Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij zult u geen gesneden beeld maken...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij zult u geen gesneden beeld maken...

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM DE REFORMATIE

? t zal de lezer ongetwijfeld wel eens opgevallen zijn dat de Heidelbergsche Catechismus zo'n betrekkelijk grote Zondag wijdt aan het tweede gebod, over de gesneden beelden. Het eerste gebod, over de afgoden, heeft maar één vraag en een betrekkehjk kort antwoord (antw. 95). Ook het sabbatsgebod (Zondag 38) en het gebod om de ouders te eren (Zondag 39) krijgt maar één vraag en antwoord. Maar het tweede gebod heeft maar Uefst drie vragen en antwoorden.

Natuurhjk heeft dat te maken met de vele heihgenbeelden in de rooms-katholieke kerk in die dagen. Het ligt voor de hand om te zeggen, dat, als al die heihgenbeelden er niet zouden zijn geweest, de Catechismus minder uitvoerig over het tweede gebod zou hebben geschreven.

Beelden

In het tweede gebod gaat het niet om beelden op zichzelf. In de Bijbel zelf komen we beeldhouwwerk tegen. Men denke aan de tempel: de cherubs op de ark, de koperen zee op twaalf gebeeldhouwde runderen (2 Kronieken 4 : 4), de vele afbeeldingen van bloemen en vruchten. Buiten de tempel kunnen we denken aan de kunstig gebeeldhouwde troon van Salomo. Beeldhouwkunst is evenals de muziek, de schilderkunst en andere kunsten een gave van God. We kennen zelfs de namen van twee kunstenaars die aan de tabernakel gewerkt hebben: Bezaleël en Ahohab.

We lezen dat de Heere van hen zegt: „Ik heb hen vervuld met de Geest van God, met wijsheid en met verstand en met wetenschap, (...) om te werken in goud en in zilver en in koper en in kunstige steensnijding en houtsnijding'" (Exodus 31: 3-5).

Geen godenbeeld

Waar het in het tweede gebod om gaat is het verbod om God af te beelden, of om afbeeldingen te maken met de bedoehng om die te vereren of God daardoor te dienen. God kan namehjk niet afgebeeld worden. Dat is de diepe achtergrond van dit gebod. Daar is Hij te hoog en te heihg voor. De afgoden van de omhggende volken konden dat wel. Zo had Egypte het heihge stierkalf en Assyrië afgoden die half mens, half dier waren. De Heere was echter „anders". Men zou Hem naar beneden halen door Hem af te beelden. Vandaar dat we in Deut. 4 : 12 lezen: Toen de Heere sprak uit het midden van het vuur (bedoeld: is op de berg Sinaï), hoorde u wel de stem, maar u zag geen gehjkenis. En in Jesaja 40: „Bij wie dan zult gij Mij vergelijken, die Ik gehjk zij? zegt de Heilige" (vers 25).

Vandaar het tweede gebod: Gij zuft u geen gesneden beeld noch enige gehjkenis maken, van hetgeen boven in de hemel is (zon, maan en sterren; een zonnegod, een maangod), noch van hetgeen onder op de aarde is (kalf of stier, om God daardoor af te beelden of te vereren), noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is (de vissen; de wateren onder de aarde is de zee, die lager ligt dan de aarde). Israël had op geen enkele wijze een godenbeeld. In het Heilige der heihge, waar bij de omliggende volken het afgodsbeeld stond, stond in Israël de ark, die sprak van verzoening door voldoening.

Het is daarom bijbels gezien zeer onjuist dat Michelangelo, die in opdracht van paus Juhus II de Sixtijnse kapel in Rome beschilderde, daarbij God heeft afgebeeld. Wanneer men zou zeggen: dat is Mozes of Jesaja of een andere groot profeet, dan zouden we met verwondering naar die afbeelding kijken. Maar een afbeelding van God is altijd minder dan Hij is en haalt de Heere naar beneden.

Wel kan Jezus worden afgebeeld, omdat Hij mens werd. Dat is dan ook dikwijls in de schilderkunst of beeldhouwkunst gebeurd. We kunnen denken aan de vele afbeeldingen in een oude Statenbijbel of de plaatsjes in een kinderbijbel of afbeeldingen van Jezus in de kunst. Zo heeft de rooms-kathoheke kerk in Meerssen (Limburg) aan de buitengevel een beeld van Jezus met daaronder de woorden:

Eer christenmens, wat gij hier ziet is Christus' beeld, maar Christus niet. Daarom aanbid geen hout of steen, maar Christus, uwen God, alleen.

Hoewel bij zulke beelden altijd bedacht moet worden dat dat zorgvuldig moet gebeuren en er geen grenzen worden overschreden.

Beeldhouwkunst

De beeldhouwkunst wordt niet afgewezen, evenmin als de schilderkunst. Men denke aan de prachtige schilderstukken van Rembrandt, aan standbeelden in steden en dorpen. Ook beelden of schilderingen in de kerken worden op zichzelf niet afgewezen. Hoeveel kerken hebben geen meer dan levensgrote beelden op de orgels of afbeeldingen in prachtige gebrandschilderde ramen? Of fresco's (muurschilderingen) op de muren, die we al kennen uit de eerste christentijd. Zelfs tegen een Mariabeeld kunnen we op zichzelf geen bezwaar hebben, zoals ze ook dikwijls is afgebeeld op een schilderstuk of in een gebrandschilderd raam. Hoewel we ons altijd moeten afvragen wat het doel er van is en of Maria niet teveel eer ontvangt. RÏAAL-

Christelijke cultuur

Ons land en West-Europa heeft in zekere zin nog een christelijke cultuur. Daar kunnen we oprecht dankbaar voor zijn. Mensen, die weinig of niets van de Bijbel weten, worden in een museum of anderszins geconfronteerd met bijbelse schilderstukken en voorstellingen. Daar kan op zich een prediking van uitgaan waar in het evangeUsatiewerk op in te spelen is. Die mogelijkheid mag zeker aangegrepen worden. We mogen oog hebben voor het goede dat God in Zijn .ilgemene genade in bijvoorbeeld de schilder- en beeldhouwkunst of de muziek heeft gelaten.

Beeldenstorm

Waar het de Catechismus om gaat zijn de vele heiUgen- en Mariabeelden in de rooms-kathoheke kerken van die dagen, die te maken hadden met de heihgen- en Mariaverering. In rooms-katholieke landen vindt men soms levensgrote Mariabeelden. Voor die beelden wordt geknield en Maria wordt soms in processie door het dorp of door de stad gedragen. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, heiligenbeelden.

Vandaar dat daartegen in 1566 de beeldenstorm kwam. Begonnen in België sloeg die over naar ons land. Alleen al in België werden in naar schatting vierhonderd kerken of kloosters de beelden en gebrandschilderde ramen vernield. Die beeldenstorm is onbezonnen geweest en niet goedgekeurd door de meeste leidinggevende Calvinisten in die tijd. Immers, „niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de Heere der heirscharen" (Zach. 4:6).

Boeken der leken

De Catechismus spreekt van de beelden als „boeken der leken". Wat moeten we daaronder verstaan? In de rooms-katholieke kerk in de Middeleeuwen kende men onderscheid tussen geestelijken en leken. De geestelijklieid had gestudeerd, de leken (het gewone volk) niet. De leken kenden ook de Bijbel niet en hoefden die ook niet te kennen; de geestehjkheid zou het hen wel vertellen. De nadruk lag bovendien niet op het persoonlijk geloof, maar op de sacramenten, vooral op het sacrament van de mis. Daarbij kwam nog dat velen in die tijd analfabeet waren en bovendien de bijbels schaars waren.

Om de leken nu toch wat kennis van het leven van Jezus en de (Bijbel)heihgen bij te brengen, konden de beelden en de gebrandschilderde ramen en de muurschilderingen dienen. Vandaar de vaak rijk-beschilderde en van beelden voorziene rooms-kathoüeke kerken uit die dagen. Van een Mariabeeld kon men de eenvoud en devotie van Maria leren, van een Jezusbeeld Jezus' liefde en zachtmoedigheid, in de veertien staties aan de muren was de Uj densweg van Jezus afgebeeld, de vaak rijk-gebeeldhouwde portaalingangen van de kathedralen hebben talrijke beelden, onder andere dikwijls van het laatste oordeel. Wie een kerk of kathedraal binnenging kon het in het portaal „lezen": het gaat hier om eeuwig wel of eeuwig wee.

Zo heeft de kathedraal in Chartres (Frankrijk) in ramen en beelden naar schatting tienduizend afbeeldingen, waarom deze kathedraal wel genoemd wordt „De Bijbel in glas en steen". Dat alles is zeer mooi en als kunst zeker niet te verwerpen. Maar het gaat om de achterliggende gedachte ervan: dat het „gewone volk" daar zijn kennis van de Schriften vandaan moest halen.

Het Woord centraal

Tegenover de „boeken der leken" stelde de Reformatie de levende verkondiging van het Woord. In een goed-Protestantse kerk staat de preekstoel centraal en is de kerkinrichting in de regel sober. Niet dat er geen versieringen zouden mogen zijn. En niet dat aan een kerkgebouw geen goede aandacht besteed mag worden. Een schuur is geen kerkgebouw, hoewel men er wel kerk kan houden, en een kerk is geen schuur. De hoofdzaak is echter de prediking van het Woord, dat Christus gepredikt wordt, dat de gemeente wordt geroepen tot het geloof in Christus en gebouwd wordt in het geloof in Hem en dat mensen worden vermaand en bemoedigd. Dat de Schriften worden geopend en de Heihge Geest harten opent.

Hulpmiddel?

In onze tijd, met zijn enorme secularisatie, waarin de mens bovendien zeer visueel is ingesteld, kunnen „beelden" misschien weer dienen. Ik denk aan visueel materiaal dat gebruikt wordt in de catechese en aan afbeeldingen en illustraties ten behoeve van het evangelisatiewerk. En aan de schilderstukken en voorstellingen in musea. Laten we niet vergeten dat ook de platen in de oude Statenbijbels dienden om de bijbelse verhalen dichter bij de mens te brengen. We spreken dan echter niet van boeken der leken. De illustraties en afbeeldingen dienen om te leiden naar de Heihge Schrift. Daarom gaat het de Catechismus, en daarom gaat het ook ons. En door het Woord gaat het om Hem van Wie het Woord spreekt: Christus. De Schrift is geschreven opdat mensen geloven in Jezus Christus en gelovende het leven hebben in Zijn Naam (Johannes 20:31).

Daarom was de leus van de Reformatie sola scriptura, sola fide, sola gratia: alleen de Heihge Schrift, alleen door het geloof, alleen uit genade.

Huizen

H. Veldhuizen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Gij zult u geen gesneden beeld maken...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's