode dat het steeds moeilijker wordt. Maar je zet door want in je achterhoofd zit toch steeds dat ideaal van "maar ik wil een eigen boot, ik wil die papieren hebben"."

Bokkenvisser
Ondertussen had Dirk zijn ogen de kost gegeven, had hij het vissersleven in al zijn variaties leren kennen. Hij kende de Noordzee inmiddels goed en was thuisgeraakt op de visgronden zo tussen de 53e en 58e breedtegraad. Hij was in Engelse havens geweest. Thuis kwamen zijn idealen steeds weer op tafel. Zijn vader stimuleerde de jonge Dirk. Zelf had hij toch ook altijd wel het ideaal van een eigen schip gehad maar door allerlei omstandigheden was het nooit zo ver gekomen. Opa Dirk had vroeger wel een eigen vissersboot gehad en had toch ergens wel een " klein hoopje" dat zijn kleinzoon de schipperstraditie van de familie Meyvogel zou voortzetten. Hoewel Dirk goed thuis was op de grote bokkenvissers had hij nog geen ervaring met kleinere schepen. Een bokkenvisser is een kotter waarbij aan beide zijden van de kotter met grote bomen, de gieken, de netten overboord gezet worden. Voor die netten hangt een grote stang, de bokken, waaraan dikke kettingen zitten. Die kettingen. de zogenaamde wekkers, glijden over de zeebodem en jagen (opwekken) de platvis (schol, tong en schar) omhoog uit het zand, zodat die in het achterliggende net terechtkomt. Als bijvangst kent men de gul (kabeljauw), soms schelvis, poon, asselhaaitjes en wat er verder nog maar in de Noordzee rondzwemt.

Rondvisserij
Zo' n grote kotter is voor een beginner onbetaalbaar. Nieuwbouwprijzen liggen tussen de vijf en tien miljoen gulden. Verder is er het probleem van de toegestane hoeveelheid vis die men mag vangen, het zogenaamde quotum. Als Dirk wilde beginnen moest hij dat doen met een kleiner schip en dan zou hij als vanzelf aan de zogenaamde rondvisserij moeten. Rondvisserij is een heel andere manier van vangen. Er zijn verschillende mogelijkheden. Als men alleen vaart wordt het net achter de kotter uitgezet; ijzeren platen die in het water drijven snijden naar buiten en houden het net wijd open. Het net ligt ook op de bodem maar er hangen geen kettingen voor. De hoofdvangst is dan kabeljauw, wijting en schelvis en de bijvangst is dan weer schol en dergelijke. De rondvisserij gaat het beste met een zogenaamde spanmaat. Een ander vissersschip is dan nodig. Tussen beiden schepen hangt met dan het net, zodat men een veel bredere trek kan doen. Toen Dirk eenmaal eind 19 was ging hij varen bij de Messemakers op de Katwijk 72. Dat was een betrekkelijk kleine boot en men had veel ervaring met rondvisserij. Dirk is ook nu nog vol lof over de manier waarop de Messemakers hem wegwijs gemaakt hebben en over wat hij allemaal bij hen geleerd heeft. Dirk maakte van zijn ideaal geen geheim en reeds toen hij nog bij Teun Hoek voer keek hij al uit naar een kotter die voor hem geschikt zou zijn.

Rekenwerk
Van mei tot december 1987 voer de jonge Dirk bij de Messemakers en hij hield er bijzondere plezierige herinneringen aan over. Intussen was het steeds rondkijken en informeren geblazen. Al met al bekeek Dirk wel een stuk of zeven kotters, maar het eind van het liedje was dat de eerste die hij bekeken had op een gegeven ogenblik van eigenaar verwisselde. Dat gebeurde december vorig jaar. Voor dat het zo ver was passeerde er echter nog heel wat. Hoewel Dirk dag en nacht gewerkt had en heel wat gespaard, waren vele gesprekken op de bank nodig. Dirk zal zich 's avonds best eens een keerde extra omgedraaid hebben voor hij in slaap viel. Er zullen heel wat rekensommetjes, kostenplaatjes en dergelijke door zijn hoofd gespeeld hebben. Een ding was echter zeker. Dirk wist zich gesteund door "thuis", waar iedereen altijd hartelijk welkom is. Bovendien had de jonge Dirk inmiddels verkering gekregen en deelde hij nu zijn zorgen èn idealen ook met zijn vriendin Joke Vroegindeweij.

Half miljoen
De kotter die Dirk kocht was ongeveer 25 meter lang. Het bouwjaar was 1951 en er lag een vrij nieuwe, ongeveer 3 jaar oude nieuwe caterpillardieselmotor in van, zo leert de laatste editie van de Nederiandse schepengids, ongeveer 300 paardekrachten. Het is een goed zeewaardig schip. Buitenstaanders hebben nauwelijks enig idee welke bedragen omgaan in de visserij. Duidelijk is wel dat er geen redelijk schip van dit type te koop is beneden een half miljoen gulden. Praten, praten, rekenen en nog eens rekenen gingen dan ook aan de aankoop vooraf. Er was een kopzorg minder omdat bij het schip zelf een zogenaamd rondvisdocument inbegrepen was. Dat is het quotum. Het ligt in werkelijkheid iets ingewikkelder maar het kwam er wel op neer dat Dirk niet alleen een kotter had maar ook mocht vissen. Zijn weekquotum was 75 kisten kabeljauw en 50 kisten wijting. Dat laatste is inmiddels opgetrokken naar 75 kisten. Toen de koop eenmaal rond was moest de jonge Dirk, twintig jaar oud, bij de daarvoor bevoegde instanties een nummer aanvragen en de naam van zijn boot opgeven. Hij hoefde geen seconde te aarzelen. Zijn keuze bewees hoe men bij de familie Meyvogel meegeleefd had en in de naamgeving kwam een stuk dankbaarheid tot uitdrukking. De boot kreeg de naam'' Dirk Senior'', zodat zijn eigen vader vernoemd werd. Het nummer dat hij aanvroeg èn toegewezen kreeg was "KW 132". ,,Kijk, dat was ook het nummer van de boot van mijn opa'', zo verduidelijkt kleinzoon Dirk. Opa Meyvogel vond het,, een pracht" en was diep in zijn hart maar wat trots op die jonge visserman die een stuk van zijn eigen ideaal ook bezig was te verwezenlijken.

Bemanning
De volgende stap was het in orde maken van de uitrusting en het uitkijken naar een eigen bemanning. De familie hielp de schuit gereed te maken, de bemanning diende zich zelf aan. Een nog jonge oom van Dirk is na een paar maanden bij Dirk komen varen. Hij is de machinist en hij houdt de machinekamer piekfijn in orde en de Caterpillar loopt als een naaimachine. Arend de Jong is tevens de kok en de bemanning vaart er kennelijk wel bij. Oudejaarsdag 1987 zal Dirk zijn hele leven bijblijven. De kotter was in de namiddag klaar maar de praktijk zou nog moeten uitwijzen of alles werkte. De trossen werden losgegooid en de "DirkSenior" verliet voor de eerste keer met schipper Meyvogel de pieren van IJmuiden. Nauwelijks buiten de pieren zette de bemanning het net uit en de borden scheerden uiteen om het net open te trekken. Dirk bekent die dag nogal zenuwachtig te zijn geweest. Zijn vader was ook aan boord. Bovendien drong de tijd want wat er ook gebeurde, om 19.30 uur wilden zij in de kerk zijn voor de oudejaarsavonddienst. „ Gelukkig ging alles goed'', aldus Dirk.,, Het stellen, opvieren, soepeler kon het niet. Alles was prima afgesteld en alles werkte. Er viel een hele last van me af want meer onkosten had ik echt niet kunnen hebben. Na een trekje van drie kwartier haalden we de netten weer binnen." Behalve dat alles goed gewerkt had, had Dirk bovendien zijn eerste vangst binnen. Er was nauwelijks tijd om de spullen goed op te ruimen. In vliegende vaart ging het richting Katwijk en na een douche ging men naar de kerk.

Scheepsbijbel
Een rechtgeaard Katwijker beseft altijd schipper naast God te zijn. Menige kotter heeft een scheepsbijbel aan boord. Dirk leest er altijd uit voor, bij het eten. Dat is de taak van de schipper. ,,Schippers doen dat altijd vóór het eten want als er zich iets onverwachts voor doet komt er anders vaak niet meer van", zo legt de jonge schipper uit. De eerste maandag na Oudejaar kon Dirk niet uit want hij lag "verwaaid". Bij een bries, we moeten dan denken aan windkracht 6, gaan de schepen nog wel uit. Een "kouwfle", windkracht 5 doet een goede visserman niet veel. Maar meteen dikke bries, we praten dan van een "stikkie of zeven, acht", gaat geen schip uit. Dat neemt niet weg dat er soms wel met windkracht 8 gevist wordt, maar dat is ook een beetje de schuld van de minister die de vangstbeperking verordende. De eerste weken vangt Dirk goed. Wat belangrijker is, hij besomtgoed. want je kan wel leuk vangen, als de prijs laag is word je er nog niet wijzer van. Na een paar goede weken volgen er een paar'' misse weken''. De eerste maanden vist Dirk alleen. Daarna met een spanmaat. Voor een oudere schipper is een korte periode van "misse" weken veelal geen probleem. Voor een jonge schippereigenaar begint het dan te knijpen. Rente, aflossing en verdere kosten spelen hem dan extra vaak door het hoofd. Want het mag dan mooi lijken om schipper te zijn, als de schroef het begeeft moet er wel een nieuwe aan en dat kostte Dirk pas nog twaalf en half duizend met keihard werken vergaarde guldens. In plaats van aflossing een vette rekening. Het staatje van de uitgaven en in inkomsten moet zeker in het begin zo uitvallen dat er wat overblijft. Lange perioden van verlies "kunnen" dan nog niet. Joke Vroegindeweij helpt haar vriend bij het uitbetalen van rekeningen. Een goede schipper is niet alleen een goed visserman, hij is ook een goede koopman. Soms is het verstandiger na een of twee goede trekken midden in de week naar de markt te gaan want dan wil de prijs nog wel eens goed zijn.

 Vangstbeperking
Als het over de vangstbeperking gaat heeft Dirk een nuchter oordeel. Tegen vangstbeperking op zichzelf heeft de jonge schipper geen bezwaar. Wat hem wel dwars zit zijn een aantal in zijn ogen onrechtvaardige bepalingen binnen het geheel van de quotering. Om te beginnen is hem een wekelijks kwantum toegewezen, 75 kisten kabeljauw en 75 kisten wijting plus nog een paar kisten platvis omdat dat bijvangst is. ,,Alsjenoueen mooie trek doet en je vangt in totaal een 100 bakken, kom je bij een volgende mooie trek in de problemen", aldus Dirk. ,,Je kan dan mooi 25 kisten overboord zetten terwijl elke bioloog, ook die van het ministerie, weet dat die vis het niet overieeft of toch al dood is. Maar de wet wordt strikt toegepast en de mensen van de AID doen ook slechts wat hen is opgedragen." Wat Dirk ook als onrechtvaardig ervaart is dat hij niet met de weekquota mag schuiven. Vangt hij in de ene week maar 50 kisten dan mag hij de 100 die hij te kort kwam niet met de volgende week compenseren. Dan schuilt er nog een adder onder het gras voor de vissers. Er bestaat namelijk een totaalquotum voor de hele visserij. Als dat quotum vol is moeten alle vissers aan de kant. Dirk moet in dat geval stoppen met vissen ook al is zijn eigen quotum nog niet vol. Naast de quota is er nog een beperking. Elk schip mag maar een beperkt aantal dagen per jaar vissen. Zijn die dagen vol dan is de koek ook op. Juist deze regeling vergroot het gevaar op ongelukken. ,,Alsik eenmaal op zee zit en er dreigt storm zou ik eigenlijk naar huis moeten. Maar dan verspeel je wel visdagen want als je uit de pieren bent gaat het tellen. Ik heb ook nog wel onder zulke omstandigheden liggen vissen dat ik later dacht: was dat nou wel verstandig. Vroeger ging je in zo'n geval zonder meer naar binnen. Al met al zijn dit regelingen waarmee een visserman het moeilijk heeft." Dirk zal ermee proberen te leven, al valt dat een jonge beginnende ondernemer soms moeilijk. Heeft Dirk nog verdere idealen nu hij al een poosje vaart? ,,0p langere termijn hoop ik nog wel eens een modernere boot te krijgen, geen grotere. Maar laat ik eerst maar eens proberen wat te verdienen", aldus de nuchtere Katwijker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 oktober 1988

Terdege | 72 Pagina's

Dirk Meyvogel (21), jongste schipper-eigenaar van een kotter

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 oktober 1988

Terdege | 72 Pagina's