Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wmo biedt kansen voor diaconaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wmo biedt kansen voor diaconaat

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanaf 1 januari 2007 kennen we de Wmo. Taken vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) de Welzijnswet en de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) zijn overgedragen naar de Wmo. De gedachte erachter is dat de burgerlijke gemeente dichter bij de burger staat en beter in staat is om bij de behoefte van de burger aan te sluiten. Meedoen in de samenleving is de centrale doelstelling van de Wmo.

De overheid wil ermee bereiken dat mensen zo lang mogelijk, zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en dat kwetsbare burgers actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Naast het beter aansluiten bij de maatschappelijke behoefte van de burger wil de regering met de Wmo ook bereiken dat de uitvoeringskosten van de AWBZ beter beheersbaar worden. De Wmo is nog steeds in ontwikkeling. Binnen enkele jaren zullen de functie AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg overgaan naar de gemeente.

Wmo-raad
De Wmo-raad in Barneveld is in 2007 vooral gevormd door mensen die al betrokken waren bij een seniorenraad, gehandicaptenraad of ouderenbond. Ook koos Barneveld op verzoek van de christelijke partijen voor een kerkelijk vertegenwoordiger. De belangrijkste functie van de Wmo-raad is het gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van B&W. Diverse leden van de Wmo-raad zijn in 2011 betrokken geweest bij het nieuwe Wmo-beleidsplan 2012-2015. Mede op basis van de tien bakens die in het beleidsplan genoemd zijn, worden er verdere plannen gemaakt voor de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg. Daarnaast heeft de Wmo-raad in Barneveld ook een adviesfunctie in verband met de nieuwe Wet werken naar vermogen (Wwnv). Zowel voor de Wmo als de Wwnv is het beleid steeds meer dat inwoners zelf verantwoordelijkheid en eigen initiatief nemen. Voor wie zichzelf niet (alleen) kan redden, kan dit betekenen dat hij hulp zoekt bij familie, buren, vrienden of organisaties in het maatschappelijke middenveld, zoals kerken en andere verenigingen en stichtingen. Het Wmo-beleid is erop gericht een vangnetfunctie te bieden voor de kwetsbaarste inwoners. Het is niet de bedoeling dat de kerken wezenlijke taken van de overheid overnemen. Zij kunnen wel een belangrijke signaalfunctie vervullen. Daarnaast zijn de kerkelijke vrijwilligers van grote betekenis.

Wmo-platform kerken
Onder leiding van de kerkelijk vertegenwoordiger en zijn plaatsvervanger vindt er twee keer per jaar voor alle kerken in Barneveld een informatiebijeenkomst plaats. Meestal vinden deze bijeenkomsten plaats in één van de deelnemende kerken in Barneveld. De afgelopen jaren verzorgden zorgleveranciers presentaties. Verder is er met elkaar gesproken over bijvoorbeeld het werk van de mantelzorger. Ook gaven de wethouder en de ambtelijke organisatie een toelichting op het Wmo-beleid van de gemeente Barneveld.
Daarnaast is het Wmo-platform kerken een belangrijk podium om elkaar als kerken beter te leren kennen. Het Wmo-platform kerken vervult een brugfunctie naar de burgerlijke gemeente maar ook naar de verschillende kerken. Een gevolg hiervan is weer dat er meer kerken deelnemen aan het Diaconaal Netwerk Barneveld en de kerken betrokken zijn bij voedsel- en kledinghulp. De komende jaren zullen de AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg veel aandacht vragen.

Aandacht geven
Een kerk is niet gebonden aan het leveren van meetbare prestaties. De kerk kan gewoon aanwezig zijn in de vorm van het geven van aandacht, aandacht die gevoed wordt door christelijke normen en waarden. Normen en waarden die een grote invloed hebben op een manier van leven die geïnspireerd wordt door het Woord van God. Zonder afbreuk te doen aan de hoge professionaliteit van de zorgsector kan het voor het welzijn van mensen belangrijk zijn dat er Bijbelse, troostrijke woorden worden gesproken. Ik ben geen zorgdeskundige maar soms denk ik dat aandacht vanuit de kerk (pastoraal en diaconaal) meer resultaat heeft dan (weer) een nieuw medicijn of behandelmethode. Naast het huidige kerkelijk vrijwilligerswerk in verband met bijvoorbeeld “huishoudelijke hulp” en maaltijdverzorging zijn er de komende jaren ook grote uitdagingen voor de kerken in verband met de herinrichting van de Jeugdzorg en de decentralisatie van de functie AWBZ-begeleiding. Belangrijk hierbij is een goede samenwerking tussen de informele kerkelijke zorg en de zorg door professionals.

Relatie overheid en kerk
Het is goed dat de kerk begrip heeft voor de kostbare wijze waarop we onze verzorgingsstaat ingericht hebben. Om te voorkomen dat het allemaal veel te duur wordt, mag je ook de kerken aanspreken op het invullen van christelijke naastenliefde. Voor de plaatselijke kerkelijke gemeenten liggen er – door tussenkomst van een kerkelijk vertegenwoordiger in de Wmo-raad – diverse mogelijkheden om de samenwerking tussen kerken onderling en de burgerlijke gemeente te bevorderen. Met andere woorden: de Wmo biedt kansen om het diaconaat weer terug te brengen in de kerk. Het diaconaat is niet een aandachtsgebied van een select groepje diakenen, maar van de hele kerkelijke gemeente. De diaconie heeft als belangrijkste doel om te bevorderen dat er sprake is van een diaconale gemeente. Door de nood van geldgebrek en de constatering dat de huidige aanpak niet voldoende werkt, kunnen de kerken weer een gedeelte van het vraagstuk van de zorg op zich nemen. In feite is het een “correctie” op de twintigste eeuw toen de zorgtaken bijna geheel overgenomen zijn door de overheid en door haar geprofessionaliseerd. Juist in een tijd van secularisatie is het belangrijk dat de kerkelijke gemeente als geheel diaconaal ingesteld is. De kerk hoeft niet bang te zijn om voluit mee te doen in de samenleving. Een verantwoordelijke kerk heeft aandacht voor haar eigen leden maar ook voor buitenkerkelijken. Bij het meedoen in de samenleving gaat het vooral om praktische zaken en niet om verschillen in theologische zin.

Knelpunten
Een knelpunt is de huidige inrichting van onze verzorgingsstaat. Het is te duur, te complex en er is onvoldoende afstemming en samenwerking. Naast verschillen in zienswijze over de uitvoering van zorgtaken is er een groot bestuurlijk en organisatorisch probleem. Er is teveel bureaucratie, wachttijden zijn te lang en ondanks alle goede bedoelingen is er veel onvrede bij de burger. De kloof tussen de burger en overheid is groot. De uitdaging is om onze verzorgingsstaat weer betaalbaar te maken zonder dat de kwaliteit vermindert. Hoewel door de politieke ontwikkelingen er vertragingen ontstaan in de voortgang van de drie decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, Wwnv) is het algemene beeld wel dat de drie decentralisaties overgaan van de landelijke overheid naar de gemeentelijke overheid. De filosofie van de Wmo en de decentralisaties is dat de burgerlijke gemeente een beter zicht heeft op de wensen en mogelijkheden van de burger dan de landelijke overheid. Op basis van mijn bestuurlijke ervaring zie ik een bepaalde golfbeweging tussen processen van centralisaties en decentralisaties. Soms roepen we “groter is beter” en dan weer lijkt de gedachte “hoe kleiner hoe beter” te overheersen. Volgens mij gaat het altijd om een goed evenwicht tussen centraal georganiseerde taken en decentraal georganiseerde taken. Op basis van de nu beschikbare informatie over de drie decentralisaties heb ik niet het idee dat we al een goede balans hebben gevonden tussen centraal en decentraal georganiseerde taken.
Mijn indruk is dat het decentralisatieproces doorschiet. De rijksoverheid wil teveel taken overdragen naar de gemeente. Het gaat dan vooral om zorgtaken die een hoge mate van professionaliteit vragen. We moeten ook waken voor de gedachte dat we denken: Wat de landelijke overheid niet goed kan regelen, dat doen de gemeenten wel.
Ik verwacht ook knelpunten bij Wmo-raden.
Het is denk ik niet te verwachten dat de meerderheid van de Wmo-raden in staat is om adequate adviezen te geven over relevante beleidsonderwerpen voor de komende jaren.
Het is voor een “gemiddelde” Wmo-raad te complex en te tijdrovend om “alles” goed te kunnen beoordelen. Volgens mij is het ook niet noodzakelijk dat een Wmo-raad altijd een advies geeft. Soms kan meepraten of meedenken voldoende zijn. In ieder geval is het voor de Wmo-raden en de kerkelijk vertegenwoordigers een uitdaging om je stem te laten horen over zaken die in de samenleving spelen.

Aanbevelingen
Voor een Wmo-raad is naar mijn mening naast zorginhoudelijke kennis ook kennis en ervaring met besturen en de inrichting van een (gemeentelijke)organisatie en werkprocessen erg belangrijk. De Wmo-raad Barneveld heeft sinds het voorjaar 2012 een eigen website en probeert hiermee de communicatie naar belanghebbenden te verbeteren. Verder werkt de Wmo-raad met een eigen jaarplan en jaarverslag die ook op de website worden geplaatst. Om de relatie kerk en overheid goed tot haar recht te laten komen is een kerkelijk vertegenwoordiger (met bestuurlijke ervaring) in de Wmo-raad gewenst. In Barneveld hebben we goede ervaringen met een gestructureerd beleidsoverleg tussen de wethouders (van de Wmo en de WWB), de Wmo-adviseur van de gemeente en het dagelijks bestuur van de Wmo-raad. Verder is het van betekenis dat de kerkelijk vertegenwoordiger weet wat de diaconieën aan de burgerlijke gemeente te bieden hebben. Ten slotte is het erg belangrijk dat er goede contacten zijn met de ambtelijke organisatie en de verantwoordelijke wethouders. Soms is het dan niet nodig om een formeel advies te geven. Maar is het voldoende om door mee te praten of mee te denken de positie van vooral de kwetsbaren in onze samenleving te verbeteren.

Th. Kool, secretaris en kerkelijk vertegenwoordiger van de Wmo-raad te Barneveld1


Noten
1 Hij woont in Voorthuizen en is na ruim 40 jaar ervaring in het bankwezen, waarvan 17 jaar een directiefunctie, per 1 mei 2012 met pensioen gegaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 2012

Zicht | 92 Pagina's

Wmo biedt kansen voor diaconaat

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 2012

Zicht | 92 Pagina's