Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nalezing over de ramp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nalezing over de ramp

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sedert de laatste keer — het was in Januari — dat uw rondkijker in deze rubriek schreef, is er in ons lieve Vaderland heel wat afgespeeld. Een ontzettende ramp trof ons volk, waarbij honderden doden zijn te betreuren. Er is voor millioenen gulden materiële schade, wat ech-| ter niet opweegt tegen het ontzettend verlies aan mensenlevens. Al mag het eerste grote moeilijkheden opleveren, eerstdaags wordt dit hersteld, de doden vermag men echter niet weer te geven.

Dat is een afgesneden zaak. Uw rondkijker heeft de ramp van zeer nabij meegemaakt. Het is daarom, dat hij enige weken respijt heeft moeten geven en de pen moest laten rusten. Hij heeft zelf water in zijn huis gehad en moest drie dagen op een zolderkamer huizen, eer hij door een boot werd verlost. Door Gods goedertierenheid mocht hij en zijn familie er het leven afbrengen.

Met hoevelen is het anders gegaan! Wij denken dan in de allereerste plaats aan veel trouwe lezers van ons blad in Zeeland en Zuid-Holland, waaronder misschien ook wel leden van de J.V. zijn. We weten het niet. Zeker is, dat meerdere leden van J.V.'s, grote verliezen in hun familie te betreuren hebben. Verleden week kregen we er een op bezoek, het was een soldaat, die in de rampnacht zijn vader, moeder, broer en zusje verloor. Met zijn enig overgebleven broeder, die voor onderwijzer studeert en derhalve ook niet thuis was bij dit schrikkelijk gebeuren, staan zij alleen op de wereld. Denk U dat eens in mijn waarde vrienden, wat dat betekent! Welk diepe wonden zijn er geslagen, hoe zijn in een ogenblik tijds honderden families in diepe rouw gedompeld.

Ons medeleven gaat zeer naar die rouwende families uit, al zijn onze woorden te arm, om troost

te kunnen bieden. De Heere doet geen onrecht, Hij vergist zich nooit. Maar om dat. recht te kunnen beamen is genade nodig. En als Hij die genade geeft, vloeit ook zijn troost af, dan vervult Hij de ledige plaats met Zichzelf.

Wie kan echter het aanschouwen van zoveel ellende en leed met droge ogen aanzien ? Wie zou niet weenen? Rondkijker heeft in het rampgebied de verwoesting aanschouwd, de doden, uit het water zien halen, ter aarde zien bestellen in massagraven — het is om uit te roepen: o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben!

RONDKIJK

Anderzijds is onderscheid gemaakt, waar geen onderscheid is. Want wij — en geen van onze lezers en lezeressen — zijn toch niet beter en rechtvaardiger dan zij, aan wier kostbaar leven door de verdrinkingsdood op zo schielijke wijze een einde werd gemaakt. Wat past het ons, om ons voor de Heere te verootmoedigen dat Hij nog gans geen voleinding maakte en onze levensdraad in die ontzettende rampnacht niet heeft afgesneden. En dat geldt voor ons allen; want al wonen we in hoger gelegen plaatsen, tientallen meters boven A.P., ook daar zou Gods Hand ons kunnen vinden. De Heere kwam — gelijk Hij in Zijn heilig Woord zegt — als een dief in de nacht. De wetenschap faalde hier, daar had men niet op gerekend. Met grote nauwkeurigheid weten de metereologen en klimatologen ons te voorspellen welk weer ons te wachten staat, maar deze hoge watervloed werd ons te voren niet aangekondigd. Dan had men de grote trom wel geroerd en de bewoners binnen de dijken vooraf gewaarschuwd. Dit was Gods vinger. De Hoge en Verhevene heeft hier een stipje van Zijn Majesteit laten zien. Rondom Hem zijn wolken en donkerheid — rondom Hem zal het zeer stormen.

Wat is het een aansporing om bereid te zijn, waanneer op het onverwachts ons de dood overvalt. Door deze ramp heeft de Heere ons allen wat te zeggen. Hij heeft ons doen opschrikken uit onze gewaande rust en duidelijk enklaar aangetoond, dat ons leven is een damp en de dood ieder uur wenkt. En ook, dat ons bezit ons niet eigen is en wij op het vergankelijk goed niet zouden bouwen.

Vlees en bloed zijn bij deze ramp niet gespaard. Ener lei we-i dervoer de rechtvaardige en de goddeloze. Want er zijn ook meerderen van Gods lieve volk omgekomen. Voor hen echter was de verdrinkingsdood niet erg, de • doodsrivier was voor hen een ! doorgang naar het eeuwige leven. Toen de Bruidegom kwam waren zij bereid, zij hadden olie in hunne lampen. Hoe ontzettend echter onvoorbereid en onverwacht van het leven te moeten scheiden! De genadetijd voorbij, het „doe ons open" een roep, die geen baat meer vindt.

En ook ontzettend wanneer men uit het water is ontkomen en er niets uit wordt geleerd. De Heere roept ons toe - , indien gij U niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan. De verharding is erger dan de ramp zelf.

Nu heeft Hij geen lust in onze dood maar daarin, dat we ons zullen bekeren en leven. Hij roept er ons door toe, dat we ons zouden haasten en spoeden om ons levens wil.

Zo gij Zijn stem dan heden hoort,

Gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord

Verhard U niet, maar laat U leiden.

RONDKIJKER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1953

Daniel | 12 Pagina's

Nalezing over de ramp

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1953

Daniel | 12 Pagina's