Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwissing met mijn jonge vrieden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwissing met mijn jonge vrieden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2}

Waarde jonge Vriend,

Je moedeloze brief vol klachten heb ik al enige tijd geleden ontvangen. Ia. waar zou een mens ook moed uit vatten kunnen, als hij op zichzelf ziet? Als de overtreding in het binnenste van ons spreekt, en de boosheid van ons hart vr.or ons oog getekend staat, dan schrikken wij bij het zien, van wat wij wellicht al zovele jaren hebben beleden: dat er in ons niets goeds is. Wat biltere zaak voor ons gemoed, dat van deze boom in der eeuwigheid geen vrucht te wachten is. Hier wordt de hoogheid van des mensen hart gebogen. Maar de Heere alleen zal in die dag verheven zijn.

Wat zal een mens antwoorden, al$ God hem met Zich betrekken zal in het gericht? Hoor Job getuigen: „Ik zal mijn Rechter om genade bidden". „Ja waarlijk, de almachtige verkeert hel recht niet." Toch zegt Job: „Zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? "

Nimmer zullen wij zo diep inzien in de eis van Gods gerechtigheid, maar ook nimmer zullen wij het met zulk een rechte zielsvernedering aanschouwen, als wanneer wij het gericht zich zien voltrekken in de Zone Gods, aan het kruis van Golgotha. Zij zullen Hem zien, die zij doorstoken hebben. Wenden wij in afkerigheid van daar het oog, om ie vluchten tot onze eigene werken en verootmoedigingen beide, dan zullen wij versmachten in onze ongerechtigheden. Zou triumferende genade de afkerigheid van ons hart niet kunnen overwinnen? Zou Zijn Geest ons niet kunnen overtuigen van die gerechtigheid, die alleen redt van de dood? En is die gerechtigheid niet overvloedig genoegzaani tot verzoening van de zonden der ganse wereld? Wat maakt onze ziel ma - delcos? Is het niet die afkering des ongeloofs, dat niet uil, dat deze profeet, priester en koning over ons is? Het ongeloof zegt: Dewijl onze overtredingen en onze'zonden op ons zijn, en wij in dezelve versmachten, hoe zouden wij dan leven? " Maar de Heere zegt: Zo waarachtig als Ik leef, zo Ik lust heb in de dood des goddeloozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve." (Ez. 33 : 10, IJ).

Jonge vrienden, zoek het toch niet in een weg van wettische gerechtigheid, waarin de hoogmoed des harten gevoed wordt; denk niet dat het bestaat in vorm en plicht, waarin wij ons denken te verheffen boven anderen. Maar begeer toch ernstig van de Heere, om geleid te worden door Zijn Geest. En het is Zijn eigen woord, dat Hij Zijn Geest wil geveA, degenen, die Hem daarom bidden. De ogen die eens gezien hebben, zullen niet terug zien.

Nu moet ik nog even een paar regeltjes schrijven aan een vriendin van wie ik, al een paar brieven mocht ontvangen, en die haar hart zo gaarne eens open wilde leggen. Jonge vriendin, waar je ook aan moge twijfelen, twijfel toch nimmer aan de trouw des Heeren. Hij heeft Zijn Woord ons verpand. Wij.zijn geneigd eerst naar binnen te zien, om vrijmoedigheid te vinden om naar boven te zien. Dat zal ons menigmaal de vrijmoedigheid ontnemen. Pleit toch op Zijn eigen Woord der beloften. Wij zijn ook zo geneigd om, met hetgeen de Heere aan ons uitlaat van Zijn gunst, zelf te gaan werken en daarop onze hoop te gronden: en dat voert ons af van het enig fundament dat gelegd is ter zaligheid. Al die paarlen moeten wij verkopen voor de parel van grote waarde. Blijf wachten aan de deur der genade. Hij is het waard.

Hot doet mij altijd veel genoegen, nog te mogen vernemen, dat er bij de jonge mensen nog een 'vragen is, niet alleen naar de leer der waarheid, maar ook naar datgene, wat voor hun harten zo nodig is.

Zo algemeen is de klacht, dat de tijden donker zijn. Zouden er niet velen zijn, die deze klacht aangrijpen om zichzelf te dekken? De tijden zijn zo donker, wordt dan gezegd, dat u het mij niet kwalijk moet nemen, dat ik niet zo nauw leef, dat er zoveel bij doof kan. Heimelijk geeft men God de schuld, dat er zo een geringe bediening des Geestes is, zodat geen vruchten van geloof en bekering zichtbaar worden.

Jonge vrienden, laat ons nooit vergeten dat het verbond Gods niet wankelt in eeuwigheid. Het gebed moge vermenigvuldigen, dat de Heere Zijn Geest in rijke mate uitstorte en werke in ons jong geslacht. Dat de belofte moge vervuld worden: Het zaad zal Hem dienen, het zal de Heere aangeschreven worden tot in geslachten. Dat in onze tijden van verbreking en verdeeldheid samengebracht worde, wat tesamen hoort. Dan zal het onze wel op de achtergrond geraken, en in plaats van blinde ijverzucht, tedere Godsvreze openbaar worden.

Gaarne ontvang ik van velen een brief. Het is niet nodig dat ze wat bijzonders te vragen hebben. Schrijf er je adres ook bij. Dat vergeten sommigen wcleens. Ze schrijven dan enkel hun naam. Niemand komt te weten wie je bent. Is er aanleiding voor, dan kan ik ook in een persoonlijk briefje antwoorden.

Weest allen de Heere van l^rte bevolen.

Je vriend BARUCH.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's

Briefwissing met mijn jonge vrieden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's