Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitverkiezing en verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitverkiezing en verbond

Korte samenvatting van de Inleidingen van ds. A. Moerkerken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. Praedestinatie (verkiezing en verwerping), n.a.v. hoofdstuk I van de Dordtse Leerregels

Er was een onderverdeling gemaakt in vier punten.

1. Schriftuurlijke en konfessionele gegevens

2. Wie zijn gepraedestineerd?

3. Waaruit bestaat de praedestinatie?

4. Het rechte gebruik van de praedestinatie.

1. Schriftuurlijk: Gods Woord spreekt over praedestinatie. Voor de grondlegging der wereld heeft God de bestemming van ieder mens bepaald. Zie Romeinen 9, 10 en 11. Rebekka voelde de twist reeds voor de geboorte, twee volkeren waren in haar, ja twee levensbeginselen, in altijddurende oorlog. De Bijbel zegt: Jakob liefgehad en Ezau gehaat, eer ze iets goeds of kwaads gedaan hadden. Dit is het vrijmachtig welbehagen Gods. De Bijbel spreekt ook op anthropomorfe (mensvormige) wijze, als de uitdrukking van „boek des levens" gebruikt wordt.

De Heere Jezus zegt: Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt" (Johannes 17). Zie ook Handelingen 13 : 48.

Konfessioneel: Ook de belijdenisgeschriften spreken over de praedestinatie: de Nederlandse Geloofsbelijdenis speciaal in artikel 16, in de Heidelbergse Catechismus komt dit voor (zondag 21), terwijl de Dordtse Leerregels hierover voornameljk handelen. Speciaal de Dordtse Leerregels, ofschoon weinig gelezen, staan het meest onder kritiek; met name de praedestinatie is een bestreden leerstuk.

Als de oorzaak van de praedestinatie geloof of ongeloof was, dan was het nog te aanvaarden, nu is het de mens een skandalon (ergernis).

Een voorbeeld hiervan is Arminius. Hij stelt dat sommige mensen van eeuwigheid verkoren zijn vanwege hun door God voorgezien geloof.

Gomarus stelde: verkoren opdat ik geloven zou. De grond ligt in Gods welbehagen. D.L. h 1/art. 9 zegt: niet om het geloof, maar tot het geloof.

Een ander voorbeeld is Karl Barth. Hij erkende eveneens de dubbele praedestinatie maar niet van eeuwigheid; deze is omkeerbaar, God is nog altijd bezig te verkiezen. Er is geen verschil tussen kerk en wereld, men kan veranderen van verworpene in ve^korene en omgekeerd.

D.L. h 1/art. 7 spreekt echter van een onveranderlijk voornemen van voor de grondlegging der wereld, van een zekere menigte (anders dan Barth), niet beter of waardiger (anti-Arminius).

2. Wie zijn gepraedestineerd? Alle redelijke schepselen! Ook engelen zijn verkoren; 1 Tim. 5 vers 21 spreekt van uitverkoren engelen. Christus is verkoren tot Middelaar van Zijn Gemeente.

Wie Joh. 3 : 16 uit wil leggen alsof door wereld hier alle mensen verstaan moeten worden, komt in konflikt met andere delen der Schrift. Het woord „Kosmos" hier betekent „Schepping", en deze heeft God lief. Geen andere aarde zal er komen, maar deze aarde zal gelouterd worden door vuur. Zachtmoedigen zullen deze aarde beërven.

Mensen verkoren — ten eeuwigen leven; maar ook verworpen.

3. Be praedestinatie bestaat uit verkiezing en verwerping. Dit is een moeilijk leerstuk; we moeten het niet verzwijgen, of er omheen lopen. Het zijn geen twee gelijke delen.

Verkiezing is organisch; een gemeente, die lichaam genoemd wordt, waartoe leden behoren. Deze gemeente is verkoren in haar Hoofd: Christus.

Verwerping is niet-organisch; losse takken; het gaat over een aantal personen. De hel zal bestaan uit individualisme ten top. Verkiezing en verwerping zijn wel beide persoonlijk. Het gaat over met name bij God bekende personen.

Arminius zegt: de verkiezing is onbepaald, ieder die maar geloven zou; niet bij name gekend.

De Heere Jezus had echter de namen der Zijnen in Zijn hart, en zei: „Ik ken ze bij name". De Bijbel spreekt ook van persoonlijke verwerping.

Nu zijn er allerlei vragen. Bijvoorbeeld als het niet vanwege geloof of ongeloof is, is dat dan niet onrechtvaardig? In Romeinen 9 wordt deze vraag behandeld, als daar staat: „Is er onrechtvaardigheid bij God?

Dat zij verre. Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben, enz. Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil." Dit is het enige antwoord!

Wat God wil is altijd goed. Dit is geen stoïcijns berusten. Wij dagen God zo dikwijls voor ons verstand, maar ons verstand is verdorven. Wij kunnen niet twisten met de hoge God. Wie voor God een verwerpenswaardige wordt, zal het wonder van de eeuwige verkiezing mogen leren aanbidden.

4. Het recht gebruik van de praedestinatie. Veelal wordt gezegd: „Als ik niet verkoren ben kan ik doen wat ik wil, wist ik maar dat ik in dat „boek" stond." Dit zijn meestal geen hartevragen. Bij bekering leert de mens dat hij verloren is, en gaat het hem niet in de eerste plaats om de vraag of hij verkoren is. Voor een recht gebruik zie men de D.L. h 1/art. 13, 16 en 18.

God heeft verkoren/verworpen van eeuwigheid — dit staat in de Bijbel; vanwege het welbehagen Gods, God is altijd goed, Dit moet ons aan Gods voeten brengen. Een mens zal niet veroordeeld worden omdat hij verworpen was, maar vanwege zijn eigen zondige werken (Openb. 20 : 12).

Behouden, niet omdat hij voor Jezus koos, of om zijn werken, maar omdat God het wilde. Dit is de paradox van de Schrift.

B. Het Verbond

Deze inleiding werd gehouden aan de hand van een zestal vragen.

1. Wat is een verbond?

2. Wat is het Genadeverbond?

3. Met wie wordt het Genadeverbond opgericht?

4. Wat is de bediening van het Verbond?

5. Wat is de bedeling van het Verbond?

6. Wat is de verhouding tussen Verbond en Verkiezing?

1. Wat is een verbond?

In de Statenvertaling komt het woord verbond ongeveer 300 keer voor in het Oude Testament; het is dus wel een kernbegrip. Prof. Polman geeft in de Christelijke Encyclopedie de volgende (verkorte) omschrijving: „Overeenkomst tussen minstens twee partijen, gepaard gaande met beloften, plichten en ceremonieën."

David en Jonathan sloten een verbond. Het Genadeverbond is monopleurisch, unilateraal, eenzijdig. God neemt het initiatief. God geeft, stelt, richt Zijn Verbond op.

Verbond is de vertaling van het hebreeuwse woord „berith". Comrie zegt dat de beste taalkenners dit woord afleiden van barah, wat verkiezen betekent. Zo is in het woord verbond de notie van verkiezen aanwezig.

In de Septuaginta, de griekse vertaling van het Oude Testament, wordt het woord „diathèkè" gebruikt. Dit is geen kontrakt tussen twee gelijke partijen. Diathèkè betekent eigenlijk testament, er is dan één partij, die de inhoud van het testament eenzijdig bepaalt. Het aequivalent van berith is daarom diathèkè, wat zowel door testament als verbond vertaald kan worden.

2. Wat is het Genadeverbond?

Olevianus zegt dat het is een gemeenschapsbetrekking tussen de Heere en Zijn gelovigen, te vergelijken met een huwelijksbetrekking.

Het is onderscheiden van het Werkverbond. Het Werkverbond wordt door velén bestreden, doch de zaak komt wel in de Schrift voor. Het is het verbond met de mens, vóór de val gesloten, met de belofte van het eeuwige leven en de straf des doods bij overtreding. Adam heeft dit verbond verbroken. Toen deze weg niet meer begaanbaar was, heeft God een nieuw verbond geopenbaard, het Genadeverbond, zie Gen. 3:15. Het Genadeverbond is éénzijdig door God opgericht, zie ook art. 17 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Ik zal uw God zijn", is de voornaamste belofte. Verplichting en vermaning God lief te hebben.

3. Met wie wordt het Genadeverbond opgericht?

Alleen de standpunten binnen de Gereformeerde Gezindte werden weergegeven, en niet van Baptisten, opwekkingsbewegingen, of Rooms Katholieken.

Het Genadeverbond is opgericht met de gelovigen en hun zaad. De vraag is nu welk zaad, het natuurlijk of het geestelijk (uitverkoren) zaad?

a. Gereformeerde Kerken Synodaal. Zie dr. A. Kuyper; E. Voto

Het Verbond is opgericht met Gods uitverkorenen en het uitverkoren zaad. Dr.

Kuyper stelde dat, indien hij zeker zou weten dat een kind niet verkoren was, hij dan niet zou dopen. Daarom nam hij aan, veronderstelde hij, dat de dopeling uitverkoren en wederom geboren was. Dat blijft ook zo op school en catechisatie. Als het tegendeel blijkt, dan is een schijndoop ontvangen. Hij meende zich te kunnen beroepen op Voetius en Van der Groe.

b. Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt Prof. Schilder

Eenzelfde visie werd ook gegeven door dr. Woelderink. Zij veronderstellen niets, maar gaan er vanuit dat alle gedoopte kinderen in het Verbond zijn. Jakob/Ezau - Izak/Ismaël zijn allen in het Verbond, op gelijke wijze. De gedoopte moet de eisen van het Verbond inwilligen en de beloften aanvaarden, anders is er een weer uit het Verbond vallen en een getroffen worden door de wraak des verbonds. De verbondsbeloften gelden alle gedoopten op gelijke wijze.

c. Christelijke Gereformeerde Kerken

Deze leren voor een gedeelte de leer der drie verbonden. Hierin wordt het Genadeverbond wezenlijk onderscheiden van het Verbond der Verlossing. De drie Verbonden die gesteld worden, zijn: Werkverbond, Verbond der Verlossing (opgericht met de uitverkorenen), Genadeverbond (opgericht met alle gedoopten). Deze leer, die nadert aan het standpunt van dr. Woelderink, is vooral verbreid door ds. Jongeleen. Er is echter binnen de Chr. Ger. Kerken verschil van interpretatie van deze leer.

d. Gereformeerde Gemeenten

d. Gereformeerde Gemeenten Deze Verbondsvisie is ook vastgelegd in Synodebesluiten. Zij komt in sommige opzichten dicht bij die van Kuyper, namelijk dat het Genadeverbond opgericht wordt met de uitverkorenen en hun uitverkoren zaad. Synode 1931: Verbond staat onder beheersing van de uitverkiezing, is opgericht met het geestelijk/uitverkoren zaad; nooit kan gelden met het natuurlijk zaad wat betreft het wezen des verbonds. Aard en wezen van het Verbond der Verlossing en van het Genadeverbond zijn gelijk. Dit is naar Gods Woord.

De konsekwentie van Kuyper, namelijk de veronderstelde wedergeboorte, wordt echter geheel afgewezen!

Gen. 17 : 21: Maar Mijn verbond zal Ik met Izak oprichten", terwijl Ismaël wel het teken van het verbond ontving. Galaten 3 : 29: En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad".

Er is verschil tussen aanbod van genade en de beloften van het Verbond. De beloften gelden alleen de uitverkorenen. In de prediking komt de nodiging, het aanbod van genade, tot allen.

4. Wat is d® bediening van het Verbond?

Hoe stond nu Ismaël ten aanzien van het Verbond? Daar is altijd mee geworsteld. . Schilder zegt: ij is uit het Verbond gevallen. Ismaël was niet vreemd aan het Verbond, hij was geen heiden. De Heere spreekt ook van „Mijn volk", „Mijn kinderen" tot een niet-wedergeboren volk, c.q. kinderen. Er is een relate tot het Verbond. Calvijn spreekt van tweeërlei kinderen des Verbonds. Olevianus schreef over wezen en bediening van het Verbond. Anderen noemen het uitwendig en inwendig inzijn. Dergelijk spreken doet recht aan de volle inhoud der Schrift. Wie het verbond verschraalt tot een uitgestoken Hand van God, die wij zouden moeten aannemen, doet uiterlijk tekort aan de vastheid van het Verbond (Jes. 54 : 10).

5. Wat is de bedeling van het Verbond?

Eerst geen sakramenten. Vanaf Abraham de patriarchale bedeling, met sakramenten.

Op Sinaï nationaal, met besnijdenis en pascha. Met de Pinksterdag kerkelijk, uitgebreid tot alle geslachten met als sakramenten de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal.

6. Wat is de verhouding tussen Verbond en Verkiezing? jBerith - Barah

Wij zagen het reeds: de Synode der Gereformeerde Gemeenten in 1931 sprak uit: het Verbond wordt in wezen opgericht met de uitverkorenen. Door wedergeboorte opneming in het Genadeverbond, waaruit geen uitvallen mogelijk is, omdat dit verbond in betere handen ligt dan het werkverbond, waarvan Adam het hoofd was. Christus, het Hoofd, de Middelaar en de Borg van het Verbond waarborgt de bondelingen het delen in alle tijdelijke en eeuwige goederen van het verbond.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1983

Daniel | 32 Pagina's

Uitverkiezing en verbond

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1983

Daniel | 32 Pagina's