Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De belijdenisgeschriften onzer Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De belijdenisgeschriften onzer Kerk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DORDTSE LEERREGELS

(23)

De inhoud van de Vijf Artikelen.

We willen nu een kort overzicht geven van de inhoud van de Vijf Artikelen tegen de remonstranten, niet om de persoonlijke lezing van dit belijdenisgeschrif t onzer kerk overbodig te maken, maar juist om de lezers van ons blad daartoe te dringen, dat men ook dit derde van onze belijdenisgeschriften ter hand neemt en bestudeert. Want het zijn juist ook de Dordtse Leerregels, die bij verschillende groeperingen in onze Hervormde Kerk verzet oproepen. Hierin wordt immers de gereformeerde leer der verkiezing zo duidelijk gehandhaafd, hier wordt de mens alleen zalig door de vrije, souvereine genade Gods, hoewel de verantwoordelijkheid van de mens niet wordt uitgeschakeld en het aanbod van genade rijk en vrij naar voren komt. De Dordtse Leerregels drijven heus niet de verkiezing, maar ze laten ons zien hoe uit die verkiezende genade Gods de ganse weg der zaligheid voortkomt en hoe de kerk, de ware kerk Gods, op die verkiezende genade rust.

Grote invloed hebben deze Vijf Artikelen tegen de remonstranten uitgeoefend op het kerkelijk leven in de jaren na de grote Dordtse Synode. Maar later zijn er verschillende stromingen in het kerkelijk leven gekomen, die van remonstrantse smetten niet vrij zijn. En het is zo nodig, dat we ook in onze dagen de geesten, die op het kerkelijk erf rondwaren, onderkennen, opdat we niet door allerlei wind van leer worden meegevoerd en omgevoerd.

Daarom zullen we juist in onze dagen ook beslist stelling moeten nemen tegen de leer van Karl Barth en de zijnen inzake de verkiezing. Deze theoloog heeft het duidelijk uitgesproken, dat onze Dordtse vaderen het geheel mis hebben gehad en het standpunt van Barth en de zijnen komt dan ook volkomen in strijd met hetgeen de Vijf Artikelen tegen de remonstranten ten aanzien van de verkiezing leren.

Wij zullen vast moeten houden aan de gereformeerde leer der verkiezing, die op de Schrift is gefundeerd en vanuit dat standpunt moet de gemeente ook gebouwd worden. Wij achten de Barthiaanse leer dan ook zeer verderfelijk voor het kerkelijk leven en we vinden er absoluut geen gemeenschap in met de belijdenis der vaderen. En op grond van Schrift en belijdenis zullen zij, die op hetzelfde standpunt staan als Karl Barth, dan ook veroordeeld moeten worden. We hopen echter, dat zij dan uit de Schriften overtuigd zullen worden door de daartoe bevoegde instanties in de kerk, dat zij dwalen. Of het ooit tot een veroordeling zal komen, dat durven we niet te zeggen. We zijn bang dat de bepalingen inzake de leertucht juist daarom zo „slap en wijd" zijn gemaakt, dat men er niet toe behoeft te komen iets anders dan „uiterste excessen" te veroordelen.

De dwalingen van de remonstranten.

Voordat we er nu toe overgaan om in het kort de inhoud samen te vatten van de Dordtse Leerregels willen we nu eerst nog eens een samenvatting geven van de dwalingen der remonstranten, waartegen de Dordtse Synode stelling genomen heeft. In zijn boek over de Dordtse Leerregelen heeft Ds. J. G. Feenstra deze dwalingen op een duidelijke en heldere wijze samengevat. We willen hem daarbij dan ook grotendeels volgen. Wanneer onze lezers nauwkeurig letten op wat ze horen in de prediking van vele predikanten, die b.v. voor de radio spreken, dan zullen ze opmerken, dat vele dwalingen van tegenwoordig de dwalingen zijn van de remonstranten uit de dagen van de Dordtse Synode.

De dwalingen van de remonstranten waren in het kort dan de volgende:

1. De verkiezing rust op een vooruit gezien geloof. De Heere heeft derhalve hen verkoren van wie Hij tevoren wist, dat zij zouden geloven en tevens in dat geloof zouden volharden. Die verkiezing Gods rust derhalve alleen op zijn voorwetenschap. De ene mens is waardiger dan de andere en het ene volk is waardiger dan het andere volk. Daarom zijn er voorwaarden voor de verkiezing. Van verwerping mag er dan ook niet gesproken worden, omdat het van de mens zelf afhangt of hij verkoren wordt of niet, of hij de zaligheid zal beërven of niet.

2. Jezus Christus is voor allen gestorven. Doch zo dat alleen de gelovige de vergeving der zonde genieten kan. Christus heeft dus niet de werkelijkheid maar de mogelijkheid der verkiezing gegeven. Wij moeten dan die mogelijkheid tot werkelijkheid maken. Wij moeten de kansen grijpen, die God ons geeft, want Christus is niet gestorven voor de uitverkorenen. Onlangs hoorden we zelf een predikant deze uitdrukking nog gebruiken: Grijp de kansen, die God gegeven heeft in Christus, maak het tot werkelijkheid in uw leven, wat Christus voor u als mogelijkheid op Golgotha verworven heeft.

3. Het geloof is in die zin een gave Gods, omdat het aan de vrije wil des mensen door God wordt aangeboden. God en mens werken hier dus samen. De genade helpt de mens, maar het hangt tenslotte van de mens af of hij zalig zal worden of niet. Ook dit kunnen we tegenwoordig i.i veler prediking horen. Het wordt altijd wel niet met zoveel ronde woorden gezegd, maar het komt er toch op nee*.

4. Door deze medewerkende genade Gods kan een mens geloven, maar ook de werking des Heeren tegenstaan. Hij kan meewerken en tegenwerken. Hij kan van nature wel hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, maar hij kan zijn wedergeboorte ook beletten, zodat het ook in zijn eigen macht blijft wedergeboren te worden of niet. Wij zullen telkens weer opmerken hoe het zwaartepunt verlegd wordt van de hemel naar de aarde, van God naar de mens.

5. De volharding der heiligen is niet een

vrucht van de verkiezing en van het werk van Christus, maar een voorwaarde, die de mens zelf moet volbrengen. Daarom hangt het van de mens af, om te volharden, of uit te vallen, zodat de ware gelovigen ook kunnen uitvallen van de zaligheid en in eeuwigheid verloren kunnen gaan. Dan zou derhalve het woord geen waarheid bevatten, dat de Heere nooit laat varen het werk dat zijn hand begon.

De plaatsruimte ontbreekt ons nu in dit nummer om nog een overzicht te geven van de Dordtse Leerregels, die tegen al deze dwalingen van de remonstranten opkomen. Daarom laten we dit tot de volgende keer rusten. Alleen kunnen we nu al goed zien hoe nodig het was, dat de Dordtse Synode heeft ingegrepen, omdat het kerkelijk leven al meer en meer verwaterd zou zijn, wanneer deze synode niet samengeroepen was geworden en ook deze besluiten niet genomen had.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 maart 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De belijdenisgeschriften onzer Kerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 maart 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's