Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. C. Graafland, Kinderen van één moeder. Kampen 1989. 131 blz. Prijs f 21,50.

Het gaat in dit boek over Calvijns visie op de kerk volgens zijn Institutie. Het is een deel uit de Reformatie Reeks.

Over Calvijn en de kerk is al eerder geschreven, maar dat maakt een nieuwe studie niet overbodig. Een beperking tot de Institutie brengt echter met zich mee dat het beeld niet volledig is. Het is juist dat de hervormer steeds meer aandacht vraagt voor de zichtbare kerk. Dat is de kerk waardoor Woord en sacramenten worden bediend. In het vierde boek van de Institutie komen de uiterlijke hulpmiddelen aan de orde, waardoor God ons tot de gemeenschap met Christus nodigt en in haar houdt. Is uit de plaats van de kerk in dit boek nu ook af te leiden, dat Calvijn haar niet tot de eigenlijke inhoud van de geloofsleer rekent? Dat is de mening van Graafland. En de sacramenten dan, die direct daarna besproken worden?

De kerk die inderdaad voor Gods aangezicht kerk is (Inst., IV,1,7) hoort zonder twijfel thuis in de geloofsleer. De zichtbare kerk is daar niet van te scheiden. Het is niet in de geest van Calvijn om te stellen, dat zij een min of meer secundaire plaats inneemt, omdat zij alleen een bemiddelend instrument van het heil is. Over het heil zelf zou Calvijn na het derde boek niets meer te zeggen hebben gehad. Zou het waar zijn? Het is een heel eigenaardige voorstelling van zaken.

Het schema dat Graafland in dit eerste hoofdstuk hanteert, doet afbreuk aan de waarde van zijn boek. Dit is meer zijn visie op Calvijns visie dan Calvijns eigen visie!

Dr. Graafland roept wel eens spanningen en tegenstellingen op waar ze niet zijn. De beslissingen die voor de komst van het koninkrijk van God van wezenlijke betekenis zijn, vallen daar waar het Woord van God verkondigd wordt. Zeker, maar vallen ze daarom ook niet in kerkeraadsvergaderingen en andere kerkelijke vergaderingen?

Het is een verdienste van het boek dat het ook goed te gebruiken is door lezers die niet theologische geschoold zijn. De wijze waarop Calvijns gedachten over de kerk en de actuele vraagstukken op elkaar betrokken worden, zal velen boeien, met name hen die in het ”Samen-op-weg-proces” geïnteresseerd zijn.

Ds. D.H. Borgers e.a., Reformatorische Stemmen verleden en heden. Uitg. Willem de Zwijgerstichting, Apeldoorn. 228 blz. Prijs f 37,50.

In deze bundel ”uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Willem de Zwijgerstichting” - zoals de ondertitel aangeeft -, is een zestal artikelen opgenomen die geheel in de lijn van de doelstelling geschreven zijn: verdieping en versterking van de reformatorische beginselen. Elk bestuurslid heeft een artikel voor zijn rekening genomen. Ds. Borgers (secretaris) stelt het christelijk belijden aan de orde ”in en met het oog op onze tijd: een moeilijke en een blijde taak!”: een ongetwijfeld actueel thema nu vele van huis uit orthodoxe christenen de eigen en anderer trouw in het belijden en aan de belijdenis hebben ingeruild tegen zelfgenoegzame autonomie van vrijzinnige huize met haar individualiserend gevolg. Dr. R.H. Bremmer schrijft over ”De val van Antwerpen (1585), Marnix van Sint Aldegonde en de nieuwere geschiedschrijving”: deze geeft aan crisissituaties meer aandacht - bijv. die van 1585 - en dat tot in detail, maar dat behoeft de visie van de ”oudere” geschiedschrijving niet te weerspreken. Onder de titel ”Om de waarheid van het Evangelie” geeft dr. A. Noordegraaf een bijdrage over ”Galaten 2 : 11-14 in de uitleg van Luther en Calvijn”: alle nadruk op het reformatorische solus Christus, sola gratia, sola fide en sola scriptura, waarmee elk streven naar hiërarchie en superioriteit van de een boven de ander in strijd is, maar, als de waarheidsvraag aan de orde is, confrontatie niet uitsluit (wèl alle zgn. pluralisme: ieder gelove wat zij/hij wil - wat het kerkelijke leven desintegreert). De drie resterende bijdragen gaan ook over Calvijn. Drs. K. Exalto beschrijft diens visie op ”de vervulling van de oudtestamentische beloften”: de eenheid van Oud- en Nieuw-Testament wordt beklemtoond, maar het lijkt erop dat de schrijver Calvijn zo interpreteert als zou deze eigenlijk een genadeverbond alleen met de uitverkorenen voorstaan, want door ongeloof is er geen sprake meer van verbond en belofte, ze zouden a.h.w. erdoor tenietgedaan zijn (blz. 149): beperkt Calvijn inderdaad de actieradius van de belofte tot de vervulling ervan? Ds. D. Rietdijk die over ”De kinderdoop bij Calvijn” schrijft, lijkt Calvijn anders te interpreteren (bijv. blz. 182): ook hij onderstreept de eenheid van het Oude en Nieuwe Verbond, en bestempelt de verwerping van de kinderdoop als een ”ongerechtvaardigde overschatting van de geloofs-beslissing van de mens” (154, 187); terecht, want de betekening en verzegeling van de belofte wordt dan afhankelijk gemaakt van een menselijke beslissing die de vervulling als constateerbaar en controleerbaar onderstelt. De laatste bijdrage is van de voorzitter van de Stichting, prof.dr. W.H. Velema, onder de titel ”Ethiek bij Calvijn”: de juist in ethisch opzicht tegenwoordig vaak misprezen Calvijn - soms heeft men voor afkeer en afschuw al heel gauw het etiket ”calvinistisch” bij de hand! - blijkt noch conservatief, noch revolutionair te zijn en zijn ethiek is vanwege haar theocratisch karakter en haar situatiebetrokken toepasbaarheid nog van betekenis. Alles overziende: een rijk jubileumboek, waarmee de Stichting te feliciteren is, die reeds een lange reeks brochures op haar naam heeft staan. Zoals bekend ontvangen de donateurs jaarlijks twee brochures in het kader van de doelstelling voor een (minimum)bijdrage van f 12,50 per jaar.

G. Lievaart, Alléén om Gods wil getroost. De blijvende actualiteit van de ”Dordtse Leerregels” voor àlle tijden! Uitg. Marnix, Postbus 424, Maassluis. 159 blz. Prijs f 15,-.

Dit boekje bedoelt niet zozeer een verklaring van de Dordtse Leerregels te zijn, maar wil in ”grote lijnen” de actualiteit van dit belijdenisgeschrift voor het kerkelijk en persoonlijk leven aantonen, dat telkens weer te maken heeft met de verzoeking tot ”menselijke zelfverlossing”, in allerlei vorm van ”godsdienstig humanisme” dat de mens verwijst naar eigen religieuze prestaties, dus naar zichzelf. Op pastorale wijze wordt het sola gratia van de Reformatie beklemtoond. In hoeverre echter uitdrukkingen als het metterdaad aannemen van de belofte, het gâân van de gewezen weg des behouds en het kómen wââr en wanneer God roept (blz. 35), in de buurt van zo’n religieuze prestatie komen? In elk geval is hier misverstand mogelijk. Desondanks is duidelijk dat de schrijver de zo vaak miskende Dordtse Leerregels een blijvende actualiteit toekent. Terecht, want de mens in zijn zo geraffineerd beoefende ik-concentratie - geheel in de oude Adams lijn - vindt zijn eigen prestatie oneindig interessanter dan te leven van genade alleen. Deze prestaties evenwel - ook als ze gepresenteerd worden als al of niet veronderstelde dan wel als te berekenen of berekende religieuze kwaliteiten - God te offreren doet niet alleen te kort aan het offer van Christus, maar is ook ”een verloochening van het enige offer en het lijden van Jezus Christus”. Twaalf bladzijden ”Gespreksvragen” kunnen dienen om deze uitgave op gespreksavonden e.d. te gebruiken.

Dr. W.H. Velema, De pastorie - huis van de gemeente? Uitg. Kok Voorhoeve, Kampen. 72 blz. Prijs 12,90. Het overgrote deel van de gemeenten in ons kerkverband kent een ”pastorie” (welgeteld slechts acht die tot nu toe nimmer een ”pastorie” in hun midden kenden). Ook al is er wel eens een vacature, wanneer een predikantsechtpaar intrek in de pastorie heeft genomen, dan wordt de vraag urgent: fungeert de pastorie als ”huis van de gemeente”? Het feit dat de titel van dit fijne boekje van een vraagteken is voorzien, laat merken dat een dergelijke functionering niet vanzelfsprekend is, althans voor sommigen niet, laat staan dat er van automatisch functioneren als ”huis van de gemeente” sprake zal zijn. Instelling van het betrokken echtpaar en begrip van de gemeente is hier van grote betekenis in het geheel eigen en vaak unieke samenspel van gemeente en pastoriebewoners. Op pastorale wijze dringt de schrijver aan op gesprek en overleg. Geen pastorie-echtpaar, maar ook geen kerkeraad late dit boekje ongelezen èn onbesproken, onder elkaar en met elkaar! Wanneer gesproken wordt over de secularisatie die de Christocratie door democratie vervangt, dan wordt de Christocratie in de kèrk bedoeld (22); in het staatkundige weet de secularisatie ook andere staatsvormen te treffen dan de democratische die nog het meest de mogelijkheid biedt de persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover God en de naaste te beleven. Het is uit het verband duidelijk dat dit laatste hier niet wordt beoogd.

P. van Beek e.a. (red.).De dolerenden van 1886 en hun nageslacht. Uitg. Algemeen secretariaat van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Leusden en Kok, Kampen. 634 blz. Prijs f 82,50.

Na het in 1984 verschenen boek over de ”afgescheidenen van 1834 en hun nageslacht” (met aanvullingen en correcties in 1886) verschaft deze uitgave overeenkomstige informatie betreffende de Doleantie. Een aantal families die via een of meer leden bij de Do-leantie betrokken waren, wordt genealogisch beschreven, waarbij zoals te verwachten is, ook aandacht aan kerk enz. is gegeven. Prof.dr. D.Th. Kuiper geeft een brede en waardevolle historisch-sociologische inleiding, waarna een achttal kwartierstaten volgen van enkele leidende figuren van de Doleantie en een dertig genealogieën. Twee registers besluiten het boek: een verbeterd register op de Afscheidingsbundel en het register op dit boek. Een index ontbreekt. Onder de bekende en minder bekende families die hier beschreven worden, bevindt zich ook die van Van Lingen. Daar de genealogie van de familie Wisse in de Afscheidingsbundel werd opgenomen, beschikken we nu over de beschrijvingen van het duodatzo’n grote rol speelde bij het herleven van de Chr.Geref. Kerk.

Ook in de inleiding van prof. Kuiper wordt aandacht gegeven aan de betekenis van Van Lingen voor de Doleantie. Het is zonder twijfel een ontdekkende ervaring in beide boeken na te gaan waar het huidige nageslacht van de leidende figuren zowel bij Afscheiding als Doleantie kerkelijk is terechtgekomen. Zo ooit dan blijkt ook nu dat ”genade geen erfgoed is”.

B. Nawijn, Ware het niet, dat….. De geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerk Assen 1901-1978. Een verhaal van mensen. Uitg. Kort Nijland 11, Donderen. 106 (+ 9) blz.

Wat we ”algemene” en ”vaderlandse kerkgeschiedenis” noemen, heeft doorgaans in hoofdzaak betrekking op wat er op kerkelijke vergaderingen in breder verband en in de theologie passeerde in net verleden. Natuurlijk staat dat niet los van de plaatselijke kerk, maar de beschrijving van de geschiedenis van de plaatselijke kerk trekt nu eenmaal minder de aandacht. Assen schaart zich met deze gestencilde beschrijving van de eigen geschiedenis nu in de rij van plaatselijke kerken over wier geschiedenis wel publikaties zijn verschenen. De schrijver heeft daarvoor met name de notulen geraadpleegd en een uitstekend verhaal ten beste gegeven. Misschien had hij ook oude Wekkers kunnen gebruiken. Waarschijnlijk was het dan mogelijk geweest de geschiedenis van de voormalige gemeente Smilde erbij te betrekken. Via notulen komt helaas niet altijd de mooiste kant van het pastoraat naar voren! De psalmregel ”waar ’t liefdevuur niet wordt gedoofd” schijnt dan vaak vervangen door ”waar ’t ruzievuur niet wordt gedoofd”. De schrijver schroomt niet daarop te attenderen. Wel worden geen namen genoemd, maar ’t is vrij gemakkelijk de naam van de betrokken predikant op te sporen. Het woord ”vermoedelijk” op blz. 67 had met één telefoontje vermeden kunnen worden! Dit terzijde. Assen wordt gelukgewenst met deze uitgave!

Ds. H.G. Abma e.a., … Nieuwe kracht ontvangen. 52 Meditaties voor ouderen. Uitg. Groen en Zoon, Leiden. 168 blz. Prijs f 29,50.

Er staan fijne meditaties in dit boek, maar er zijn er ook bij die qua stijl en opzet nauwelijks leesbaar zijn. Dat laatste zal voor sommigen mogelijk bezwaarlijk zijn, maar ouderen die er geen moeite mee hebben, zullen zich zonder twijfel geleid en hopelijk getroost en bemoedigd weten.

Calvin E. Shenk, Wanneer werelden botsen. Uitg. Boekencentrum, Den Haag 1990. 99 blz. Prijs f 18,90.

De auteur is vroeger zendeling geweest in Ethiopië en thans professor in de zendingswetenschappen aan het Eastern Mennonite College in de Verenigde Staten.

In zijn boek beschrijft hij het probleem van elkaar uitsluitende en bestrijdende ideologieën en de bepaling van een waarlijk christelijke houding in elke ideologische context (van uiterst rechts tot uiterst links). Het hoofdthema van het boek is dat het christelijk geloof alle ideologieën dient te oordelen. De waarden en normen van Gods koninkrijk beïnvloeden de wijze waarop wij het verleden en de toekomst en dus ook de ideologieën bekijken. Die verschillende ideologieën en hij noemt o.a. het marxisme, het socialisme, het democratisch kapitalisme, zionisme en apartheid, worden in zijn boek op hoofdpunten belicht. Van de lezer wordt verwacht dat hij een zekere kennis heeft van de ideolo-gieën. Wat stimuleert tot nadenken in dit boek is, dat hij niet aangeeft of een ideologie goed of fout is, maar dat erop aangedrongen wordt ze kritisch te onderzoeken (kritische participatie) waarbij het Woord van God niet zijn hoogste gezag mag verliezen. De ene ideologie is niet geheel en al goed, de andere is niet geheel en al slecht. Elke ideologie is een menselijke schepping en vanuit een christelijk standpunt moeten wij ze hun gewicht ontnemen. De meerwaarde van dit boek ligt in de genuanceerde benadering van de schrijver van een ideologie en de ontkrachting van het gewicht en de macht, wanneer het wordt afgezet tegen het christgelijk geloof. Wel dient men erop bedacht te zijn dat Shenk doceerde te Addis Abeba in Ethiopië tijdens een periode dat het land geregeerd werd door een politiek, gestoeld op marxistische-socialistische ideeën en dat de positie van de kerk binnen dat geheel een eigen rol speelde. De kerk was een deel van het gehele sociale systeem. Met deze achtergrond kan het boek en zijn visie op ideologieën beter begrepen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's