Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gabriëls troostboodschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gabriëls troostboodschap

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot de Heere hun God... om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen. Lukas 1: 16,17m

Zullen later deze woorden van Gabriël niet tot bijzondere blijdschap en verwondering van Zacharias geweest zijn? Hoe zal menigmaal de ziel van dit kind des Heeren geleden hebben onder het diepe verval van zijn volk.

Hoe vaak zal deze priester des Heeren niet geweend hebben vanwege de oppervlakkige godsdienst van zijn dagen. Het is de ware dienaar leed als hij ziet hoe Gods geboden worden miskend en het volk zich vervreemdt van de ware dienst des Heeren. Hoe vaak had Zacharias als priester het volk onderwezen. De taak van priester was immers offeren en onderwijzen! Maar ook hij heeft de klacht van Jesaja in zijn leven gekend: “Wie heeft onze prediking geloofd?” Doch nu krijgt hij van de engel de boodschap dat er een ommekeer zal komen. De Heere gaat opstaan over Zijn volk. De volheid des tijds, dit is het uur van het Goddelijk Welbehagen, breekt aan. De Heere gaat Zijn belofte vervullen. De belofte die reeds uitgesproken werd in het paradijs en door de eeuwen heen zo menigmaal is herhaald en bevestigd. De belofte van de Beloofde der vaderen. Maar aan de komst van Koning gaat de heraut, de voorloper vooraf. De wegen moeten in orde worden gemaakt, opdat de loop van de Koning voorspoedig zal zijn. Stel eens dat de koningin in uw woonplaats haar verjaardag zou vieren. Wat zouden er vele voorbereidingen getroffen worden. En dat geldt zoveel te meer als de Koning der koningen in aantocht is. De weg moet bereid, de akker van het hart moet worden toebereid. Dat doet de boer toch ook. Voor hij het zaad uitstrooit op de akker, wordt de aarde eerst geploegd en geëgd. De bodem moet losgemaakt worden. Dit alles zal het werk van de voorloper, de wegbereider zijn. Hij zal voor de koning uitgaan in de geest en kracht van Elia. Nee, Johannes zelf zal niemand kunnen overtuigen, niemand tot zondaar kunnen maken. In dat opzicht is hij gelijk aan alle dienaren van Christus. Maar de engel verkondigt dat het werk van Johannes rijke vruchten zal dragen. De Geest des Heeren zal Zich bij de prediking voegen. En deze woorden zijn vervuld. Johannes heeft mogen staan in de kracht en de geest van Elia. Moedig en onverschrokken heeft hij de Waarheid Gods mogen prediken. De boodschap heeft geklonken: “Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.” Tollenaren noch soldaten, maar ook de geestelijke leidslieden heeft hij ontzien. Uit liefde heeft hij ze de noodzaak van de bekering, de verandering van gezindheid voorgehouden. Die prediking was zo anders dan die van de farizeeën en schriftgeleerden. Het volk meende geen bekering nodig te hebben. Ze waren immers kinderen van Abraham en droegen het teken van het Verbond. Maar Johannes zal die ingebeelde godsdienst en vroomheid aan stukken slaan. De boodschap zal gehoord worden: “Bekeert u, u hebt verzoening, reiniging, zaligheid nodig.” En wie zaligheid nodig heeft, mist ze! En wie niet zalig is, is rampzalig! Zo heeft Johannes als een Elia gepredikt. O wonder van genade, deze prediking bracht vruchten voort. Straks komen er velen uit de schare, op de heup kloppende en belijdende hun zonden. De afgeschoten pijlen troffen doel. Er komt een heilige verslagenheid, zoals eeuwen later zal geschieden op de Pinksterdag onder de prediking van Petrus. De ogen worden geopend voor hun eigenwillige godsdienst. De ergernis tegen de prediking maakt plaats voor een vallen voor de waarheid van deze prediking. Velen worden zaligmakend overtuigd van hun schuld en verlorenheid. Maar de bekering heeft ook tot gevolg dat ze gaan terugdenken aan hun voorgeslacht dat God mocht vrezen. Hoe ver zijn ze van die godsvreze afgedwaald. Door hun leven, hun verlaten van de Heere, hun keus voor een wettische godsdienst, waarin God en mens samenwerken, hadden ze zich vervreemd van hun voorgeslacht. Ze verstonden elkaar niet meer. Ze roemden Abrahams kinderen te zijn, zonder enige verwantschap met Abraham te hebben. O gemeente, geldt dat ook niet in 2010? Wat een bange vrees is er in ons hart als we soms horen hoe jongeren (en helaas ook ouderen) spreken over bekering, geloof en bevinding. Soms gebruikt men nog wel dezelfde woorden, maar vaak zelfs ook die niet meer. Dan komt er een breuk met het voorgeslacht en de geschriften van onze vaderen. En kinderen des Heeren moeten soms wenend bij de Heere terechtkomen en klagen: “Heere, we verstaan onze kinderen, onze jongeren niet meer. Ze spreken over bekering, maar geloofsworstelingen en het arme zondaarsleven is hen zo onbekend.” Is dat ook uw nood? Zijn er zulke zuchters en stille weners in ons midden, die worstelen om de bewaring en beleving van hun kinderen bij de waarheid die naar de Godzaligheid is. Dat u eens troost mocht scheppen uit de boodschap van de engel: “om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen.” Door Johannes’ werk zal er weer een eenheid ontstaan: vaders zullen a.h.w. van vreugde opspringen als ze horen van datzelfde leven bij hun kinderen, horen van diezelfde gezindheid. Dan zal de gemeenschap der heiligen ondervonden worden. Zo zal de breuk met het voorgeslacht, de oude vromen, weer worden opgeheven. Dan zullen jongeren aan de ouderen gaan vragen om onderwijs in geestelijke zaken en ouderen zullen de worstelingen en geestelijke noden van de jongeren verstaan. Dan zal de eigenwillige godsdienst worden verwisseld voor de ware dienst aan God en zal er een samen buigen en vrezen des Heeren gevonden worden. O dat ons hart naar deze zaken met diep heimwee vervuld mocht zijn.

Dan wordt vervuld:

“Zij komen aan door’t Godd’lijk licht geleid,
Om ‘t nakroost dat de Heere wordt toebereid,
Te melden ‘t heil van Zijn gerechtigheid
En grote daden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 2010

De Saambinder | 1 Pagina's

Gabriëls troostboodschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 2010

De Saambinder | 1 Pagina's