Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkverlating... en hoe verder?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkverlating... en hoe verder?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de Synodevergadering waarop het rapport van de Commissie Onderzoek Kerkverlating besproken is, heb ik regelmatig de vraag gekregen wat nu het resultaat is geweest van het werk dat de kommissie heeft verricht. Wat heeft het onderzoek opgeleverd? En wat gaan onze gemeenten er nu mee doen? Op deze vragen zijn verschillende antwoorden te geven. Wie veronderstelde dat de kommissie de oorzaken even op een rijtje zou zetten en een overzicht van oplossingen er bij, zal bij lezing van het rapport van de kommissie teleurgesteld zijn. Er blijken geen pasklare oplossingen te zijn.

Wat heeft de kommissie dan wel gedaan? Mijns inziens heeft de kommissie drie belangrijke zaken aangereikt:

a. een overzicht van de omvang en de motieven van kerkverlating:

b. een bezinning op achterliggende oorzaken in kerk en samenleving:

c. een aantal aanbevelingen voor de gezinnen, voor jongeren en voor kerkeraden.

Omvang en motieven

Wat doe je nu met de gegevens uit dit onderzoek? Is het belangrijk te weten hoeveel leden en doopleden in de achterliggende tien jaren de gemeenten hebben veriaten? Is het belangrijk te weten hoeveel er vertrokken zijn naar andere kerken en hoeveel jongeren de kerk hebben verlaten zonder zich bij een andere kerk te hebben aangesloten? Ik ben van mening dat het van belang is om de feiten onder ogen te zien. Er kunnen immers allerlei zaken gesuggereerd worden die niet juist blijken te zijn. Op grond van de feitelijke gegevens hebben we gekonkludeerd:

1. Méér dan 50% van de doopleden verlaat de kerk in gezinsverband. Het is dus nier zo dat hef merendeel van de jongeren zelfstandig besluit om de gemeente te verlaten.

2. Uit de cijfers blijkt dat het aantal jongeren dat de kerk verlaat en zich niet bij een andere kerk aansluit, groeit. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling. We kijken soms met zorg naar jongeren die overgaan naar de Nederlandse Hervormde Kerk - en terecht - maar onderkennen we wel dat een groeiend aantal jongeren helemaal afhaakt?

3. In een artikel in het Nederlands Dagblad is gesuggereerd dat de Gereformeerde Gemeenten met 2% kerkverlating het hoogste percentage kerkverlating heeft van alle protestantse kerken in Nederland. Ons onderzoek beeft uitgewezen dal het percentage dat de gemeente de achterliggende vijfjaren heeft verlaten, varieert tussen 1, 54% en 1.93% van het totaal aantal gemeenteleden. Hel percentage kerkverlaters in strikte zin (zonder zich bij een kerk aan te sluiten) varieert tussen de 0, 42% en 0, 56%.

Uiteraard willen we hier niet mee zeggen dat er geen reden tot zorg is. De geringe stijging van het percentage wordt immers ook veroorzaakt door een stijgend totaal aantal leden en doopleden vanwege een Hink geboorteoverschot. Bij de inventarisatie van de motieven is het volgende gebleken:

1. De belangrijkste reden van vertrek in gezinsverband is 'prediking/leescliensten te moeilijk' en/of "bezwaren tegen leer en prediking'. Daarna komt 'problemen rond de levenstijl'.

2. De belangrijkste redenen van zelfstandig vertrek van jongeren naar andere kerken zijn in mate van belangrijkheid: verkering en huwelijk (1). problemen rond levensstijl (2) en in mindere mate 'prediking en leesdiensten te moeilijk/ bezwaren tegen leer en prediking' (3).

3. De belangrijkste reden van vertrek van doopleden die zich niet meer bij een kerk aansluiten, lig! op het terrein onverschilligheid en ongeïnteresseerdheid.

4. Op het totaal gezien, zijn de belangrijkste redenen van zelfstandige kerkverlating door jongeren:

a. verkering en huwelijk;

b. onverschilligheid waardoor men veelal vervreemdt van de kerk en Gods Woord.

5. De motieven van kerkverlating bij ouderen raken in de eerste plaats de prediking en de leer en in de tweede plaats de levensstijl, zoals deze onder ons gangbaar is. Daarbij dient ook betrokken te worden de omgang met elkaar binnen de gemeente.

6. Tenslotte raakt kerkverlating door jongeren (en ouderen) ook het pastoraat van de gemeente. Huwelijks-en gezinsproblemen, persoonlijke problemen met gemeenteleden en met name met de kerkeraad worden veelvuldig als (mede)oorzaak van vertrek genoemd.

De genoemde konklusies zijn niet opzienbarend, maar belangrijk genoeg om er binnen de gemeente over na te denken.

Aanbevelingen

Kunnen we er iets aan doen? Hoe benaderen we jongeren die van de gemeente dreigen te vervreemden? Wat kan de kerkeraad doen? Wat kunnen jongeren doen? In het rapport is een slothoofdstuk opgenomen met aanbevelingen, waarin aandacht wordt besteed aan de praktijk van het kerkelijk leven, aan dc gezinnen en de jongeren. Voor kerkeraden zijn expliciete aanbevelingen opgenomen.

De praktijk van het kerkelijk leven

In deze paragraaf is ondermeer aandacht besteed aan het kerkelijk besef, de prediking, de levensstijl en het funktioneren van de gemeente.

a. kerkelijk besef

Ten aanzien van de jongeren is het van belang om op grond van Schrift en belijdenis onze kerkelijke positie kenbaar te maken. Waarom behoor je als jongere bij dc Gereformeerde Gemeenten? Ons kerkelijk standpunt zal echter ook gedragen moeten worden door bescheidenheid, ootmoed en droefheid om de kerkelijke verdeeldheid. Het rapport zegt: ..De liefde tot de gemeente waarin God ons een plaats gaf. moge bij de voortduur een drijfveer zijn om kerkelijk besef bij te brengen".

b. de prediking

Met betrekking tot de prediking stelt het rapport 'dat het hart van het kerkelijk leven klopt in de prediking. Deze is in onze Gereformeerde Gemeenten vanouds eenvoudig en schriftuurlijk-bevindelijk van aard geweest. De jeugd van onze gemeenten dient in deze prediking aangesproken te worden'. De kommissie wijst er op dat ook bij toekomstige kerkverlaters er vragen leven met betrekking lot de inhoud van de prediking. Die vragen mogen niet onbeantwoord blijven.

c. levensstijl

Onze gemeenten hebben zich voorts jarenlang gekenmerkt door een sobere levensstijl. 'We leven nu in een tijd dat we opzettelijk aandacht moeten vragen voor een levensstijl naar Gods Woord. Immers, de inrichting van ons leven heeft le maken met de richting waarin we koersen". Kortom: juist in onze tijd is het nodig na te denken over de vraag of ons leven soms is naar het schema van deze wereld. In de paragraaf 'Aandacht voor onze gezinnen' wordt gewezen op het sluipende gevaar van wereldgelijkvormigheid.

d. funktioneren van de gemeente

Uit de reakties van kerkverlaters blijkt dat er soms wel het een en ander schort aan het gemeente-zijn. Het rapport wijst cr op dat: 'in prediking en pastoraat dient het oog-hebbenvoor-elkaar benadruk! te worden. In de gemeente telt niet in de eerste plaats de persoonlijke keuze van het individuele lid. maar de bijbelse opdracht en kerkelijke orde (...). Door een bijbels funktioneren van de gemeente kan er een heilzame korrektie plaatsvinden op het moderne levensbesef.

Aandacht voor de gezinnen

Uit dc onderzoeken met betrekking tot kerkverlating blijkt dat de invloed van de opvoeding in het gezin van groot belang is. Hoe is de levensstijl in onze gezinnen?

‘Krijgen onze kinderen van huis uit schroom mee voor het openstellen van de poort van ons gezin naar de wereld? ' Hoe wordt er gesproken over de kerk? 'Laten we daarom met name in een gezin met jonge, opgroeiende kinderen ons hoeden voor negatieve kritiek op ambtsdragers, op de prediking, op dc leer'. Met name in de opvoeding wordt het geweten gevormd. Elk kind krijgt een door God ingeschapen geweten mee. 'Dat geweten gaat straks in het leven funktioneren naar de inhoud die het meegekregen heeft. En met betrekking tot die inhoud nemen de ouders een uiterst belangrijke plaats in'. De kommissie wijst in haar rapport vervolgens op het belang van het funktioneren van de huisgodsdienst. 'Juist in onze gesekulariseerde samenleving is meer dan ooit het funktioneren van huisgodsdienst nodig. Hoe belangrijk is het om de dag met zoveel mogelijk leden van het gezin te beginnen en te besluiten door Gods Woord te lezen en geknield Gods aangezicht te zoeken. Laat ook het zingen met elkaar van psalmen en geestelijke liederen weer een plaats krijgen. Ook het spreken over God en Zijn dienst, in het bijzonder naar aanleiding van de kerkdienst, kan een

blijvende indruk achterlaten in de harten van onze jongeren.'

Aandacht voor jongeren

Uil gesprekken met jongeren die geheel vervreemd zijn geraakt van de kerk en van Gods Woord blijkt dat dit proces van innerlijke vervreemding al jong kan beginnen. Soms wel op dertien-, veertienjarige leeftijd. 'Wat is het dan juist nodig om jongeren in deze leeftijd met liefde en zorg tegemoet tc treden. Vaak gaan onbegrip, verdriet en verwijten de sfeer bepalen, terwijl een luisterend oor en eerlijk getuigenis op grond van de Schrift zo nodig is’.

Jongeren hebben soms ook moeite met de prediking. Het rapport zegt daarover: ..Wij mogen de zelfkritiek en het zelfonderzoek niet schuwen. Is ons taalgebruik natuurlijk en eenvoudig? We kunnen heus dc 'tale Kanaans' wel vasthouden en tegelijk zo spreken, dat ook onze kinderen en jonge mensen het verstaan. Elk gewild populair doen of elk onecht ouderwets spreken zij ons vreemd. (...) Blijven we als predikanten voldoende zorg en aandacht besteden aan de prediking? (...) Doen we er als ouderlingen alles aan om de leesdiensten verstaanbaar te houden? '

Met het oog op de zorg voor de jongeren wijst de kommissie er op dat ouders en ambtsdragers voorzichtig moeten omgaan met kritiek. Laatdunkend en negatief spreken over medeambtsdragers tegenover jongeren 'is te vergelijken met hel zaaien van zeer giftig onkruid op de akker van het hart van de naaste en bewerkt een vruchtbare bodem voor kerkverlating. (...) Waar kritiek nodig is. zal dat gebracht moeten worden bij de betrokken ambtsdrager om met hem in liefde, openheid en eerlijkheid hierover ie spreken.'

De kommissie benadrukt voorts dat dc catechese een middel bij uitstek is om de jongeren in de middellijke weg vanuit het ambt aan Gods Woord en de gemeente te binden. De catechisatie is zeker in onze tijd niet dc gemakkelijkste ambtelijke taak. 'Er moet ons echter alles aan gelegen zijn om de waarheid der Schriften aan het oor te brengen en aan het hart te leggen, met de bede dat de Heere het door wederbarende genade in het hart wil werken.'

De betrokkenheid van de jongeren bij de gemeente kan niet te veel gestimuleerd worden. 'Dc band met de gemeente kan inhoud krijgen in het kerkelijk verenigingsleven. waarbinnen jongeren elkaar ontmoeten. (...) Op de verenigingen ontmoeten jongeren uit dezelfde gemeente(n) elkaar. Zo kunnen goede vriendschappen ontstaan en hierdoor kan de band met dc gemeente verstevigd worden’.

Aanbevelingen aan kerkeraden

Het belang van het kerkelijk jeugdwerk wordt in de aanbevelingen aan dc kerkeraden nogccns onderstreept.

‘Het kerkelijk gebonden jeugdwerk dient regelmatig onderwerp van gesprek en zorg tc zijn bij de kerkeraden.' De kommissie geeft ook aanbevelingen op welke wijze de kerkeraad zou kunnen omgaan met doopleden die geen catechisatie meer volgen.

Een zaak die de kommissie heeft bezig gehouden, is het uitschrijven van doopleden uit het doopregister die niet meer naar de kerk komen. 'Laten wc alle moeite doen om duidelijk te maken, dat het hier niet om een formele administratieve zaak gaat. Die bewogenheid maakt vindingrijk als het gaat om dc praktische uitvoering. Het gaat om het welzijn van onze jeugd!’

Tenslotte: de zorg voor de gewetensvorming van de jongeren op hun weg naar het huwelijk, i.s ook aan de ambtsdragers Toevertrouwd. In catechese en prediking dient de ambtsdrager op ccn verantwoorde voorbereiding op het huwelijk in te gaan. 'Dc tijdgeest noopt daartoe! Ook zou gezocht kunnen worden binnen de bestaande strukturen van het gemeentelijk leven, zoals tijdens gemeenteavonden en dergelijke, de praktische zaken die het huwelijksformulier vanuit de Heilige Schrift ons aanreikt, de gemeente voor te houden.’

Bezinning

De kommissie heeft in haar rapport een handreiking willen bieden voor bezinning op kerkverlating. Bij de bezinning past ons kerkelijke verootmoediging en persoonlijk gebed.

‘Wat hebben we in het bijzonder in deze tijd van afval de werking van Gods Geest nodig. Tot verootmoediging en werderkeer.' Opdat in vervulling mag gaan: Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, noch van de mond van uw zaad. noch van de mond van het zaad uws zaads. zegt de HF.F.RE, van nu aan lot in eeuwigheid toe.' (Jes. 59:21).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1993

Daniel | 32 Pagina's

Kerkverlating... en hoe verder?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1993

Daniel | 32 Pagina's