Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anne Westerduin, Ongeluk. Omgaan met tegenslag. Uitg. Boekencentrum Zoetermeer 2009, 120 blz., € 14,50.

De schrijfster van dit boekje kreeg een poos geleden een ernstig verkeersongeluk en liep daarbij een gebroken ruggenwervel op. In 20 hoofdstukjes geeft ze weer wat ze beleefde en hoe ze daar geestelijk mee leerde omgaan. In elk hoofdstuk is er een kopje onder de titel ‘voor jou’, waarin de lezer persoonlijk wordt aangesproken. Een Bijbelgedeelte, ‘Reflectie’ en een ‘Stiltemoment’ completeren het geheel. Aan het einde staat steeds een spreuk waarover verder doorgedacht kan worden. Anne stelt zich in haar manier van schrijven kwetsbaar op en gunt op allerlei momenten een blik in haar hart. Het boekje is leerzaam in twee opzichten: het laat zien hoe een patíënt in een ziekenhuis en thuis de dingen kan ervaren, maar stelt de ‘gezonde’ bezoeker ook voor de spiegel: hoe komt het over wat ik naar zieke toe communiceer? Voor ieder die regelmatig met zieken omgaat aanbevolen lectuur.

D.M. Lloyd-Jones, Ouders en kinderen. Paulus als pedagoog. Uitg. Kok Kampen 2009, 80 blz., € 12,50.

Het werk van dr. Lloyd-Jones spreekt nog altijd aan. De predikant van de Westminster Chapel in Londen overleed in 1981. Hij was iemand die gefundeerd was in de Schriften en tegelijk de cultuur van zijn tijd diep peilde. In dit boekje vinden we de neerslag van de Bijbellezingen die hij hield over Efeze 6: 1-4: onderdanige kinderen, ongelovige ouders, de moderne mens en de opvoeding, evenwichtig straffen, een christelijke opvoeding. Uiteraard zijn bepaalde dingen gedateerd, maar dat pleit alleen maar voor de schrijver: hij sprak niet tijdloos, maar tijdbetrokken. Hij schroomde niet om vanuit het Evangelie geluiden te laten horen die haaks staan op de moderne opvoedingscultuur.

Een kenmerk van het werk van Lloyd-Jones is, dat het nogal wijdlopig is. Maar wie daar wat doorheen kan kijken, vindt hier veel goeds. Het zou zelfs kunnen dienen als een geschenk op doopbezoek.

Ton de Ruiter, Jezus in ons. Een andere kijk op verzoening. Uitg. Kok Kampen 2009, 280 blz., € 17,50.

Een vrijgemaakt-gereformeerd predikant (met een lijn naar onze kerken, wegens zijn verbintenis aan een samenwerkingsgemeente) kan niet meer uit de voeten met de leer van ‘verzoening door voldoening’. Hij legt daarom zijn ambt neer - eind 2008. Dat leek mij onontkoombaar en het dwong ook respect af. Tegelijk is men dan benieuwd naar die veranderde inzichten, op grond van de Schrift. Die publiceert de auteur nu in dit boek. Het is mij niet meegevallen. In het kader van een recensie moet men zich beperkingen opleggen. Laat ik iets vertellen over hoofdstuk 7. Daar gaat De Ruiter in op de betekenis van Jesaja 53 in het kader van zijn zoektocht. Terecht, want dat is een sleutelhoofdstuk. Hij legt de vinger bij het gegeven dat Jes. 53 in de kerken gelezen wordt als profetie over Jezus, maar dat zo de uitleg wordt ingekleurd en versmald (we lezen het OT dan terug vanuit het NT), blz. 97. We moeten terug naar de tijd van de profetie en dan moet bij de knecht des Heren gedacht worden aan Israël of Jakob (blz. 99). Dat lijkt een nieuw gezichtspunt, maar volgens mij is het dat helemaal niet: ook bij de uitleg van Jes. 40 bijvoorbeeld zien de kerken van gereformeerd principe eerst de verlossing uit de ballingschap opdoemen, en passen we vers 3 allereerst daarop toe, om daarna pas Matt. 3:3 erbij op te slaan. Het probleem komt pas hierna: de auteur ziet dan dat ook bij Jezus deze boodschap/profetie ‘past’ (blz. 102). Daar stelt hij: ‘Vervullingen zijn (vollere) herhalingen van soortgelijke gebeurtenissen.’ En daar loopt het uit de rails: op zich is deze uitspraak niet onwaar, maar zij is te weinig. Vervulling (zie het evangelie naar Mattheus) zegt méér, namelijk dat het bij die latere herhaling daar ten diepste om gáát en dat zó die eerdere tekst ten vólle gaat spreken, en dat de Here dáár dwars door de Schrift uiteindelijk naar toe werkt. Met zijn gedachten komt de auteur zodoende tot een wonderlijke stelling: ‘Handelingen 8 bewijst niet dat Jesaja 53 over Jezus gaat’ (blz. 106); het feit dat Filippus uitgaande van dat Schriftwoord Jezus verkondigde (vers 35) is onvoldoende grond voor die gedachte. Dat is toch raar, zeker in het licht van de vraag in vers 34: Van wie zegt de profeet dit? Van zichzelf of van iemand anders? Nog iets: het valt op dat de auteur Bijbelteksten zó omschrijft dat er al schrijvenderwijs iets anders komt te staan. Als voorbeeld wijs ik op 1 Joh. 1:7b, het bloed van Jezus, zijn zoon, reinigt ons van alle zonde. Dat wordt (blz. 241): ‘Je kiest dan niet voor zondigen of duisternis (1:5,6). Dan ‘reinigt het bloed van Jezus ons van alle zonde, die we nog (onbewust) doen’. Als je zo eerlijk en oprecht leeft in het licht, dan gaat het bloed (leven) van Jezus ons beheersen en worden we al reiner en heiliger.’ Ongemerkt is nu deze tekst in het kader van de heiliging komen te staan en weggehaald uit het kader van de verlossing. Maar kan dat in het licht van 1:8-10? Ik meen oprecht van niet. Dat is geen incident: op blz. 244 gebeurt iets dergelijks bij de weergave van Openb. 1:5b. Al met al: nieuw licht, maar geen beter licht…

Johannes Hoornbeeck, De eerste homiletiek in Nederland. Ontstaan, inhoud en verwerking van de homiletiek De Ratione Concionandi. Uitg. De Groot Goudriaan-Kampen 2009, 281 blz., € 34,90.

Homiletiek, de kunst van het preken, gaat niet alleen de predikant aan, maar vooral ook de gemeente. Hoornbeeck (1617-1666), de opvolger van Voetius in Utrecht, was de eerste Nederlander die een boek schreef over de predikkunde. Het is vervolgens van grote waarde geweest voor de ontwikkeling van de prediking in de Nederlanden. De oorspronkelijke tekst was in het Latijn; het geheel is nu vertaald en ingeleid door dr. T.Brienen. Hij zal daar een ontzaglijk werk aan gehad hebben, en dat dwingt respect af. Het boek geeft ons zowel de oorspronkelijke tekst als de vertaling, dus de latinisten onder ons kunnen dr. Brienen narekenen. Dat was nu voor mij niet nodig geweest, maar ik begrijp wel dat het de wetenschappelijke waarde verhoogt. Er is iets anders dat mij bezighoudt: dit was de eerste, ongeveer 370 jaar geleden. De laatste was in 1926 (Hoekstra - het wordt nog genoemd, op blz. 257). Er is op het gebied van de prediking (ook op het gereformeerde erf) veel aan de hand. Wij kunnen het niet met de geschiedenis, hoe waardevol ook, blijven doen…

Robert Morgan, De hand van God. Laat Hij alle dingen medewerken ten goede? Uitg. Voorhoeve Kampen 2009, 203 blz., € 19,90.

Heel bekende vragen, waarover al heel veel boeken volgeschreven zijn, komen in dit boek aan de orde. De vragen van zondag 10, samengepakt in die prangende vraag in de ondertitel (afkomstig uit Rom. 8:28). Na lezing kan men concluderen dat de auteur veel voorbij heeft laten komen. Hij heeft zich ook gerealiseerd dat er veel situaties zijn waarin op dit gebied sprake kan zijn van een op z’n minst aangevochten geloof. Hij benoemt ze ook… maar toch… het komt allemaal in ieder hoofdstuk weer zo snel van het vraagteken in de ondertitel tot een uitroepteken. Ik dacht: wat mis ik toch? Na enige tijd wist ik het: ik mis de stilte van de vrienden van Job. En ineens werden die mannen mij erg dierbaar.

Dr. W. van Vlastuin & ds. M.A. Kempeneers, Gedienstige geesten. Bijbels onderwijs over de engelen. Uitg. De Banier Apeldoorn 2009,134 blz., € 15,90.

Er leven altijd veel vragen over de positie (en huidige waarneming) van de engelen. Dr. W. van Vlastuin hield daar op de zgn. Haamstede-conferentie in 2008 twee stevige lezingen over. Ze bieden op vele punten helderheid: hun positie bij de schepping (hoofdstuk 1) en bij de herschepping (hoofdstuk 2). In het najaar van 2008 hield ds. Kempeneers van Elburg (mede geïnspireerd door deze lezingen?) een zevental preken over Bijbelteksten waarin de engelen voorkomen: Kol. 1:16, Hebr. 1:14 (2x), Luc. 1:19, Openb. 12:7, 1 Petr. 1:12, Luc. 2:13 en 14. Dat alles bij elkaar geeft een helder licht. De auteurs noemen ds. P. den Butter als de ‘geestelijke grondlegger’ van hun inzichten. Deze schreef ook een voorwoord, waarbij hij onderstreept dat uiteindelijk niet de engelen voorbidder en middelaar zijn, maar dat deze positie alleen Christus toekomt. ‘Hem, en niet de engelen, komt dan ook alle eer toe’ (blz. 8). Waarvan akte! De auteurs zijn zich dat ook terdege bewust, getuige hun reserves op het punt van huidige waarnemingen (of uit het verleden) - blz. 25 -, en het verlangen om vandaag een engel te kunnen ontmoeten. Ze wijzen in dat kader op de relativering die Paulus zelf aanbrengt: ‘Al zou er een engel in de hemel zijn, die iets anders verkondigt dan wat ik u verkondig, die zij vervloekt’ (blz. 33). Het Woord en het vleesgeworden Woord gaan boven alles uit!

Ds. A.A. Egas, De brief aan de Kolossenzen. De dingen die boven zijn. Serie: Aan u geschreven. Uitg. De Banier Apeldoorn 2009,158 blz.,€ 13,90.

Enige tijd geleden hebben we in deze rubriek geattendeerd op bovengenoemde nieuwe serie, waarin de actuele inhoud van de brieven van Paulus en anderen onder de aandacht gebracht kan worden. Er waren toen enkele deeltjes van de pers gerold. Nu verscheen bovengenoemd deeltje, van de hand van de CGK-predikant uit Middelharnis. Hij wijst erop dat in de brief aan de Kolossenzen in vergelijking met de andere brieven van Paulus het werk van Christus het meest centraal staat. Dat gegeven ontvangt in de uitleg dan ook - terecht - veel aandacht. Hij is een volkómen Zaligmaker! Vervolgens is er aandacht vanuit de bekende woorden van hoofdstuk 3:1-4 voor het staande blijven bij verleiding en verzoeking, speciaal in een tijd van kerkverlating. Daar kijkt de auteur overigens vooral naar de erop volgende verzen, terwijl ze toch allereerst een direct vervolg zijn op de woorden van 2:16-23. Wanneer ze in dàt licht gelezen worden, zijn er toch ook nog weer andere lijnen te trekken, zo dacht ik bij het lezen.

J.I. Packer, 7 woorden waar het echt om gaat. Uitg. De Groot Goudriaan-Kampen 2009, 173 blz., € 16,50.

De bekende theoloog Packer geeft in dit boek een heldere beschrijving van de betekenis van zeven kernwoorden van het christelijk geloof: zonde, genade, Middelaar, verzoening, geloof rechtvaardigmaking en heiligheid/-making. Principiële Schriftuitleg, gepaard gaande aan een duidelijk verlangen dat zoveel mogelijk verloren mensen zullen delen in het heil dat God bereid heeft voor allen die Hem liefhebben - 1 Cor. 2:9. Geschikt om eens een jaar lang op een studiekring te behandelen!

Dr. Henk Florijn, Een jaar met Revius. Uitg. De Groot Goudriaan-Kampen 2009, 176 blz., € 9,90.

Jacobus Revius (1586-1658) was predikant, onder meer te Deventer. Hij geldt als een van de grootste Nederlandse dichters van de 17e eeuw. Ziijn poëzie kenmerkt zich door een diepzinnige inhoud in weinig woorden. Naast zijn bekende Over- Ysseische Sangen en Dichten publiceerde hij ook berijmingen van het Hooglied en van de Psalmen. Theoloog en neerlandicus dr. Henk Florijn selecteerde voor elke dag van het jaar een dichterlijke spreuk van Revius.

John Dickson, Jezus. Een kort leven. Uitg. Kok Kampen 2009,159 blz., € 16,50.

In dit boek wordt een eind gemaakt aan de speculaties en fantasieën die bestaan over de persoon van de Here Jezus. Dat gebeurt aan de hand van analyse van recente (en ook oudere) onderzoeken die plaatsvonden rond de vragen die over het leven van Jezus de ronde doen. Vragen zoals: wanneer werd Hij geboren? Was Hij getrouwd? Hoe moeten we de ‘wonderen’ zien die Hij heeft gedaan? Hoe moeten we aankijken tegen het feit dat Hij is opgestaan uit de doden? Het knappe van dit boek is dat het gelovig recht doet aan de Bijbelse gegevens op al deze punten, en dat het tegelijk de daarover levende vragen volstrekt serieus en wetenschappelijk behandelt. Een verrijkend boek.

Oswald Chambers, Gesprek met God. Gedachten en aforismen over bidden. Uitg. Kok Kampen 2009,184 blz., € 17,=.

Bidden is belangrijk - dat weet iedereen. Vaak blijven christenen steken in een sleur of in hun moeite om dagelijks te bidden. In dit boek wordt de lezer geprikkeld om wat dieper af te steken en na te denken over de geestelijke werkelijkheid waar het gebed een onderdeel van is. Het is een bundel met verfrissende en diepzinnige gedachten van een man die wist waarover hij sprak: het gesprek met God was de spil van zijn leven. Chambers (1874-1917) kwam in zijn tienerjaren tot bekering onder de prediking van Spurgeon. Het boek is ingedeeld in thema’s: o.a. vrijmoedigheid, onbevangenheid, concentratie, verlangen, eerlijkheid, gehoorzaamheid, geduld en kracht.

Arthur W. Pink, Roemt Zijn deugden. De eigenschappen van God. Uitg. De Banier Apeldoorn 2009,112 blz., € 14,90.

De algenoegzaamheid, de besluiten, de kennis, de voorkennis, het oppergezag, de soevereiniteit, de onveranderlijkheid, de heiligheid, de macht, de trouw, de goedheid, de lankmoedigheid, de genade, de barmhartigheid, de liefde en de toorn van God: dat alles wordt in dit boek uitgelegd. Daarbij wordt aangetekend dat Pink meer voor ‘bevestigde christenen’ dan voor ‘bekommerde zondaren’ schreef (blz. 7). Dat neemt niet weg dat er sprake is van een boek waarin diep ontzag voor de Here en een diep verlangen om dat mee te delen aan de lezer aan elkaar gekoppeld zijn. Pink (1886-1952) kwam vanuit de wereld van het occultisme op 22-jarige leeftijd tot bekering en was predikant in drie werelddelen: Amerika, Australien en Europa (Engeland).

Dr. J.R. Beeke, Calvinisme. Een godgerichte en praktische levensvisie. Uitg. De Groot Goudriaan-Kampen 2009,462 blz., € 49,90.

Op de grens van de jaarwisseling - waardoor het Calvijnjaar ten einde kwam - verscheen er nog een boek met fikse omvang over het Calvinisme. Dat is, zoals de auteur laat zien, niet iets van het verleden, maar het staat midden in dit leven, op God gericht, hartelijk en praktisch. Daarbij raakt het de mens in zijn geheel: hart en handen, intellectueel en geestelijk. Beeke, geholpen door enkele co-auteurs, geeft duidelijke lijnen hiertoe aan, o.a. met betrekking tot de uitverkiezing, roeping en genade, heiligmaking in puriteinse context, eredienst en prediking, huwelijk en gezin. Men heeft er een hele kluif aan om dat alles te verwerken, maar dan komt er ook opening voor het laatste onderdeel: het doel van zo’n leven, namelijk de lofprijzing aan God.

Jeanette Howard, Leunend op mijn Geliefde. Leven met lesbische gevoelens. Uitg. Buijten & Schipperheijn Amsterdam 2009,190 blz., € 16,90.

Dit boek, vertaald uit het Engels, beschrijft de geestelijke zoektocht van de auteur. Worstelend met haar seksuele gevoelens, die gericht zijn op het eigen geslacht, zoekt ze haar weg, naar het ‘beloofde land’. Dat kan alleen een weg zijn die Bijbels genormeerd is. Maar daarin geeft God haar door diezelfde Bijbel dan tegelijk levenskracht: geloof, hoop en liefde. Een citaat: ‘Laten we eerst onderzoeken wat er binnen de grenzen ligt die ons zijn toegewezen en dat land in bezit nemen, voordat we denken dat we een slechte deal hebben gekregen vanwege de beperkingen die God op leven heeft gelegd en we ergens anders gaan kijken’ (blz. 82).

John MacArthur, Iemand had twee zonen. Het ware verhaal over een vader, zijn zonen en een schokkende moord. Uitg. Grace Publishing House Veenendaal 2009, 224 blz., € 16,95.

Op de achterflap van dit boek wordt gesteld dat aan een deel van de gelijkenis van de verloren zoon dikwijls geen aandacht wordt geschonken, en er wordt ons beloofd: ‘Dit krachtige boek biedt fascinerende nieuwe inzichten in een van de belangrijkste verhalen van de Bijbel’. Wel, dat valt nogal mee - of tegen, net hoe u het wilt. Want de bovengenoemde stelling van de auteur lijkt mij ondertussen achterhaald: aandacht voor de oudste zoon is inmiddels niet meer van vandaag of gisteren. Dus wat dat betreft weinig verrassends (wat overigens niet betekent dat de inhoud van het verhaalde slecht zou zijn). Is het eind dan verrassend? In een epiloog gaat de auteur de gang van de dingen na deze gelijkenis na: heeft het de Farizeeën tot bekering gebracht? Nee, is het antwoord: het leidde tot de moord op Jezus. Dat is waar, maar ‘verrassend’? Toch ook weer niet, want deze conclusie laat zich telkens trekken na het lezen van een gelijkenis of het verrichten van een teken van Jezus’ macht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2010

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2010

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's