Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W. van Vlastuin, Leven in de enige troost, Hoofdthema’s uit de Heidelbergse Catechismus, paperback, 92 blz., € 9,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-94-627-80637.

De auteur is universitair docent systematische theologie vanwege het Hersteld Hervorm Seminarie aan de VU. In 2013 was het 450 jaar geleden dat de Heidelbergse Catechismus het licht zag. Op de Haamstedeconferentie heeft de auteur twee avondlezingen gehouden die weergegeven zijn in het boekje dat nu besproken wordt. In de loop der tijd zijn er honderden catechismi geschreven en in gebruik geweest. De Heidelbergse Catechismus wordt tot op heden nog veel gebruikt. Er is kritiek geweest op de Heidelbergse Catechismus. Deze Catechismus zou niet bij de tijd zijn en geen antwoord geven op moderne vragen. Er zou sprake zijn van een gestold geloof. Er zou meer aandacht gegeven kunnen zijn aan Israël en aan het werk van de Heilige Geest. Mag je de paapse mis nog een vervloekte afgoderij noemen? Is de verzoeningsleer niet te rationalistisch? Waarom is er in vraag 21 sprake van een ‘waar geloof’, en niet zonder meer van ‘geloof’? Is het wel zo dat de allerheiligsten slechts een klein begin hebben van de nieuwe gehoorzaamheid? Is dat niet te karig gedacht over Gods genade en de overwinning van Christus? Er zijn toch ranken die veel vrucht dragen? Moet er wel gepreekt worden uit de Catechismus en niet uit de Bijbel alleen? Krijgt de traditie dan niet net zoveel waarde als Gods Woord? In dit boekje kunnen niet al deze dingen behandeld worden. De auteur wil vooral het christocentrische karakter van de Heidelbergse Catechismus belichten en in de tweede plaats gaat het er vooral over in welk kader dit christocentrische karakter staat, namelijk in het kader van de drie stukken. Mooie dingen lezen wij over de volgorde van de drie stukken. Ursinus benadrukt dat de prediking van de wet voorafgaat aan de prediking van het Evangelie. Christus is de Redder van reddelozen, Hij is een Zaligmaker van zondaren. De Erskines gebruikten het beeld van naald en draad. We lezen op blz. 66 “De naald trekt de draad van het Evangelie door het hart. De prikkelende naald verbeeldt de pijn van de wet. Op deze manier trekt het Evangelie door het hart heen.” Op blz. 67 lezen we “Spurgeon merkt ergens op dat we door de mijnschachten van de verootmoediging tot de goudaders van de genade komen.” Dit boekje lezend kunnen we concluderen dat er in kort bestek heel wat geboden wordt.


Dr. Jochem Douma, Psalmen, Commentaar op Psalm 42-75, Gebonden, 368 blz., € 29,90, Uitgeverij Brevier, Kampen, ISBN 978-94-91583-46-9.

De auteur was van 1970- 1997 hoogleraar ethiek aan de universiteit van de GKV te Kampen. Na zijn emeritaat heeft hij zich toegelegd op de studie van het Oude Testament. Daaruit is zijn Psalmencommentaar voortgekomen. De behandeling van elke Psalm bestaat uit vijf paragrafen: 1.Vers-voor-vers uitleg 2.Een algemeen thema dat verbinding heeft met de Psalm 3.Lijnen van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament 4.Toepassingen voor vandaag 5.Verantwoording van exegetische keuzes. Er zijn al heel veel commentaren op de Psalmen verschenen. Voegt dit commentaar iets toe? Mijns inziens wel. Dan denk ik vooral aan datgene wat behandeld wordt onder de paragrafen 2, 3 en 4. Ook bij de uitleg (paragraaf 1) komen soms verrassende dingen naar voren uit de brede schat van de exegese vanuit de kerkgeschiedenis. We willen iets doorgeven uit Psalm 51. Deze Psalm noemt Douma terecht de boetepsalm bij uitstek. Augustinus wordt geciteerd (blz. 106 en 107): “Augustinus heeft er in een preek over Ps. 51 op gewezen dat David in zijn leven vaak en lang met zijn grote zonde bezig is geweest. Had Natan niet de rampen voorspeld, die op zijn zonde zouden volgen (2 Sam. 12,10vv)? Ging David, diep vernederd, niet huilend zijn weg, toen Absalom een bloedige oorlog tegen hem begon (2 Sam. 15,30)? Verdroeg hij niet zonder rancune en in alle nederigheid, de vloek die Simi over hem uitsprak (2 Sam. 16,10)? David erkende daarin, aldus Augustinus, zijn schuld en verdiende straf. Hij zag dat in de vervloeking van Simi Jahwe zelf bezig was. Hij prees God over het goede dat hij ontving, maar ook over wat hij moest lijden.“ Verder lezen we op blz. 107 “Zonde was niet iets van hem, maar doortrok zijn hele leven, waarover hij nadacht na zijn misdaden van overspel en moord. Hij wees de kracht van dat kwaad al aan in de omstandigheden van zijn geboorte en verwekking. Maar hij schoof de rekening van het kwaad dat hij bedreven had, niet door naar zijn ouders. Op blz. 109 lezen we: “Ps. 51 onthult de situatie waarin de dichter (David) verkeerde. We taxeren de psalm verkeerd als we bij ‘zonde’ en ‘misdaad’ aan incidenten en uitglijders denken. Ps. 51 onthult ons hoe het totale leven eruit ziet van de mens. Hij is zonder Gods redding verloren. Wat we hier horen uit Davids mond, onthult niet alleen hoe hij over zichzelf denkt, maar bevat een boodschap over hoe wij allen zijn. Wie de Bijbel leest, moet erkennen dat de geschiedenis van Israël en van de kerk één reeks van zonden en mislukkingen aan het licht brengt. Breken er goede tijden aan, dan is dat meestal van korte duur. Elke tijd levert genoeg materiaal op om een optimistisch mensbeeld af te breken.” De geïnteresseerde Bijbellezer, maar ook ambtsdragers en predikanten kunnen hun winst doen met dit commentaar.


Dr. R.W. Koeijer, Een donkere wolk die voorbijgaat, Engelse puriteinen over geestelijk lijden, gebonden, 299 blz., € 34,95, Uitgeverij Labarum Academic, Apeldoorn, ISBN 978- 94-627-81153.

Het is een toegankelijk en leerzaam boek op academisch niveau. De auteur heeft een dissertatie geschreven getiteld ‘Geestelijke strijd bij de puriteinen’ (2010). Het boek ‘Een donkere wolk die voorbijgaat’ is hier een vervolg op. Behandeld worden: geestelijke verlatenheid, geestelijke benauwdheid en neerslachtigheid. Ook komt naar voren welke pastorale troost de puriteinen wilden bieden. De auteur onderscheidt drie perioden: 1590-1640, 1640-1660 en 1660-1690. De puriteinen wisten wat er in de ziel van de mensen omging en waren er bijzonder bedreven in het Woord van God op een praktische manier toe te passen om mensen te helpen met hun strijd en problemen. Het waren psychologen voordat er ook maar sprake was van psychologen zoals wij die kennen. De puriteinen werden niet voor niets zielenartsen genoemd. Al voor de opkomst van de moderne pastorale psychologie hebben zij oog gehad voor de geestelijke problematiek van mensen en gelovigen en deze in het licht van God, de Bijbel en de gereformeerde theologie besproken. In het tweede deel van het boek wordt de puriteinse visie op geestelijk lijden in pastoraal en spiritualiteit- historisch perspectief geplaatst. Het boek besluit met een conclusie. De puriteinen brengen geestelijk lijden in verband met Gods voorzienigheid. De bedoeling is: schuldbesef, geestelijke inkeer en bekering, versterking van het geloof, verdiept gebed, afsterving van de zonde en groei in afhankelijkheid. Geestelijke kenmerken komen aan de orde om het verschil tussen waar geloof en schijngeloof aan te duiden. Schijnchristenen of hypocrieten moeten wakker geschud worden en echte gelovigen bemoedigd. Soms worden de nodigingen van het Evangelie gericht aan schuldbewuste mensen. Dan is er alleen geestelijke troost voor hen die schuldbesef en geestelijke verootmoediging kennen. Er zijn ook puriteinen die het verlangen naar een waar christelijk leven gelijk stellen aan dat leven zelf. Zij reduceren de geloofskenmerken tot een minimum in verband met hen die zwak zijn in het geloof. De ervaring van verlatenheid kan een aanwijzing zijn van Gods ongenoegen over de zonden van de gelovige en dan is zelfonderzoek en schuldbelijdenis de weg om Gods aanwezigheid weer te vinden. Ook heeft de ervaring van verlatenheid te maken met het optreden van de duivel en de invloed van melancholie. Wie zich wil verdiepen in het behandelde onderwerp kan in dit boek goed terecht.


Else Grabe- Peters, De zon tegemoet, Brieven van een zendelinge uit Ethiopië, paperback, 184 blz., € 14,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-90-336-16365.

Dit boek bevat een verzameling brieven van zendelingsvrouw Else Grabe- Peters (1903-1936). We lezen over haar bekering en roeping. Ze was ervan overtuigd een licht in de heidenwereld te moeten zijn. We lezen ook over de voorbereidingstijd op het zendingswerk en het leven op de zendingspost wat in die tijd heel anders was dan nu. Weeskinderen vonden op de zendingspost een liefdevol thuis en er kwamen veel gasten. Samen met haar man maakte zij deel uit van een klein zendingsteam in Ethiopië. Else was sterk op de eeuwigheid gericht en voelde dat zij niet lang zou leven op deze aarde. Alleen datgene telt wat in de eeuwigheid bij God zijn waarde houdt. Toen ze op 32- jarige leeftijd stierf, hadden alle zendelingen het land moeten verlaten en leek het alsof het zendingswerk op niets zou uitlopen. De latere opbloei van een christelijke kerk in Ethiopië heeft zij niet meer meegemaakt. Tegenwoordig telt deze Lutherse kerk meer dan 3,5 miljoen leden. Het boek is samengesteld door Martin Grabe, hoofdarts van de Psychotherapeutische Afdeling van de Kliniek Hohe Mark in Oberursel (Duitsland). Elisabeth Peters was zijn grootmoeder. Uit haar nalatenschap heeft hij dit lezenswaardige boek samengesteld.


Ds. W. Visscher e.a., Dat voel ik toch anders, Individualisering in de gereformeerde gezindte, paperback, 147 blz., € 14,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978-94-627-80712.

In dit boek wordt geprobeerd de individualisering, die de moderne samenleving kenmerkt, te omschrijven en dichterbij te brengen. Individualisering heeft te maken met het feit dat de mens losraakt uit zijn natuurlijke verbanden en dat hij de norm voor zijn handelen steeds meer in zichzelf zoekt. Het individu met zijn wensen en voorkeuren komt in het middelpunt te staan. Enkele historische lijnen worden getekend. Het thema wordt besproken in relatie tot gezin, kerk, school, politiek en mediagebruik. Ook in de gereformeerde gezindte is sprake van individualisering. Auteurs: Dr. ir. S.M. de Bruijn, W. Büdgen, dr. A. Huijgen, dr. P. Overeem, drs. A.A. van der Schans, dr. B.J. Spruyt, drs. R. Toes, drs. P.J. Vergunst en ds. W.Visscher. Ieder belicht op eigen wijze facetten van de inividualisering en wat daartegen in stelling kan worden gebracht. Velen in onze tijd menen dat de mens zich moet ontplooien, alleen zo is hij authentiek, in overeenstemming met zijn eigen, dieptste zelf. We lezen op blz. 15 “Bij alles wat hij in dit leven tegenkomt, bij alles wat zich aan hem opdringt, moet hij zich dus steeds de vraag stellen: Past dit bij mij? Is dit mijn ding? Voelt het goed?” Op blz. 17 lezen we: “Ieder mens moet dus op zoek naar zijn eigen levensstijl, zijn eigen waarden en normen, en, als hij gelovig is, naar de geloofsvorm en –uiting die het beste bij hem past. Er zijn geen algemene regels, geen voor iedereen geldige maatstaven, er is geen normatieve geloofsbeleving, iedereen moet en mag kiezen voor datgene wat bij hem hoort, waar hij zich thuis en goed bij voelt.” Ieder mag er zijn en mag zichzelf zijn. Het ideaal is de multiculturele samenleving. Integratie, laat staan assimilatie is een vorm van dwang die in strijd is met het respect en de erkenning van het anders- zijn. Hiermee hangt ook een nieuwe religie samen. We lezen op blz. 21 en 22 “Als gelovige ben je dan geen onderdeel van een gemeenschap, maar een kritische hopper die zijn eigen geloof en geloofsbeleving uit een keur aan religieuze menu’s samenstelt.” Ds. W. Visscher noemt in zijn bijdrage verschillende zaken die we als gevolg van de individualisering in de kerken tegenkomen. Ambtsdragers krijgen te maken met opmerkingen als: “Dat staat wel in de Bijbel, maar ik zie het toch anders. Of: Dat kan Paulus wel zeggen, maar we leven vandaag nu eenmaal in een andere tijd.” (blz. 60). Mensen voelen en beleven de dingen anders dan de Bijbel en de gereformeerde belijdenis leren. Op blz. 67 worden vijf zaken genoemd waarin de individualisering en de tijdgeest doorwerken: 1.Vermindering van het gezag van ambtsdragers. 2.Behoefte aan liturgische veranderingen. 3.Verdwijnen van de vanzelfsprekendheid in de binding met de eigen kerkelijke gemeente. 4.Verandering in geloofsopvattingen. 5.Gewijzigde positie van de vrouw in de kerk. Ds. Visscher geeft een Bijbels antwoord op deze ontwikkelingen. We lezen op blz. 69 “Een Bijbels antwoord op de individualisering kan daarom kort en duidelijk zijn. Een levend geloof in Christus is de doodsteek voor alle vormen van individualisering.” Op blz. 72 lezen we: “De Schrift wijst de weg van gehoorzaamheid aan God.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 april 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 april 2015

Bewaar het pand | 12 Pagina's