Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Urk: bevestiging en intrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Urk: bevestiging en intrede

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zaterdag 12 juni j.l. is Ds. J.H. van Dijk als nieuwe predikant aan de gemeente “Urk-Maranatha” verbonden. Bijna drie weken van tevoren had hij afscheid genomen van de gemeente Zaamslag. Ongeveer vier jaar mocht hij daar dienen. Het was niet mogelijk voor één van de medewerkers de afscheidsdienst mee te maken. Afscheidsdiensten delen trouwens steeds minder in een brede belangstelling. Dat is niet ten onrechte. In elke dienst gaat het centraal om eigen gemeente, maar zeker in de laatste. Een dienaar des Woords, die zijn gemeente met liefde een aantal jaren gediend heeft, zal dit zo beleven. Meer dan ooit is er dan behoefte om het Woord Gods te spreken tot eigen gemeente. Nu niemand van ons aanwezig was, neem ik iets over uit de Kerkbode van Zaamslag: “De afscheidsdienst had plaats in de middagdienst op Zondag 23 mei. In deze dienst kwam duidelijk uit, waartoe een dienaar des Woords geroepen is en wat hem ook moet dringen te prediken de boodschap tot behoud van verloren zondaren. Ds. van Dijk nam afscheid met de woorden van de apostel Paulus uit 1 Cor. 9:22b: “allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou”. Ook een dominee is geneigd na een bepaalde periode in een gemeente te hebben gestaan de rekening voor zichzelf op te maken. Dan wordt het al een wonder, wanneer het voor één mens tot eeuwige zegen zou mogen zijn. Moeten we dan zo gering over de Heere denken? Zeker niet, want bij God zijn alle dingen mogelijk, maar dan wordt het nog een wonder, dat we het Woord nog mochten prediken. Dan kan een dominee ook alleen maar zeggen: wij zijn geringer dan Uw weldadigheid en Uw trouw”.

Bij de bevestiging en intrede in Urk konden sommigen van ons wél aanwezig zijn. Zelf was ik er ook, mede omdat Ds. van Dijk oud-predikant van Doornspijk is. Het sprak daarbij, dat het precies zeven jaar geleden was, dat hij daar bevestigd was. Aan mij is verzocht om in ons blad enkele dingen van de dienst op Zaterdag 12 juni weer te geven.

In één van de drie

Zo ging d reis naar Urk. Voor mij is het niet ver. Urk is vanaf Doornspijk per auto via de Flevopolder zo’n half uur. Wel anders, als dat vroeger na een in-de-weekse dienst vanuit wat nu mijn woonplaats is de terugreis naar Urk gemaakt moest worden per bus en trein. Het is voor mij ook niet vreemd. Al in 1950 mocht ik als student een Zondag dienen in het vroegere kerkgebouw van onze gemeente, dat inmiddels al veel jaren van naam veranderd is. Nog denk ik terug aan de goede gesprekken, die er toen mochten zijn. ’t Is niet goed die tijd te idealiseren. Toch kan je terug verlangen naar het eenvoudige spreken vanuit de geestelijke kennis van de drie stukken, die geleerd worden tot zaligheid. Voor mij blijft Urk ook aanspreken vanwege de tijd, die ik er als predikant geweest ben, na moeilijke omstandigheden.

Overigens wat is er veel veranderd. Het dorp zelf is geweldig uitgebreid. Het bleek wel toen de ouderling uit Doornspijk en ik deze Zaterdag teruggingen. We konden de weg in de nieuwbouw haast niet vinden. Het moet ook opvallen, hoeveel kerkgebouwen er ondertussen in Urk bij gekomen zijn. En nog is het einde niet.. Er zijn ook drie kerkgebouwen van de beide Christelijke Gereformeerde Kerken. Eén van de gemeente, die aangeduid wordt als Urk-Eben Haëzer en twee van de gemeente Urk-Maranatha. Wat een verschil met de tijd, dat het oude “christelijke karkien” er voor ons alleen nog maar was!

In één van die drie kerken heeft Ds. van Dijk voor het eerst mogen preken als eigen dienaar van Urk-Maranatha. Het was in het kerkgebouw met dezelfde naam: de Maranathakerk dus.

Bevestiging

Bevestiging en intrede vonden in één dienst plaats. Mogelijk zal de zaterdag voor deze dienst bestemd geworden zijn vanwege de vissers, die op andere tijden door de week niet kunnen. Ds. M. Vlietstra mocht ook ditmaal in de dienst voorgaan. Het was de derde maal dat hij onze broeder bevestigde. We zongen aan het begin Psalm 76:1 en 2..God is bekend bij Juda’s stam en luisterden naar de schriftlezing: 1 Corinthe 3:1-8.

De tekst voor de bevestigingspreek was: 1 Corinthe 3:6 en 7: “ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft de wasdom gegeven. Zo is dan noch hij, die plant iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die de wasdom geeft.” Het thema was: God geeft de wasdom. Het werd naar twee zijden uitgewerkt: 1. naar de gemeente toe en 2. naar de dienaren toe.

Het was een gepast woord. De gemeente werd er op gewezen, dat God alleen de zegen geeft op het werk van Zijn dienaren. Tegenover de partijschappen, de bandeloosheid en de geringe diepgang in de gemeente van Corinthe legt de apostel daar de nadruk op. ’t Gaat om God, Gods beschikking, Gods werk. Waar dat verstaan wordt is er voor tweedracht en partijschappen geen plaats. De gemeente kreeg de vermaning mee: “praat niet over Gods dienaren maar draagt ze voor Gods troon.” Het was ook een onderwijzende prediking voor de dienaren. Van nature zijn we zo gevoelig voor eigen eer. We hebben het sieraad nodig van de ootmoed. “Leer van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart.” Dan wordt het geheim verstaan: ootmoedig en toch ijverig. Een rechte dienaar verbeuzelt zijn tijd niet, maar arbeidt overvloedig. Planten en natmaken. Het Woord Gods moet onderscheiden gepredikt worden. In een gemeente zijn allerlei mensen. Bekeerden en onbekeerden, bekommerden en geoefende kinderen Gods. Dat moet in de prediking doorklinken. Er moet geestelijke leiding zijn. Dat geeft de dienaar een afhankelijk leven van Gods zegen, van de werking van Gods Geest. Die Geest bedient en geeft het uitzicht op de wasdom door God uit Christus.

Aan het eind klonk het tot de gemeente: “omringt hem met uw gebeden en hebt geduld met zijn zwakheden” en tot de nieuwe predikant: “wees een man des gebeds”.

We zongen samen o.m. “Waar liefde woont gebiedt de Heer’ de zegen..”

Na het formulier wordt het ja-woord van onze broeder gehoord en was hij officieel aan de gemeente verbonden.

Intrede

Ds. van Dijk deed daarna intrede met een tekst uit hetzelfde hoofdstuk, nu 1 Corinthe 3:9: “want gij zijt Gods mede-arbeiders, Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij”. Het was een prediking, die bij alle onderscheid aansloot bij die gehoord was bij de bevestiging.

Vanuit die tekst werd de gemeente gewezen op: “Het geheim van de Christelijke Gemeente”. Dat thema werd in twee opzichten uitgewerkt: 1. de bouwlieden, 2. het bouwwerk.

Hier gebruikt de apostel allereerste een ander beeld nl. van een bouwwerk. In dat beeld komt het uit, dat God bezig is om wat de mens bedorven heeft te herstellen. God is de Bouwmeester en Kunstenaar. Die in zijn dienst staan zijn Góds medearbeiders. De klemtoon is belangrijk. De nadruk valt op God! Toch: God gebruikt mensenkinderen. Hij wil Zich van hen bedienen. God verkiest mede-arbeiders. Eerst heeft God engelen gebruikt: Kerst, Pasen, Hemelvaart. Met Pinksteren lezen we niet meer van een predikende engel, maar van de predikende apostel. God heeft weer een derde dienstknecht gegeven om het Woord te brengen.

De Christelijke Gemeente is Gods gebouw. Dit wordt nader uitgewerkt. Het verrijst op het enige fundament nl. Jezus Christus. Daarop worden immers dode zondaren tot levende stenen gebouwd. Zij krijgen er een plaats door wedergeboorte, door het geloof. Dat gebouw is er ook in onze tijd. De kerk is op retour. Er gaat weinig aantrekkingskracht van uit. Laten we niet vergeten dat het er toen in Corinthe ook treurig uitzag. Toch zegt de apostel dit. Zo is de Kerk een wonder, maar is tegelijkertijd een verantwoordelijke plaats: de werkvloer van de Heilige Geest. Daar laat de Heere Zijn roepstemmen uitgaan door Zijn knechten. Zij zijn gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bade: wij bidden u van Christus wege, laat u met God verzoenen.. Gods werk gaat door. Alle gebouwen buiten Hem gaan ten onder, maar dit gebouw blijft. Hier is het werk nog niet af. De stenen in die tijd moesten pasklaar gemaakt worden. Dat doet God totdat het hele gebouw klaar is.

Ds. van Dijk eindigde met de klemmende vraag, welke boodschap verwacht u? Begeert u alleen dát Evangelie? Gewaarschuwd werd om niet op een ander fundament te bouwen en geroepen om daarin alleen alles te zoeken.

Na de prediking werd gezongen van dat vast gebouw, Psalm 89:1..ik weet hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen, naar Uw gemaakt bestek in eeuwigheid zal rijzen..

Toespraken

Er waren drie toespraken tot de nieuwe predikant. Ds. C. Bos sprak namens kerkeraad en gemeente. Hij haalde de bekende geschiedenis aan van de wonderbare spijziging, Matth. 14. De Heere Jezus vraagt van Zijn discipelen: “geeft gij hun te eten”. De discipelen kunnen maar met een klein beetje komen: vijf broden en twee vissen. Christus weet dat weinige te gebruiken. Onder Zijn zegende Handen worden de broden vermenigvuldigd voor de hongerige schare.

Namens de gemeente Urk-Eben Haëzer en de classis sprak daarna Ds. G. Bouw. Hij heette welkom. Hier geldt: terug van weggeweest! Zeven jaar geleden werd ook de zegen vanwege deze classis toegewenst en nu weer. En dat in de grootste gemeente van de classis. Hij hoopte op een goede samenwerking in het werk van de grote Koning.

Namens de burgerlijke gemeente sprak de gemeentesecretaris dhr. M. Bogerd. Het wonen in Urk is een goede zaak. Hij memoreerde ook de zegen, die er voor de burgerlijke gemeente verborgen is in een goede relatie tussen kerk en overheid.

Ds. van Dijk bedankte na deze toespraken voor alle goede woorden, die gesproken waren en de gemeente voor de goede zorg en ontvangst, die hem en zijn gezin bij het komen in Urk waren bereid.

Vanuit ons blad mogen we Ds. van Dijk met zijn vrouw en kinderen een gezegende tijd in Urk toewensen. Het is een hele overgang naar een grote gemeente met veel arbeid. We hopen, dat onze broeder veel de bediening van Gods Geest nodig mag hebben. Dan zal hij niet beschaamd worden.

Gepreekt werd over het gebouw Gods. Een gebouw heeft vensters. Dat heeft de Kerk des Heeren ook. Gelukkig die door die vensters heen uitzicht op de Heere mag hebben. Dan mogen Gods dienaren ook in onze tijd weten, dat er hoop is voor de Kerk vanwege Gods welbehagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Urk: bevestiging en intrede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

Bewaar het pand | 8 Pagina's