Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Doop (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Doop (7)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Helperus Ritzema van Lier, in: Verzameling van Eenvoudige Leerredenen. Uitg. ds. Cornells van der Leeuw, 1834: 33, 34.

Over de ware geloofswerkzaamheden en de liefde tot Christus, in relatie tot het ontvangen van het teken van de H. Doop op volwassen leeftijd, spreekt deze zeer jong (slechts 28 jaar oud zijnde) overleden leraar, te Kaap de Goede Hoop, Zuid Afrika, als volgt in een leerrede over Mark. 16 : 16: (...) Ten andere, een hartelijke liefde tot Jezus, en dus ook tot Zijn Woord, instellingen, en volk; een werkzame begeerte om alleen voor Hem te leven; om ons geheel en al aan Zijn dienst toe te wijden; onszelf te verloochenen; Zijn voorbeeld te volgen; matig, rechtvaardig, godzalig te wandelen, en zo daar enige deugd en zo daar enige lof is, dezelve te bedenken en te doen. Dit is de aard van het ware geloof. Gij ziet, dat het iets meer is, dan een mondbelijdenis, of een beredeneerde toestemming aan het Evangelie.

Simon de tovenaar geloofde alzo; maar hij kende Jezus niet. De duivelen geloven alzo en zij sidderen. Maar hij, die dat geloof bezit, hetgeen wij nu beschreven hebben, en die hetzelve kloekmoedig belijdt, is als de berg Sion, die niet wankelt tot in eeuwigheid. Ik voeg er bij: die dit geloof kloekmoedig belijdt. Immers, die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. Jezus voegt er bij: "die gedoopt zal zijn"; niet om daardoor de volstrekte noodzakelijkheid van de doop tot de zaligheid aan te tonen, en een vonnis van verdoemenis te vellen over hen, die buiten hun schuld, van de doop verstoken zijn; al waarom wij in het volgende lezen: "die niet zal geloofd hebben enz"; maar om aan te duiden, dat het geloof, hetgeen het hart reinigt, naar buiten moet worden beleden en vertoond. Zij, tot wie de apostelen predikten, die het Evangelie geloofden, moesten, ten blijke van hun geloof, de H. Doop ontvangen, en kloekmoedig uitkomen voor Zijn Naam en zaak. Die Jezus voor de mensen belijdt, zal ook van Hem beleden worden, maar die zich Zijner schaamt, en die Hem verloochent voor de mensen, die zal Hij ook voor Zijn Vader verloochenen.'

Ds. Van Lier, die op achtentwintigjarige leeftijd, liggend op zijn sterfbed aanvankelijk het eeuwige leven reeds mocht genieten, zodanig liet de Heere Zich in Zijn eeuwige liefde aan z'n ziel uit, zoals zijn vriend ds. De Leeuw het beschrijft, heeft niet op een zandgrond gebouwd. Hij onderzocht in zijn prediking ook wel de diepste schuilhoeken bij die hem hoorden en hij sprak niet op een traan of psalmvers zalig. Niet de doop, maar het geloof in de God van de doop, en de verzegeling daarvan, door Gods Geest in het hart, geeft de ware rust aan de ziel, welke tot Hem mag vluchten vanwege de ellende die ze gevoelt buiten Hem. Thans laten we ook nog de veel verguisde, doch godzalige leraar, ds. Fransen aan het woord.

Ds. E. Fransen, in: De Geestelijke Wandelaar. Uitg. De West-Friese boekhandel, 1967:180, 181.

In een predikatie omtrent 'De ware blijdschap', over Hand. 8 : 39b: "Want hij reisde zijnen weg met blijdschap", heeft ds. Fransen, die getrouwe kruisgezant, een kostelijke verhandeling. Hierin zegt hij ondermeer het volgende. 'Daar had Filippus een gepaste stof, om hem (de kamerling of Moorman genaamd, JAB) te wijzen op het geslachte Godslam, het enigste middel tot zaligheid, dat was hun hoofdleer Christen den gekruiste te prediken, door alle tijden een noodzakelijke waarheid. (...). Eindelijk, hierin wordt de Vader met innerlijke ontferming bewogen, om al zijn verloren zoons en in zichzelf zwarte kamerlingen in liefde te omarmen, met het schoonste sieraad te bekleden en met de grootste rijkdom te verblijden. Dit zien wij hier ook in de kamerling. De prediking van Filippus was gepaard gegaan, dat hij in Jezus Christus Gods Zoon geloofde, en dat hij behoefte gevoelde om het zegel daarvan te mogen ontvangen, en om openlijk van de oprechtheid van zijn geloof belijdenis te doen: "zie daar water, wat verhindert mij gedoopt te worden". Om daarna met een Drieƫnig God in het verbond te treden, om op die verbondsbeloften te mogen pleiten en om zich wederkerig als een bondeling te gedragen, met verheerlijking en gebruikmaking van ieder Persoon in het bijzonder, en om in het water gedompeld te mogen worden, zodat wij zouden zeggen, dat hij met Augustinus kan zeggen: "Zwart ben ik door erfzonden, liefelijk door de genade des doops." Zodat de kamerling een volkomen grond bezat, om zijn weg met blijdschap te reizen.'

Hieruit zien wij, hoe ook ds. Fransen bij een volwassene die gedoopt wordt, er vanuit gaat, dat het ware geloof in eigen hel- en doemwaardigheid, in de Heere Jezus en Zijn Middelaarswerk, aan en in de ziel persoonlijk toegepast door de Heilige Geest, op grond van het eeuwige welbehagen en de verkiezende liefde des Vaders, gekend moeten worden. Hoe zal anders ooit de ware behoefte om het teken en zegel des H. Doops te ontvangen, of ook de ware blijdschap in de ziel, kunnen ervaren worden, als men de doop ontvangen heeft. Gelijk ook in het H. Avondmaal alleen een door de Heere levend gemaakte ziel het brood en de wijn, als tekenen van het verbroken lichaam en vergoten bloed van Christus voor hem of haar die communiceert, mag gebruiken. En inderdaad en in waarheid zal ook alleen zulk een ziel aldaar Zijn Borg en Zaligmaker maar geestelijk kunnen genieten en zich in Hem verheugen met een onuitsprekelijke blijdschap. God lovende en prijzende voor Zijn dierbare gaven haar geschonken in Christus en voor Hem Zelf, haar geschonken van de Vader, als Die volmaakte Gift, haar geschonken om niet.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De Heilige Doop (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 1999

De Wachter Sions | 8 Pagina's