Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Guido de Brès en de Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Guido de Brès en de Nederlandse Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De scholengemeenschap in Rotterdam-Zuid, waar ik les geef, draagt de naam 'Guido de Brés'. Dat is niet z.o maar een naam. Guido de Bres was een van de eerste hervormers in de zuidelijke Nederlanden. Hij kreeg hij ons bekendheid door het schrijven van zijn geloofsbelijdenis. In 37 artikelen beleed hij zijn geloof en Wie God voor hem wos. Vooral zijn laatste artikel spreekt van een groot geloofsvertrouwen en uitzien naar de wederkomst van de Heere Jezus Christus. Zo'n belijdenis uitspreken kan alleen als je persoonlijk mag weten het eigendom te zijn van de Heere Jezus Christus. Dan kun je die grote dag met een groot verlangen tegemoet zien. Vind je ook niet, dat we dit in onze tijd zo weinig horen? Natuurlijk zijn er nog wel gelovigen, die hiernaar uitzien, maar we horen het niet veel. Aan de andere kant gaat het er in de eerste plaats niet om of wij er van anderen van horen, het belangrijkste is of wij zelf persoonlijk Hem kennen. Van die persoonlijke kennis kon Guido de Brés getuigen. Dit artikel geeft een korte impressie van het leven en sterven van deze hervormer.

Wie was Guido de Brés?

De Brés is geboren in 1522 te Mons (Bergen) in cie Zuidelijke Nederlanden. Tijdens haar zwangerschap hoorde z'n moeder in de straten van Mons een geestelijke preken. Zijn woorden maakten bijzonder veel indruk op haar. Thuisgekomen bad zij of het kind dat zij verwachtte zó zou mogen worden als deze prediker, die zo bezielend gesproken had. Later, in een afscheidsbrief, herinnert Guido zijn moeder aan dit voorval als hij schrijft: „Gij zeide dat en God verhoorde; zelfs ten bewijs dat Hij rijk is in barmhartigheid, heeft Hij u meer gegeven dan u van Hem vroeg. U vroeg immers of het kruid dat u in uw schoot droeg, zijn mocht als die prediker en God heeft hel de Heere Jezus toegeheiligcl”.

Bekering

We welen niet precies wanneer Guido de Brés tol bekering is gekomen en de Rooms-Katholieke kerk dc rug heeft toegekeerd.

Waarschijnlijk tussen zijn 18e en 25c levensjaar. Zijn vader was glasschilder van beroep (van hem kreeg Guido z'n opleiding) en maakte van die mooie gebrandschilderde ramen met allerlei prachtige voorstellingen. Ook bijbelse taferelen. En daarom bestudeerde Guido de Brés de Bijbel goed om alles zojuist mogelijk uit te beelden. Deze studies werden door de Heere gezegend. Het lezen van de Bijbel opende zijn ogen voor de dwalingen van de Roomse kerk. Hij werd een vurig aanhanger van dc reformatorische leer, met name van die van Calvijn.

Vluchteling

AI gauw wijdde Guido de Brés z.iclt geheel aan de verkondiging van het Evangelie. In 1548 brak cr in Mons en omgeving een zware vervolging uit. De Brés vluchtte loen naar Engeland. Tijdens z'n verbli jf in Londen heeft hij zijn eerste theologische vorming ontvangen. In de Londense vluchtelingengemeente maakte hij wekelijks de diensten (profetieën) mee. Enkele gemeenteleden, de 'profeten', stelden tijdens deze bijeenkomst van dc gemeente vragen over dc preken van 's zondags. De predikanten gingen in deze doordeweekse diensten daar clan verder op in.

Van diepgaande betekenis was ook het kontakt van De Brés met een aantal vooraanstaande gereformeerden. Hij ontmoette onder andere Johannes a Lasco, Marten Micron en Petrus Dathecn. De laatste hield zich bezig met een psalmberijming, Marten Micron schreef een kleine

catechismus voor kinderen, terwi jl a Lasco zich vooral bezighield met een goede organisatie van liet kerkelijk leven.

Zijn verblijf te Rijsel

In 1552 keerde De Bres terug naar zijn geboortestreek. In Lille (Rijsel) 'vestigde' hij zich als predikant. Hij trok rond, om in dc wijde omgeving zijn verdrukte geloofsgenoten te dienen.

Tijdens deze periode schreef Guido 'Le Baston de La Foy Chrétienne' (De stok of staf van hel christelijke geloof). Hierin weerlegde hij de roomse leer met een aantal citaten van kerkvaders. Hij wilde laten zien dat de hervorming de voortzetting is van de oude kerk en niet Rome.

In 1556 moest Guido opnieuw vluchten in verband met hevige vervolgingen. Hij kwam toen in Frankfurl am Main en na een kort verblijf trok hij naar Zwitserland. In Lausanne en Genève kreeg hij les van Beza en Calvijn. Na drie jaar (in 1559) keerde De Brés terug in de Nederlanden. Hij trad in hel huwelijk met Catharine Ramon. Zijn vaste woonplaats werd Doornik, maar hij preekte ook wel in Rijsel.

Doornik

De eerste martelaar in Doornik stierf in 1528. In 1545 vond Pierre Brully de vuurdood. Hij was een calvinistisch predikant cn afkomstig uil Straatsburg. Onder het strenge regime van inquisiteur Pieter Titelmans weken velen uit naar Antwerpen en Frankfurt of Wesel. Een van De Brés' belangrijkste vrienden en medewerkers was de tapijtwerker Jean de Lannoy. In september 1561 was het ker(k)mis in Doornik. De stad trok vele bezoekers, roomsen cn hervormden. De hervormers hadden duidelijk andere bedoelingen dan dc kermisvierders. De calvinisten gingen 29 september, de eerste kermisdag, 's avonds de straat op en zongen de psalmen van Marot en Beza. ook voor de deur van de hoge roomse geestelijken. Dat gebeurde ook de volgende avond. De deelnemers aan deze psalterie (psalmoptochl) droegen maskers en bliezen met opzet alle lampen uit, die ter gelegenheid van het 'feest' overal nog brandden.

De Nederlandse Geloofsbelijdenis

De Brés en Jean de Lannoy waren tegen deze optochten, want ze vreesden kwade gevolgen. Die vrees bleek later terecht. Veel hervormingsgezinden waren teleurgesteld.

In die lijd verspreidde De Brés de eerste exemplaren van de Confcssion de Foy (Geloofsbelijdenis). Hij wilde overheid en volk ervan overtuigen dat de calvinisten beslist geen revolutionaire bedoelingen hadden. Dit in tegenstelling tot de wederdopers. Zij waren juist ontrouwe onderdanen van de koning. Dc Nederlandse Geloofsbelijdenis beslaat uit 37 artikelen. De bedoeling was om kort en bondig weer tc geven, wat de hervormden nu eigenlijk geloofden. Guido dc Brés schreef er een aparte brief bij, bestemd voor koning Filips II. Daarin verzocht hij dringend om de hervormden niel langer tc vervolgen. In de nacht van 1 op 2 november 1561 werd deze geloofsbelijdenis als pakje over de muur van het kasteel te Doornik geworpen. De volgende morgen werd het gevonden en aan graaf De Montigny overhandigd. Hij maakte het open, las hel cn stuurde het door naar dc landvoogdes, Margaretha.

Valenciennes

Om uil dc handen van dc Inquisitie te blijven, vluchtte De Brés uit Doornik. Opnieuw was hij genoodzaakt zijn zwervend leven voort te zeiten, ln 1566 kwam hij te Valenciennes. In deze stad waren veel hervormden. Ongeveer tweedeerdc deel van dc inwoners had voor de hervorming gekozen. Samen met Pcregrin de la Grange preekte Guido de Brés in het openbaar. Toen het stadsbestuur weigerde een bezetting in de stad toe te laten, werd de stad belegerd cn na drie maanden moest zij zich overgeven. In eerste instantie wis

ten De la Grange en Dc Brés te ontsnappen, maar in een nabijgelegen plaatsje werden ze alsnog gevangen genomen cn naar dc gevangenis in Valenciennes overgebracht. Ondanks de slechte omstandigheden onderging Dc Brés blijmoedig zijn gevangenschap. Hij schreef aan zijn vrouw over dc blijdschap, die hij ondervond in zijn lijden:

„Ik ben blij, ja mijn hart is vrolijk, er ontbreekt mij niets temidden van mijn droefenissen”.

Guido’s levenseinde

In de vroege morgen van 31 mei 1567 werd De Brés meegedeeld dat diezelfde morgen het doodvonnis voltrokken zou worden. Terwijl zijn gezicht straalde van vreugde, nam hij afscheid van zijn medegevangenen. Hij sprak hen als volgt toe: , .Heden sterfik voor de Naam van Gods Zoon. Gode zij dank! Ik ben zeer verblijd. Nooit had ik gedacht, dat God mij die eer zou doen. Van ogenblik tot ogenblik word ik bekrachtigd en mijn hart springt op van vreugde in mij. De dood is niets, o hoe zalig zijn de doden, die in de Heere sterven.' Het is alsof mijn geest vleugelen heeft om zich ten hemel te verheffen, waar ik heden genodigd ben ter bruiloft van mijn Heere, van de Zoon van mijn God”.

Daarna heeft hi j deze belijdenis met de martelaarsdood bczeaeld. Dat was op 31 mei 1567.

Belijdenisgeschrift

De geloofsbelijdenis werd bewaard en vormt nog steeds één van dc drie formulieren van enigheid. De Brés heeft gebruik gemaakt van dc Confession Gallicana. Deze Franse geloofsbelijdenis is voor hel grootste deel van dc hand van Calvijn. De meeste artikelen beginnen met de woorden 'Wij geloven...'. In artikel 1 staat het zo: 'Wij geloven allen met het hart en belijden mei de mond...' Na dc goedkeuring door een aantal predikanten werd dit werkje in het geheim gedrukt. In 1562 werd het al in het Nederlands vertaald. Op de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619) werd dc Nederlandse Geloofsbelijdenis goedgekeurd. Zo is het een van onze belijdenisgeschriften geworden. samen met de Heidelbergse Catechismus cn de Dordtse Leerregels.

H.I. Ambacht

B. S. van Groningen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1994

Daniel | 32 Pagina's

Guido de Brès en de Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1994

Daniel | 32 Pagina's