Sterretjes op het mos
De vorstelijke taal van de dichteres Vasalis komt in het voorjaar, als veldbloemen volop te vinden zijn, onmiddellijk naar boven: „Ik had vergeten hoe het was en dat de lente niet stil bloeien, zacht dromen is, maar hevig groeien, schoon en hartstochtelijk beginnen, opspringen uit een diepe slaap...
De bloemen komen in verschillende volgorde te voorschijn uit de bermen of in het bos. In maart versieren de gele blaadjes van de dotters de slootkanten. In april vormen de tere blaadjes van de witte klaverzuring honderden sterretjes op het mos tussen de hoge bomen. Het rode, zijden rokje van de papaver en het gele jurkje van de lis of de teunisbloem zijn in mei en juni te bewonderen. Al gaat de paardebloem dan meestal als onkruid door het leven, de veertjes van de pluizenbol hebben een eigen schoonheid. En wat is na een lange winter mooier dan de aanblik van een groene weide bezaaid met paardebloemen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 mei 2010
Terdege | 116 Pagina's