De regeling van ons Kerkelijk leven
(19)
Tenslotte nu nog iets over de generale synode. Deze generale synode wordt om de drie jaar gehouden, tenzij er een dringende noodzaak is de synode vroeger bijeen te roepen. De afgevaardigden worden gekozen door de particuliere synoden. De laatst gehouden generale synode der Geref. Gemeenten (Mei 1947) telde 36 afgevaardigden (uit elke particuliere synode dus 12). Indien mogelijk, moeten er evenveel predikanten als ouderlingen zijn.
De vergaderingen der generale synode zijn publiek; de leden der gemeente hebben vrije toegang en kunnen dus de besprekingen volgen. Alleen als er tuchtzaken behandeld worden, moeten de leden de vergadering verlaten. De synode vergadert dan in comité.
De avond voor de synode vergadert, wordt er een bidstond gehouden, welke geleid wordt door de praeses van de vorige generale synode.
De opening der synode geschiedt door de predikant der roepende kerk. Daarna volgt het nazien der lastbrieven en de verkiezing van het moderamen. Gewoonlijk volgen dan een aantal rapporten, b.v. Buitenlandse kerken; Deputaten bij de Hoge Overheid; Emeriterlng; Theologische School; Zending enz. Dit zijn alle zaken, die de kerken in 't gemeen aangaan. De deputaten brengen dan rapport uit van de door hen verrichte werkzaamheden sinds de vorige generale synode. Dikwijls worden de deputaten gecontinueerd (herbenoemd). Na deze rapporten volgt de behandeling van de agendapunten, welke door de particuliere synoden zijn doorgezonden.
De „meerdere" vergaderingen zijn dus: Classis, Particuliere Synode en Generale Synode.
De Classes worden samengesteld uit afgevaardigden van een bepaald aantal kerken, die worden benoemd door de Kerkeraden. Zij vergaderen ééns per drie maanden.
De Particuliere Synoden worden gevormd door afgevaardigden, die uit en door de Classes worden benoemd. Zij vergaderen ééns per jaar.
De Generale Synode bestaat uit afgevaardigden, die uit en door de Particuliere Synoden worden benoemd. Zij vergaderen ééns per drie jaar.
Er is dus een vaste regelmaat: ééns per drie maanden, ééns per jaar en ééns per drie jaar.
Met dit „ééns" wordt bedoeld, * dat een „meerdere" vergadering samenkomt om één bepaalde agenda af te werken. Is die agenda afgewerkt, dan wordt de vergadering gesloten en bestaat zij niet meer. Een volgende vergadering moet weer opnieuw worden samengeroepen door een plaatselijke Kerk en daarvoor moeten weer opnieuw afgevaardigden worden benoemd. De „meerdere" vergaderingen zijn geen blijvende colleges. Er is maar één blijvend college, dat voortdurend ia functie is, en dat is de kerkeraad.
De kerkeraad alleen is er krachtens het ambt door Christus in de Kerk verordend.
De meerdere vergaderingen zijn geroepen om te handelen over zaken, die door de mindere vergaderingen niet kunnen worden afgedaan of die betrekking hebben op de Kerken in het algemeen.
Toch hebben de „meerdere" vergaderingen een zekere zeggenschap over de mindere vergaderingen. Art. 36 D.K.O. spreekt daarvan. Deze zeggenschap is vrijwillig geaccepteerd.
„De in art. 36 D.K.O. bedoelde „zeggenschap" berust niet op een zelfstandige macht, die in deze vergadering kleeft, maar daarop, dat de kerken met elkaar vrijwillig een kerkverband hebben aangegaan en daarbij bepaald, dat zij de besluiten der meerdere vergaderingen zullen uitvoeren, „mits deze voldoen aan Gods Woord, confessie en Kerken-ordening". (Dr. H. Bouwman).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1947
Daniel | 8 Pagina's