Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

nieuws van de vereniging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

nieuws van de vereniging

NOTULEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

van de ledenvergadering, genouden op zaterdag 9 mei 1981 in de oude aula van "De Driestar" te Gouda.

1. Opening

De voorzitter, de heer A.L. Snijders, verzoekt de vergadering te zingen psalm 128 : 1, 2 en 3.

Na het lezen van Efeze 5 : 17 t / m Efeze 6 : 4 gaat hij voor in gebed. In zijn hiernavolgend openingswoord merkt de voorzitter op dat het gezin in alle eeuwen in het middelpunt van de belangstelling stond. Begrijpelijk, want het gezin is het zoutende zout, de basis voor kerk en maatschappij. In onze tijd richt satan juist zijn pijlen op dit bolwerk; door de secularisatie van het gezin wordt het beroofd van de geregelde omgang met de Bijbel. Vernieuwingen krijgen in onze tijd zijn beslag en dienen zich aan als onbijbelse samenlevingsvormen. Er wordt getracht het christelijk gezin open te breken.

In het christelijk gezin groeien de kinderen op die onze scholen bezoeken. Door de doop zijn deze zondige kinderen, geboren uit zondige ouders, kinderen der kerk geworden. Het is een voorrecht te leven binnen de kring van de openbaring van het genadeverbond. Deze uitwendige betrekking is echter niet genoeg. Alleen door de werking van Woord en Geest worden we in het verbond ingelijfd en het eigendom van Christus.

Veel is er wat het christelijk gezin beroert. Er zijn tegenwoordig vele hulpmiddelen die dienen om het gezinsleed te verzachten. De Catechismus spreekt echter in Zondag 1 van een troost geleerd door Gods Geest.

In het verantwoordelijk werk der opvoeding dienen alle middelen gebruikt te worden. Daarom was ds. G.H. Kersten de stuwende kracht bij de oprichting van eigen scholen; daarom werd 50 jaar geleden de VGS opgericht. Helaas zien we de band tussen kerk, gezin en school steeds losser worden. Nodig is een stringenter benoemingsbeleid op de scholen en een juist toelatingsbeleid van leerlingen. Uiteindelijk heeft de school geen evangeliserende, maar

een onderwijskundige taak.

Na deze woorden worden de aanwezigen welkom geheten en wordt de vergadering voor geopend verklaard.

2. Notulen

Zonder op-en aanmerkingen worden de notulen van de vergadering van 12 april 1980 en 4 oktober 1980 goedgekeurd en getekend.

3. Ingekomen stukken

Bericht van verhindering ontvangen van de heren G. Snoek en L..M.P. Sc'nolten.

De voorzitter attendeert erop dat katern 2 van de Geestelijke Liederen verschenen is.

4. Benoeming van de heer J. van Beek tot adviseur van de vereniging

Daar niemand prijs stelt op stemming wordt de heer J. van Beek bij acclamatie benoemd tot adviseur. Hij zal zich speciaal belasten met de begeleiding van de sectie Studerenden.

5. Rondvraag

Geen der aanwezige leden maakt gebruik van de rondvraag.

Pauze

6. Referaat

Voordat ds. M. Pronk het woord krijgt, bedankt de heer J. van Beek in het gestelde en deelt hij mee zijn benoeming tot adviseur te aanvaarden.

Ds. M. Pronk refereert over "Het christelijk gezin".

Het gezin is een samenlevingsverband van ouders en kinderen. Het is de belangrijkste plaats voor de ontwikkeling van het kind en de oercel van de maatschappij. In dit verband noemt ds. M. Pronk emancipatie, baatzuchtigheid en secularisatie wezenlijke bedreigingen voor het gezin.

De term christelijk gezin is enigszins verleidelijk, omdat men eruit zou kunnen afleiden dat het gezin iets specifiek christelijks is. Het gezin is echter een scheppingsordinantie en zegen Gods op het huwelijk.

Het is moeilijk om een juiste omschrijving te geven van wat onder een christelijk gezin dient verstaan te worden. De omschrijving van het christelijk gezin valt in tweeën uiteen: wezenlijk dient men er onder te verstaan het gezin waarin geleefd wordt vanuit de vreze des Heeren; zo behoort het te zijn. Maar onder het christelijk gezin

verstaan we ook het gezin, waarin in algemene gehoorzaamheid naar Gods Woord geleefd wordt.

Wanneer men dit onderscheid niet aanbrengt, is de visie op het gezin en nauw verwant daaraan op het verbond, te ideaal. In het christelijk gezin behoort men te leven vanuit het vreemdelingschap; het wel in de wereld zijn, maar niet van de wereld zijn.

De beleving van het vreemdelingschap doet alles in het gezin richten op de komst van het Koninkrijk Gods. Dat wil zeggen op de noodzaak van waarachtige bekering.

Vader en moeder in het gezin waren eerst man en vrouw, beiden geschapen naar Gods Beeld hebben zij elk hun taak en plaats in het gezin. De man behoort zijn vrouw trouw en liefde te bewijzen en de vrouw hoort de man gehoorzaam te zijn.

De nood van onze tijden is dat het seksuele binnen de verhouding van de man en de vrouw een aparte plaats heeft gekregen en losgekoppeld is van het huwelijk.

Het is de taak van de vader het gezin naar buiten te vertegenwoordigen en voor zijn kinderen een brug naar de wereld te zijn. De opvoeding van de kinderen komt hoofdzakelijk voor rekening van de moeder. Haar taak ligt in het gezin. Daarom behoort zij vanaf het begin van het huwelijk in het gezin te zijn.

Binnen de verhouding kerk, school en maatschappij staat het gezin centraal. De verhouding tussen de kerk en het gezin is in tegenstelling tot de verhouding met de school en de maatschappij niet vrijblijvend, omdat de kerk in prediking, catechese en huisbezoek ambtelijk tot het gezin komt en het onder de tucht van Gods Woord stelt.

De verhouding school en gezin is wezenlijk anders, omdat de school niet ambtelijk bezig is met Gods Woord. Het is in de eerste plaats niet de taak van de school de kinderen op te voeden. De opvoeding in stringente zin blijft de taak van het gezin. De school dient het kind door onderwijs een basis te geven voor het toekomstige leven in de maatschappij. Van daaruit zal ze het kind ook onderwijzen in Gods Woord en de noodzaak van waarachtige bekering voorhouden.

De school dient voorzichtig met de kinderen om te gaan, omdat de ouders een bepaald aspect van de opvoeding, vanwege het gecompliceerde karakter van de maatschappij aan de school hebben overgedragen.

Tot slot ingaand op de verhouding gezin en maatschappij deed ds. M. Pronk een suggestie om nader te doordenken welke literaire en culturele produkten binnen het gezin toelaatbaar zijn.

7. Gelegenheid tot het stellen van vragen n.a.v. het referaat

Van de gelegenheid om vragen te stellen wordt ruimschoots gebruik gemaakt.

8. Sluiting

Na een woord van dank van de voorzitter verzoekt deze ds. M. Pronk de vergadering met gebed te sluiten. Vooraf laat ds. M. Pronk nog zingen psalm 25 : 2.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1981

Criterium | 48 Pagina's

nieuws van de vereniging

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1981

Criterium | 48 Pagina's